Vorig seizoen zat Glenn Verbauwhede op de bank bij Club Brugge, nu doet hij dat bij KV Kortrijk. Gelukkig is zijn verloofde een psychologe.

‘Ik ben een doorzetter’, zegt hij in het vooruitzicht van Club Brugge- KV Kortrijk van 1 november.

‘Vroeg of laat haal ik mijn gram wel.’

Al jaren wordt Glenn Verbauwhede (23) de toekomstige nummer een van Club Brugge genoemd. Vorig seizoen, zijn vijfde al in de A-kern, verving hij in drie competitiewedstrijden met succes Stijn Stijnen. Zo pakte hij in Lokeren in de slotfase bij een 0-1-voorsprong een strafschop van Mario Carevic. Dit seizoen stelt Club Brugge zijn tweede keeper ter beschikking van KV Kortrijk om hem meer wedstrijdervaring in de eerste klasse te laten opdoen, maar ondertussen stond hij daar nog niet één keer in de goal. “Wat het begin van iets moois moest worden, is een beetje verwaterd”, zegt hij. “De eerste week al liep ik een ambetante spierscheur aan mijn rechterdij op en door een verkeerde diagnose verloor ik nog tien dagen extra.

“Op Peter Mollez valt niets aan te merken, dus is het voor mij wachten tot die kans toch komt. Als dit blijft duren, moet er in de winterstop een oplossing gezocht worden. Ik gun Peter alles, maar ik ben niet naar hier gekomen om op de bank te zitten. Leen ( Van Acker, zijn verloofde, nvdr) krijgt het de laatste tijd hard te verduren als ik thuiskom van een training waarop ik weer eens bij de invallers was ingedeeld. Soms vraag ik mij af: waarom deed Kortrijk eigenlijk zoveel moeite om mij naar hier te halen?”

De kritiek

Peter Mollez heeft de supporters op zijn hand.

Glenn: “Tien tot vijftien keer per wedstrijd scanderen ze zijn naam. Het is niet gemakkelijk voor mij, maar het motiveert mij ook. Ik ben een doorzetter, vroeg of laat haal ik mijn gram wel.”

Leen: “Van in het begin was de sfeer niet optimaal, maar dat is niet abnormaal: met Peter in de goal werd KV Kortrijk vorig seizoen kampioen in tweede. Glenn hoorde daar toen niet bij.”

Supporters lezen niet graag dat je zegt dat je tegen Club Brugge een Clubshirt onder dat van KVK zal dragen, Glenn.

Glenn: “De formulering en de interpretatie van mijn woorden in de krant waren niet zoals ze bedoeld waren. Als ik mij beter voel met een truitje van François ( Sterchele, nvdr) onder dat van KVK, wat is dan het probleem? Ach, iedereen mag ervan vinden wat hij wil. Het enige wat ik vraag, is dat ze mij met respect behandelen en soms is dat een probleem in Kortrijk. Een supporter die vanop de tribune een pint bier op mij gooit bijvoorbeeld, vind ik van weinig eerbied getuigen.”

Leen: “Je had het heel anders verwacht. Zoals het allemaal loopt, dat is iets waar je op voorhand niet aan denkt als je op uitleenbasis naar een andere ploeg gaat.”

Glenn: “Wat ook meespeelt, is: in Zwevegem, vlakbij Kortrijk, ligt een heel groot supporterslokaal van Anderlecht. Veel KVK-supporters zijn ook voor Anderlecht en dan krijg ik te maken met de haat tussen Anderlecht en Club Brugge. De grootste supportersclub van Club van de streek is in Waregem. In Kortrijk noemen ze die van Waregem ‘boeren’. En ik groeide op in Waregem, dus ben ik zogezegd ook een boer. Maar ik ben wel geboren in Kortrijk. Dat zalft een beetje ( lacht).”

Bij Club Brugge was je de top gewoon. Hoe moeilijk was het om je aan te passen aan een club die op het structurele vlak veel minder ver staat?

Glenn: “Ik moet bekennen dat ik het in het begin moeilijk had om die knop om te draaien. Zeker als je bij het begin van het seizoen moet trainen op velden met diepe tractorsporen in zoals die in Rollegem. Ik zou er mijn hond nog niet uitlaten. Als je dan ook al snel geblesseerd raakt, vloek je wel eens.

