De eerste ‘belchinees’ van het seizoen is gespot. Hij zat op het Kiel. S/VM onderzocht het spoor en kwam, via tussenstops in Oostenrijk en Duitsland, in Singapore terecht. Hoe gegrond is de vrees dat hier een nieuwe Zheyun Ye achter zit?

Zaterdag 24 oktober 2009. Ruim drie uur voor de aftrap van Germinal Beerschot-Moeskroen melden zich enkele Aziatisch uitziende mannen aan de loketten van het Kiel. Eén koopt zes kaartjes voor de wedstrijd, zes anderen kopen elk één kaartje. De argwaan van de loketbediende is gewekt, want Zheyun Ye, was dat geen Chinees? Zoals ook al die telefonerende types die hier de voorbije jaren uit de tribunes waren geplukt? De man neemt het zekere voor het onzekere en alarmeert veiligheidsverantwoordelijke Steven Van Beethoven.

Samen met zijn team schakelt Van Beethoven naar een verhoogde staat van waakzaamheid. Wanneer de wedstrijd is begonnen, gaat hij op zoek naar de twaalf. Het groepje van zes zit mooi op een rijtje op zijn genummerde stoeltjes. Allemaal getooid met een sjaal uit de fanshop, één blijkt ook een muts te hebben gekocht. Het gezelschap vermaakt zich uitstekend. Van de zes anderen blijken er vier niet te zijn opgedaagd. Twee worden wel teruggevonden. “Eén bleek een gewone supporter te zijn”, aldus Van Beethoven. “Die is drie keer recht gesprongen wanneer wij scoorden. Zijn Antwerps was platter dan het mijne.”

Beerschot verslaat Moeskroen met 3-2, maar wanneer Bart Goor diep in de blessuretijd de winnende treffer aantekent, is de tweede Aziaat al lang verdwenen. Van Beethoven: “Toen we hem hadden gevonden, ben ik op hem afgestapt. Hij zat constant te bellen. Ik heb hem gezegd dat hij de volgende keer niet meer welkom was. ‘Dat zullen we dan wel zien’, antwoordde hij. Hij sprak Nederlands, maar niet zo goed. Ik heb hem niet meer gezien na de rust.”

Van Beethoven was niet aan zijn proefstuk toe die avond. Er was een tijd dat hij bij haast elke thuiswedstrijd van Beerschot door stewards of supporters op zich ‘vreemd’ gedragende Aziaten werd gewezen. “Meestal, maar niet altijd waren het Chinezen”, herinnert hij zich. “Eén keer ging het gewoon om een blanke Vlaming. En bijna altijd studenten, van wie de meesten Duits of Engels spraken. Vaak stonden ze helemaal bovenaan in het vak achter het doel. En maar bellen.”

De politie werd er telkens bij gehaald. Op één uitzondering na bleken alle ‘verdachte’ bellers legaal in België te verblijven. Hun papieren waren in orde. De nummers van hun gsm’s werden genoteerd, maar ook daar werd niemand wijzer van. Omdat er geen strafbare feiten waren gepleegd – telefoneren tijdens een voetbalwedstrijd is niet verboden – konden ze nadien gewoon weer naar huis. Zoals de procedure het voorschrijft, bracht Germinal Beerschot het bondsparket en de Cel Integrale Voetbalveiligheid van de federale politie in Brussel op de hoogte. Uit die hoek hoorde het achteraf nooit meer iets.

De belchinees tijdens Beerschot-Moeskroen was de eerste die dit seizoen werd gesignaleerd op het Kiel. Van Beethoven haalde er de politie niet meer bij. “Waarom zou ik nog? Er wordt toch geen gevolg aan gegeven.”

‘Oorke in en maar noteren’

Terug naar vorig seizoen, zondag 2 november 2008. Spektakel in het afgeleefde Stade de la Neuville van tweedeklasser Olympic Charleroi, waar tegen FC Luik maar liefst tien doelpunten vallen. De bezoekers leiden na twintig minuten comfortabel met 0-2, maar een dol kwartier en een hattrick van NadirSbaa later heeft Olympic de scheve situatie rechtgezet. Ook in de tweede helft wordt nog vijfmaal gescoord. Eind-stand: 6-4.

Onder de 1500 aanwezigen twee zonderlinge toeschouwers. Niet zozeer wegens hun Aziatische uiterlijk, maar omdat ze continu aan het telefoneren zijn en dat zo onopvallend mogelijk proberen te doen. Het koptelefoontje van hun mobiele telefoons zit weggemoffeld achter een sjaal, de microfoon in de mouwen van hun jas. De twee hebben ieder in een andere tribune postgevat. Enkele agenten in burger krijgen hen in de gaten en nemen hen mee voor verhoor. Na een paar uur ziet de politie zich genoodzaakt beide Chinezen te laten gaan. Volgens de kranten is uit de ondervraging gebleken dat ze legaal in ons land verblijven en in contact stonden met een gokkantoor in Hongkong. Dat is niet verboden.

Een identiek verhaal bij de ook al doelpuntenrijke bekerwedstrijd KV Mechelen-Veldwezelt (4-3), wat later diezelfde maand. Een Chinees gedraagt zich volgens verscheidene toeschouwers verdacht door tijdens de wedstrijd voortdurend te bellen. De Mechelse politie vraagt de man om uitleg. Ook zij moet hem laten gaan. “Die Chinees beging geen strafbare feiten en met zijn verblijfsvergunning was ook niets mis”, herinnert zich een van de betrokken agenten. “Met wie hij aan het bellen was of voor welk bedrijf hij werkte, is onduidelijk. Maar er was geen reden om hem langer vast te houden.”

Op de supportersforums wordt het nieuwe fenomeen druk besproken. Hoewel, níéuw?

‘Ik zie al jaren Chinezen rondlopen in de stadions van tweedeklassers … Niets nieuws onder de zon’, schrijft Neoflux.

‘Heb dit fenomeen ook al waargenomen in Lommel’, haakt iemand anders in. ‘Vorig seizoen al. Niets nieuws.’

‘Vorig seizoen in Hamme waren er ook altijd Chinezen’, weet Nielstyle.

‘Jep, nog naast gestaan tijdens Hamme-Beveren’, bevestigt Beekie55. ‘Oorke in en maar noteren.’

Om de haverklap duiken nu getuigenissen op in de media van Aziatische types die onafgebroken in hun gsm staan te praten. Dat is onder meer het geval tijdens het bekerduel Turnhout-Roeselare (1-4), op KV Mechelen-Dender (4-1) en in Tubeke-Zulte Waregem (0-6). Een enkele keer is er sprake van een Iranees, opnieuw in het Stade de la Neuville. Minder dan een maand na de 6-4 tegen Luik wordt hij tijdens Olympic Charleroi-KV Tienen (0-3) door de politie meegenomen. Net als in alle andere gevallen zal die ook hem niets ten laste kunnen leggen.

‘Bel de politie!’

De eerste ‘belchinezen’ worden al veel vroeger dan vorig seizoen gesignaleerd. Tijdens het seizoen 2005/06, wanneer de geest van Zheyun Ye nog volop door de Belgische stadions waart, duiken ze zelfs op in de persbanken. Zoals tijdens Lierse-Lokeren (2-0), waar hun persdocumenten niet in orde blijken te zijn en ze, zwaaiend met een accreditatie voor een Bundesligamatch in Duisburg eerder die dag, buiten worden gezet. Eén is er wat Engels machtig en vertelt dat hij in Frankfurt woont en af en toe wordt gevraagd om een Belgische wedstrijd te ‘coveren’. Nadat de politie hun paspoorten heeft gecontroleerd, ziet ze hen op een andere tribune gewoon weer naar binnen gaan. Hun gsm wijkt geen seconde van hun oor. Na de wedstrijd, die ze kort voor affluiten verlaten, worden ze opgehaald door een auto met Duitse nummerplaat.