“Structureel had ik iets meer verwacht van Kortrijk. De eerste keer dat we voor een uitwedstrijd gingen eten, kreeg ik misschien vijftig, hoogstens honderd gram spaghetti op mijn bord. Sorry, ik ben een bourgondiër, dat is absoluut niet genoeg voor mij, maar blijkbaar was dat op die hoeveelheid berekend. Ik weet dat het niet de hoofdzaak is, dat zijn de prestaties op het veld, maar ik ben iemand die zich daarin kan opjagen en dan heb ik iets van: dat kan toch niet?!”

Leen: “Het helpt je de luxe die je bij Club Brugge gewoon was te appreciëren, want dat vond je vanzelfsprekend.”

Glenn: “Dat is waar. Op de bus zijn geen tafeltjes, we kaarten op een omgekeerde voetbalzak. In de kleedkamer zijn geen kastjes, alleen voor elk twee kapstokken. Hier is geen apart dokterskabinet, geen groot bad, geen sauna en geen fantastische fitnesszaal zoals op de Club. Het heeft zeker zijn charme en het klopt dat het goed is om dit eens mee te maken, maar je mag ook niet vergeten: een van diegenen met wie ik onnozel deed, was dood ( François Sterchele, nvdr) en in Kortrijk kende ik niet meer dan drie namen van de hele groep. Ik moest altijd denken: hoe zou het nu op de Club zijn? Die klik is er langzaam aan het uitgaan.

“Ik weet dat ik een speciale ben, maar vraag het in Brugge maar eens na: voor supporters en goede doelen is mij nooit iets te veel gevraagd.”

Leen: “Het probleem is: je kunt je mond niet houden. Je gooit er alles uit en dan doet het er voor jou niet toe hóé het eruit komt en dan wordt het soms verkeerd geïnterpreteerd. Volgens mij speelde dat tot nu toe een grote rol. Ik blijf maar herhalen dat hij tien keer moet nadenken alvorens hij zijn frustraties aan iemand toevertrouwt, maar hij is zo impulsief, hé ( lacht).”

Glenn: “Ik wil vooruit en soms put ik daar kracht uit.

“Ik ben geen totentrekker, mijn hart ligt op mijn tong. Leen zegt ook waar het op staat. Soms komt dat heel hard aan voor mij, maar liever eens botsen dan rond de pot te draaien.”

Leen: “Als je iets zegt, moet je het wel nog altijd op een respectvolle manier doen.”

Glenn: “Ik heb een beetje de Engelse stijl: ik kan iemand de huid vol schelden en hem tien minuten later vastpakken als mijn beste vriend.”

Leen: “Maar het is niet omdat er bij jou niets van blijft hangen, dat er bij anderen ook niets van blijft hangen. Bovendien is Kortrijk helemaal anders dan Club Brugge.”

Glenn: “Dat speelt zeker mee: nieuwe club, andere mensen, terwijl bij de Club iedereen weet hoe ik in elkaar zit. Máár, hoe dan ook: als afspraken niet nagekomen worden, knakt er iets bij mij.”

Leen: “Bij ons is een woord een woord.”

Glenn: “Ik zou een week op de sofa slapen, mocht het bij ons gebeuren ( lacht).

“Soms stopt het helemaal voor mij. Mijn biologische vader bestaat voor mij niet meer. Toen ik klein was, keek hij niet naar mij en mijn moeder om, daarom heb ik gezegd: ‘Ik voel geen band meer met jou, jij bent mijn pa niet meer.’ Mocht ik hem tegenkomen op straat, ik herken hem niet.”

De liefde

Hoe zal het voelen om terug te keren naar het Jan Breydelstadion?

Glenn: “Als thuiskomen. Ik zal de liefde voelen.

“Als de supporters in de 23ste minuut beginnen te zingen, kan het zijn dat ik tranen in de ogen krijg. Ik denk nog iedere dag aan François.

“Ik vergeet het nooit meer. Hij had mij die bewuste avond meegevraagd naar Antwerpen, maar ik was er niet op ingegaan. Ik zei: ‘Ik heb mij al heel het seizoen goed verzorgd, ik wil een week voor het einde van de competitie niet alles op het spel zetten. Laten we daarna eens afspreken.’ Om 22 uur kreeg ik nog een sms van hem.”