Zelfde scenario in Sint-Truiden, waar het amper lukt een gesprek aan te knopen met een overigens erg vriendelijke Aziaat. Daarvoor is zijn Engels te pover en zijn Duits zo mogelijk nog slechter, wat vreemd is voor iemand die eveneens beweert in Frankfurt te studeren. Tussen zijn papieren ook een ticket voor Top Oss-FC Twente en een duel uit de Franse Ligue 1 van dat weekend. Vijf minuten voor affluiten is hij verdwenen.

Ook in de Genkse perstribune zijn Aziatische ‘journalisten’ in die dagen vaste klant. Op de parking een wagen met Duitse nummerplaat met kenteken HH, van het 500 km noordelijker gelegen Hamburg. Als medium geven Han Kin Ho en Chan Kim Wing steevast Nikko Sports of een variant op. Eén keer ook Apple Daily, wat een populaire Chineestalige krant blijkt te zijn in Hongkong en Taiwan, door de Volkskrant ooit omschreven als “een mix van verheven idealisme en riooljournalistiek”. In de Volksrepubliek China is ze verboden.

Sport/Voetbalmagazine doet dan al navraag bij de persbond van Hongkong en verneemt dat de gespotte Aziaten geen journalisten zijn. Ook het medium waarvoor ze zeggen te werken, bestaat niet. Het zou integendeel de naam van een sportwinkel zijn (bij Beerschot wordt gewaagd van “een Duitse firma, een soort van persbureau”). De Hongkongse persbond schijnt het zaakje niet te vertrouwen. Haar advies aan Onze Man: bel de politie!

Twee jaar later, na Olympic Charleroi-Luik vorig seizoen, schrijft een krant over de ‘belchinezen’: “Vermoed wordt dat ze in dienst van de Chinese gokmaffia de wedstrijd volgden.” Gevraagd toen naar een reactie voedt bondsprocureur René Verstringhe graag de speculatie. “Veertien dagen geleden kregen we al een melding dat er iets mis zou kunnen zijn met die wedstrijd”, zegt hij. “De aangifte was vaag, maar wat nu gebeurd is, kan erop wijzen dat de gokchinezen weer aan het werk zijn in ons land.”

Kwestie van seconden

Verder dan zijn gratuite insinuatie komt Verstringhe niet. Het fenomeen is hem geen onderzoek waard. Eén telefoontje naar Dieter Vanlerberghe had hem nochtans aardig op weg geholpen. Vanlerberghe is head of odds group van Unibet, een van de grootste onlineaanbieders van sportweddenschappen in Europa. Hij kent het fenomeen en ziet geen reden tot ongerustheid.

“Die personen die tijdens een wedstrijd voortdurend aan de telefoon hangen of met een PDA ( Personal Digital Assistant, een soort zakcomputer, ndvr) bezig zijn, werken onrechtstreeks in dienst van gokkantoren en bookmakers”, legt hij uit. “Hun activiteit is perfect legaal: ze geven informatie door over het verloop van de wedstrijd. De vakterm daarvoor is monitoring. Het zijn waarnemers in het stadion die in contact staan met een centraal callcenter. Daar worden alle doorgebelde of digitaal doorgeseinde gegevens gebruikt om de koersen en de noteringen van de weddenschappen aan te passen. Unibet doet hiervoor een beroep op externe firma’s die zich enkel op monitoring toeleggen en tegen betaling live-informatie over wedstrijden uit de meest uiteenlopende landen aanleveren. Maar het gebeurt ook dat we zélf iemand naar een match sturen. We willen immers zeker zijn dat we correcte informatie krijgen, dus we controleren de service van die bedrijfjes via rechtstreekse tv-beelden en eigen waarnemers.”