Leen: “Toen ik dat achteraf hoorde, was ik wel blij dat hij die klik in zijn hoofd had kunnen maken.”

Glenn: “Vroeger had ik meteen ‘ja’ gezegd.”

Leen: “Jullie waren twee dezelfden.”

Glenn: “Twee deugnieten. Van ’s ochtends vroeg staken we stoten uit ( lacht).”

“François zat naast mij in de kleedkamer. Ik bracht altijd croissants mee …

Leen: “Glenn leerde mij kennen in een bakkerij, hé, waar ik in het weekend werkte ( lacht).”

Glenn: “Ik kocht alle broden! ( lacht)”

Leen: “Hij probeerde van alles, maar ik had toen geen behoefte aan een vent en al zeker niet aan een type zoals hij. Mijn zus was samen met zijn beste maat en ik hoorde van haar veel verhalen over hem. Hij irriteerde mij vreselijk, maar hij bleef maar komen en … op de een of andere manier …”

Glenn: “Ondertussen zijn we al tweeënhalf jaar samen en vroeg ik haar ten huwelijk. De aanhouder wint! Het was de tijd dat Marc Degryse mij begon te zeggen: ‘Glenn, je hebt talent, wil je jouw mooie leventje behouden of ga je liever in de bouw werken?'”

Leen: “Van mijn zus wist hij dat ik een ernstig type was en dat ik hem de stabiliteit zou kunnen bieden die hij nodig had. Maar ik had niet alleen geen zin in een relatie, ik had ook totaal geen behoefte om iets met een voetballer te beginnen. Ondertussen dacht ik al vaak: hij was beter gewoon arbeider of bediende geweest. Als vrouw van een voetballer leef je in de schaduw, overal waar je komt, word je voorgesteld als de vriendin ván. Dan heb ik iets van: neen, ik ben Leen, ik ben een individu op mezelf, ik heb zelf ook kwaliteiten en ik wil zelf ook ergens raken in mijn leven. Ik wil niet als een aanhangsel gezien worden, ik weiger afhankelijk te zijn van hem.”

Glenn: “Al die verhalen, dat was vroeger. Ik woonde vanaf mijn achttiende alleen en miste stabiliteit. De realiteit nu is dat ik iedere week de benedenverdieping schoonmaak en Leen de bovenverdieping, dat de vuile was wordt gesorteerd, … Zelden voel ik nog de behoefte om op stap te gaan. Als ik de kleine van Stijn ( Stijnen, nvdr) zie, denk ik: wat heb je nog meer nodig?”

Leen: “Had het alleen van hem afgehangen, dan hadden we er wellicht al twee rondlopen. Ik ben daar vrij rationeel in: je moet voor alles je tijd nemen en nergens in forceren.”

Glenn: “Het is misschien een rare vergelijking, maar we zijn begonnen met een hond. Daar kruipt ook tijd in, dat vraagt ook structuur.

“Leen studeerde vorig jaar in Gent met onderscheiding af als psychologe en werkt nu soms twaalf tot dertien uur per dag. Dan zeg ik: ‘Meisje, zal je ook nog eens bij mij in de zetel komen zitten?’ Ze wil haar eigen weg gaan. Alleen jammer dat ze nog geen werk vond als psychologe. Hoeveel sollicitatiebrieven verstuurde je al niet? Tweehonderd?”

Leen: “Ik studeerde vijf jaar aan de universiteit, maar ondertussen deed ik al van alles: dagcontracten in hotels, de afwas in de Hema, kleren plooien in de Zara, … Soms dacht ik: mens, waar ben je mee bezig? Nu werk ik met een tijdelijk contract als opvoedster bij Oranje met mensen met een beperking. Na mijn voltijdse job help ik ook nog bij een zelfstandige therapeute om praktijkervaring als psychologe op te doen.

“Ik heb het gevoel dat we momenteel in hetzelfde schuitje zitten. Hij raakt ook niet vooruit. Ik moest ook al vaak horen: ‘Te weinig ervaring.’ Ik vind: het is niet omdat je meer ervaring hebt dat je beter bent.”

Glenn: “Vroeg of laat zullen we in onze opzet slagen.

“Hoe hard ze ook aan jouw shirt trekken, als je in jezelf blijft geloven en je jezelf blijft ontwikkelen, word je zodanig sterk dat ze je op een dag toch moeten lossen.”