Monitoren betekent dus dat een waarnemer ter plaatse het wedstrijdverloop beschrijft. Het valt nog het best te vergelijken met radiocommentaar, maar dan ontdaan van alle kleurrijke beschrijvingen en persoonlijke indrukken van de verslaggever.

De redactie slaagde erin de hand te leggen op de handleiding van zo’n gespecialiseerd bedrijf. Daarin wordt ten behoeve van nieuwe ‘commentatoren’ uitgelegd wat en hoe ze moeten monitoren (zie kaderstuk). “Het is een systeem dat feilloos werkt”, zegt Vanlerberghe. “Er zijn nog steeds veel wedstrijden waarop kan worden gegokt, maar die niet rechtstreeks op tv komen. Via het systeem van monitoren zijn we al na twee seconden toch op de hoogte van wat er gebeurt in het stadion. Dat is voor ons van kapitaal belang. Het komt echt wel op seconden aan, zeker bij de nieuwste trend in de gokwereld: het live wedden. In plaats van vooraf in te zetten op het resultaat van een wedstrijd, kunnen mensen nu ook tijdens de match gokken via onze website.”

De mogelijkheden van het live wedden (het zogenaamde real time betting) zijn quasi onbeperkt. Terwijl de match wordt gespeeld, is het mogelijk om geld in te zetten op welke ploeg als eerste zal scoren, wie de eerstvolgende hoekschop mag nemen, hoeveel kaarten er in één helft zullen vallen of wie het eerste geel pakt. Voor bookmakers is het belangrijk dat ze een mannetje hebben op alle wedstrijden die ze in hun gamma aanbieden. Ofwel een eigen werknemer, ofwel iemand van een extern bedrijf. Op die manier kunnen noteringen en coëfficiënten in een mum van tijd worden aangepast naargelang van de ontwikkelingen op het veld. Bijvoorbeeld: als blijkt dat de thuisploeg op de helft van de tegenstander kampeert en kans op kans creëert, zal de livegokker niet veel kunnen verdienen als hij inzet op een doelpunt of een corner voor de thuisploeg. Die koers zal dan naar beneden worden aangepast.

Een autochtone Waal

Blijft de vraag waarom uitgerekend Aziaten worden uitgestuurd naar de Belgische eerste en tweede klasse. “Dat is moeilijk te zeggen”, antwoordt Vanlerberghe. “Een aantal van die gespecialiseerde monitorbedrijfjes komen uit Azië en zijn nog maar een paar jaar actief. Mijn hypothese is dat zij enkele mensen naar Europa hebben gestuurd om hier een netwerk van commentatoren uit te bouwen. Het is logisch dat zij daarbij terugvallen op de Aziatische gemeenschap in Europa. Net zo goed is het mogelijk dat ze mensen vanop afstand rekruteren, via het internet. Ook dan ligt het voor de hand dat ze gezien hun achtergrond terechtkomen bij mensen van Aziatische origine. Eventueel jongeren die hier al dan niet tijdelijk studeren en iets willen bijverdienen, of landgenoten die zich hier hebben gevestigd. Door de zaak-Ye en de bijna panische angst voor iedere Chinees die zich in onze voetbaltribunes vertoont, worden zulke bellers bijna direct als verdacht gecatalogiseerd. Ten onrechte, want het monitoren gebeurt even vaak door Belgische studenten die graag iets bijverdienen. Die vallen natuurlijk veel minder op.”

Karl Dhont, het Belgische hoofd van de anticorruptiecel van de UEFA, bevestigt dat. “Vorig seizoen zag ik een autochtone Waal bezig op Bergen-Club Brugge. Het was me het exemplaartje wel, maar het was absoluut geen Aziaat. Sinds de explosie van het onlinegokken, zitten er in de eerste en tweede klasse van vrijwel elk Europees kampioenschap zulke mensen. Soms worden ze herkend. Meestal niet.”