De dood

Behalve François Sterchele verloor je dit jaar ook nog twee andere vrienden in een verkeersongeval. Wat deed die drievoudige confrontatie met de dood met jou?

Leen: “Hij apprecieert meer de kleine dingen, het maakte hem ook wel een beetje rustiger, vind ik.”

Glenn: “Maar die impulsiviteit zit er nog altijd in, hoor. Toen ik vernam dat mijn moeder zwaar ziek was, ben ik in twaalf minuten van Brugge naar Kortrijk gereden. De grond zonk toen even onder mijn voeten weg. Gelukkig zijn de tests ondertussen positiever en is haar moral goed. Mocht ik mijn ma verliezen, dan weet ik niet hoe ik dat te boven zou komen.”

Leen: “Emotioneel kan hij heel moeilijk loslaten. Als je daar dan moeilijk over kunt praten, is dat niet gemakkelijk. Voor mij vormen eerlijkheid, vertrouwen en communicatie de basis van een relatie.”

Glenn: “Ik ben een babbelaar, maar als het op gevoelens aankomt, ben ik vrij gesloten. Dat begint nu wel te beteren.”

Leen: “Van in het begin wist ik dat het voor hem moeilijk was om zich een stuk bloot te geven over zijn twijfels, onzekerheden en angsten. Als je het niet gewend bent om je kwetsbaar op te stellen, zal je het ook niet gemakkelijk doen. Maar hij doet daar echt wel zijn best in.

“Een belangrijk leerpunt van hem vind ik: in groep wil hij altijd op de voorgrond staan en zichzelf bewijzen. Hij moet leren om af en toe eens afstand te nemen en aan de zijkant toe te kijken in plaats van telkens het centrum op te zoeken en die belangstelling naar zich toe te trekken. Anders word je op den duur niet meer au sérieux genomen. Hij is veel meer met zijn vak bezig dan mensen denken.”

De troost

Normaal zit je ook zaterdag in Brugge op de bank.

Glenn: “Dan zal dat een heel pijnlijk moment voor mij zijn. Ik weet niet hoe ik zal reageren.”

Leen: “Je begint je vragen te stellen, hé.”

Glenn: “Onlangs was ik bij mijn ouders en zag ik videocassettes liggen van mijn wedstrijden destijds op het EK U19 tegen Duitsland met onder meer Odonkor, Trochowski en Schweinsteiger en tegen Spanje met Iniesta, Fábregas en co. Ik dacht: dat kan ik toch niet kwijt zijn?!

“Op training krijg ik wel eens een goal binnen waarvan ik mij afvraag: waaraan ligt het? Dan zoek ik goedkope excuses om mezelf gerust te stellen en niet aan de rest te moeten raken. Maar het gebeurt ook wel eens dat ik mij afvraag: wat loop ik hier eigenlijk te doen? Soms herken ik mezelf niet meer.

“Als ik alle trofeeën bekijk die ik met de nationale ploeg en met Club Brugge won, denk ik: zouden die niet beter in de kelder staan? Het is tenslotte verleden tijd. Maar anderzijds bieden ze mij nu troost in tijden dat mij de kans niet geboden wordt om te tonen wat ik kan.”

Leen: “Soms is het voor mij moeilijk om woorden te blijven vinden die hem kunnen motiveren en ben ik blij als iemand anders het eens van mij overneemt. Daarom is het goed dat hij kan bellen met Dany ( Verlinden, keeperstrainer Club Brugge, nvdr) of Willy ( Loose, keeperstrainer beloften Club Brugge, nvdr). Zij kennen andere invalshoeken en kunnen hem andere raad geven.”

Glenn: “Het helpt ook om te kijken naar het prachtige shirt van François dat ik van Vinnie Verhoeven kreeg. François werkte zich vanuit de lagere reeksen via Kelmis, OHL, Charleroi, Beerschot en Club Brugge op tot Rode Duivel. In de donkerste momenten houdt mij dat recht.

“Ach, alles komt door die blessure. Ik weet ook wel dat ik geduld moet oefenen. In de club vind ik trouwens steeds beter mijn draai. Ook daarom wil ik zo graag spelen: ik wil KV Kortrijk iets teruggeven, ik wil tonen dat het zich niet in mij vergiste.” S

door christian vandenabeele – beelden: michel gouverneur

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content