‘Ik wil je erbij’

Ook het internet leert ons dat er heus niet alleen Aziaten in onze tribunes zitten. Sinds november 2008 duikt op de online- webfora van verscheidene Belgische eerste- en tweedeklasseclubs regelmatig iemand op met de nicknameEisenherz. Op zo’n webforum bediscussiëren supporters met elkaar het wel en wee van hun club. Het is het ideale kanaal om (anoniem) een pak voetballiefhebbers te bereiken. Naar eigen zeggen is Eisenherz, die voor de firma Running-Ball zegt te werken, “dringend op zoek naar mensen met interesse in een parttimejob als live-reporter, om via de telefoon commentaar te geven bij wedstrijden van de Jupiler of de EXQI League.”

Eisenherz, die soms ook berichten plaatst onder zijn echte naam Christian, doet telkens dezelfde oproep. Onder meer op de webfora van Anderlecht, Roeselare, Club Brugge, STVV, Westerlo, Standard, Eendracht Aalst, Sporting Charleroi en op diverse algemene voetbalfora, zoals dat van de EXQI League en Sport.be. Hij blijkt niet alleen zeer actief te zijn, hij toont zich ook erg vastberaden. Wanneer een webmaster oordeelt dat dergelijke oproepen ongewenst zijn en hij het bericht verwijdert, post Eisenherz/Christian zonder gêne meteen opnieuw dezelfde oproep.

Wij wilden er het fijne van weten. Op een blauwe zondagmiddag sturen we Eisenherz een e-mail om onze belangstelling voor de job kenbaar te maken. Nog geen halfuur later ontvangen we al een enthousiast antwoord. Eisenherz heet in werkelijkheid Christian Hinterholzer en is een Oostenrijker, zo blijkt uit zijn in het Engels gestelde mail. Hij valt meteen met de deur in huis: hij stelt voor om ons een week later al als commentator in te zetten bij een thuismatch van tweedeklasser KV Oostende. In een bijlage bij de mail zit een handleiding. Daarin wordt uitgelegd wat Running-Ball precies van ons verwacht.

Met andere woorden: na één uiterst summiere e-mail, en zelfs zonder dat we ons hebben voorgesteld, doet een volslagen onbekende Oostenrijker ons het concrete voorstel om al meteen voor hem aan de slag te gaan. Van een vlotte aanwervingsprocedure gesproken!

Dat Hinterholzer wanhopig op zoek is naar mensen om in België te monitoren, blijkt ook uit zijn latere e-mails. “Ik zou nog altijd willen dat je bij mijn team komt”, dringt hij aan. “Je bent goed thuis in het Belgische voetbal, daarom wil ik je erbij.” We antwoorden met de vraag of het mogelijk is om bij wijze van training eerst samen met hem een wedstrijd bij te wonen. Die boot houdt Hinterholzer af. “Ik woon in Oostenrijk en ben momenteel de Running-Ball- manager voor Oostenrijk, Duitsland en België”, schrijft hij. Ook een ontmoeting met een andere, reeds actieve ‘commentator’ in België blijkt niet te kunnen. “Ik denk niet dat de andere jongens er blij mee zouden zijn een concurrent op te leiden. Bovendien heb ik geen budget om die training te betalen. Wat ik wel met iedere nieuwkomer doe, is een sessie via YouTube. Wat denk je?”

Elektronische portefeuille

Blijkens zijn website is Running-Ball een in Singapore gevestigd bedrijf. Herhaalde telefonische oproepen en e-mails blijven onbeantwoord en op de website valt ook al niet veel informatie te rapen. Het bedrijf beweert over een uitgebreid netwerk van correspondenten te beschikken in meer dan tachtig landen verspreid over alle contitenten. Naar eigen zeggen is het aanwezig in vrijwel elke profcompetitie waar ook ter wereld. Op het internet vinden we alleszins oproepen voor commentatoren in onder meer de Engelse, Spaanse, Duitse, Franse, Tsjechische, Zwitserse en zelfs de Japanse, Ghanese en Saudi-Arabische competities. Ook in Nederland blijkt Running-Ball actief te zijn. Op het forum van FC Zwolle stoten we op een oproep van ene Erik Arends. We bellen hem op.

Goeiemiddag mijnheer Arends, wat doet u precies voor Running-Ball?

Arends: “Ik ben sinds kort manager voor Nederland. De vorige manager deed zijn werk niet goed en werd ontslagen. Het is maar een bijbaantje, naast mijn studies Sterrenkunde. Het is mijn taak om zo veel mogelijk mensen te rekruteren die commentaar kunnen geven bij wedstrijden uit de Eredivisie en de eerste divisie. Ik heb het zelf ook een tijdje gedaan. Nu zorg ik ervoor dat er commentatoren ter plaatse zijn, bij zo veel mogelijk wedstrijden. Dat lukt voor ongeveer één derde van de wedstrijden.”

Naar wie bellen de commentatoren dan?

Arends: “De telefoons gaan naar een callcenter in Singapore, maar ik weet niet goed hoe het daar precies in elkaar zit. Running-Ball verkoopt de informatie in ieder geval door aan bookmakers, maar ook aan andere websites die het publiek op de hoogte willen houden van het wedstrijdverloop.”

Hebt u als manager al telefonisch contact gehad met iemand van het hoofdkwartier in Singapore?

Arends: “Neen, ik heb nog nooit iemand uit Singapore gehoord of gezien. Alles verloopt via e-mail.”

U rekruteert mensen via webfora. Is dat een procedure die van bovenaf wordt opgelegd? In alle ander landen verloopt het ook zo.

Arends: “Neen, ik heb dat zelf beslist. Het is de meest eenvoudige oplossing voor mij. Ik ken immers geen mensen over heel Nederland.”

Hoe verloopt de betaling?

Arends: “Per wedstrijd krijgen de commentatoren een vast bedrag op een Moneybookersaccount. Dat is een soort elektronische portefeuille. Je kunt er eenvoudig geld op storten en afhalen. Als manager word ik ook op die manier betaald.”

Zijn daar bewijsstukken van? Een arbeidscontract, een loonbriefje, een betalingsbewijs?

Arends: “Neen, dat is er niet. Maar alles is perfect legaal. Ik heb nagevraagd bij de belastingen wat ik met die inkomsten moest doen. Om in orde te zijn met de sociale zekerheid en zo moet ik ze zelf aangeven, zeiden ze.”

Laptop bij de hand

Samengevat lijkt dit de werkwijze te zijn: bijklussende studenten begeven zich naar een stadion en worden daar kort voor de aftrap van de wedstrijd opgebeld door een onderdrukt nummer. Ze weten niet voor wie ze werken of wie hen opbelt. Engels is de voertaal. De bijverdienste schommelt rond 70 euro, maar kan variëren van 50 tot 100 euro naargelang van het niveau van de partij. Van dat bedrag moet de commentator zijn verplaatsing en ticket zelf betalen. Mogelijk verklaart dat waarom sommigen zich aanvankelijk voordeden als journalisten.

We ontdekken dat er nóg een Running-Ball bestaat, maar dan zonder streepje: Runningball. Opnieuw een firma gespecialiseerd in het aanbieden van live-informatie over sportwedstrijden. De hoofdzetel is gevestigd in Zwitserland en de website biedt veel meer informatie dan de Singaporese. Uiteindelijk krijgen we chairmanThomas Brutter aan de lijn. “Wat zegt u? Runningball, maar dan met een streepje? Nog nooit van gehoord.” Terwijl hij met stijgende verbazing de website van de Aziatische Running-Ball bekijkt, bedankt Brutter ons voor de tip. “Dit mail ik meteen door naar onze CEO!”

Behalve dat de Zwitsers zelf het wedstrijdticket van hun medewerkers betalen, is er nog een verschil. Running-Ball (Singapore) verwacht van zijn commentatoren dat ze melding maken van alles wat tot een doelpunt kan leiden of het resultaat kan beïnvloeden (zoals gele en rode kaarten). Als vanuit het Constant Vanden Stockstadion zo’n student in zijn gsm meldt dat Boussoufa klaarstaat voor een vrijschop net buiten de zestien meter, zal in Azië onmiddellijk iemand de koers voor een zege van Anderlecht naar beneden corrigeren.

Runningball (Zwitserland) gaat verder. Omdat ook kan worden gegokt op onder meer hoeveel wissels zich hebben voorgedaan, met welke voet werd gescoord, of in welke minuut de eerste hoekschop viel, eist het gedetailleerdere info. Zijn commentatoren hangen niet meer aan de gsm, maar hebben een minilaptop bij de hand.

“De Europese Runningball is een gekend monitorbedrijfje, daar is niets verkeerd mee,” weet Unibetman Vanlerberghe. “Het verbaast me niets dat er ook een bedrijf in Singapore is gevestigd, met een iets andere naam. Ze hebben wel mannetjes in België, maar werken alleen voor de Aziatische markt. In Europa worden bookmakers en nevenbedrijfjes streng gecontroleerd, maar in Azië staat men zover nog niet. Sommige van die Aziatische bedrijfjes zijn wel degelijk louche en creëren bewust onduidelijkheden. Zij maken de markt kapot. Uit navraag weet ik dat niemand van de grote Europese bookmakers met het Singaporese Running-Ball werkt.”

Volgens Karl Dhont evenwel is er over de Singaporese monitorbedrijfjes “weinig terug te vinden dat belastend is”.

Geen onderzoek bij parket

Bij de Cel Integrale Voetbalveiligheid in Brussel is men erg benieuwd naar ons onderzoek. “Dit is een fenomeen waarover we meer gegevens nodig hebben voor we verder kunnen”, aldus een betrokken commissaris. “De laatste meldingen dateren van tijdens de oefencampagne en kwamen zowel uit eerste als uit tweede klasse. De jongste maanden kwam er niets meer binnen, maar of het is gestopt? Daar is geen enkele aanwijzing voor.”

Voor zover de commissaris en zijn team konden nagaan, verlopen de contacten van de bellende Aziaten via Duitsland en Oostenrijk. “Via een firma? Dat is veel gezegd. Laat ons zeggen: via íémand.” Of hij Christian Hinterholzer en Running-Ball bedoelt, wil hij niet kwijt. Wel dat er geen rechtstreekse contacten met China zijn vastgesteld. “Zover moet je het niet zoeken.”

“Er loopt geen onderzoek bij het federaal parket”, aldus nog de commissaris. “Wij kunnen alleen iemands papieren controleren en die waren steeds in orde. Of iemand dan is ingeschreven als student, maar hier eigenlijk niet studeert, kunnen wij niet zien. Vóór het parket in actie komt, moeten er aanwijzingen van wedstrijdfraude zijn. Die zijn er niet. Er is geen enkele link tussen al die Aziaten in onze tribunes en manipulatie van de wedstrijden. Zolang dat verband er niet is, is er geen zaak voor het parket.”

Reageren? jan.hauspie@roularta.be of

bregt.vermeulen@roularta.be

door bregt vermeulen & jan hauspie

“Ik zie al jaren Chinezen rondlopen in de stadions van tweedeklassers … Niets nieuws onder de zon.”

“Er is weinig terug te vinden dat belastend is.”

Karl Dhont over de Singaporese monitorbedrijfjes

“Het komt echt op seconden aan, zeker bij de nieuwste trend in de gokwereld: het live wedden.”

Dieter Vanlerberghe

“Sommige Aziatische bedrijfjes zijn wel degelijk louche.”

Dieter Vanlerberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content