Juan José Cobo keert de gevestigde orde om.

Met de 30-jarige renner van Geox-TMC als eindwinnaar en Chris Froome als zo mogelijk nog verrassender tweede gaat de 66e Vuelta de boeken in als de ronde van de tweederangsfiguren. De top tien van de clasificación general herbergt zes renners die in de Tour hooguit de rol van eerste luitenant kunnen claimen en/of naar Spanje waren afgezakt met een dienende opdracht. Onder hen Maxime Monfort, puik zesde en beste Belg in de Vuelta sinds Johan Bruyneel in 1995, die toen derde werd.

Toegegeven, op de Spaanse bühne waren het ook in het verleden niet altijd oppergoden die de wetten dicteerden. Maar deze Vuelta was een van de sterkst bezette edities van de jongste jaren, met negen renners aan het vertrek die al minstens één keer de Tour in de top tien beëindigden. Het erg afmattende parcours – slechts vier ritten eindigden op een pelotonspurt – bood op papier het ideale platform om het kaf van het koren te scheiden.

Precies dat onevenwichtig parcours deed de favorieten echter de das om. Sinds hun val in de Tour hadden Bradley Wiggins (derde in de voorbije Vuelta), Jurgen Van den Broeck (achtste) en Andreas Klöden (opgave) geen competitie meer in de benen. Tijd om op te warmen werd hen – figuurlijk althans – in de openingsweek niet gegund. Ze betaalden uiteindelijk een logische tol voor hun wankele basis.

Ook de gepronostikeerde namen die dit jaar al de Giro reden, onder wie titelverdediger Vincenzo Nibali, konden evenmin een vuist maken. Igor Antón zoekt de verklaring daarvoor in die monsterachtig zware Giro. “Ik was onvoldoende hersteld om mijn trainingen voor de Vuelta tijdig te hervatten”, zo stelde de Bask, ontgoochelend 33e. In één seizoen naar twee grote ronden pieken, lijkt niet meer van deze tijd. Een gevolg van de nieuwe UCI-regels? Sinds de Giro mogen de teamartsen alleen nog in uitzonderlijke omstandigheden injectienaalden gebruiken, wat het gebruik van recuperatiemiddelen danig bemoeilijkt.

De jongeren lieten het in de Vuelta alvast niet aan hun hart komen en zetten als carnavalsgangers de hiërarchie op haar kop. Daarmee voltrok de trend van de Tour zich. De Jelle Vanendert en Pierre Rolland met dienst luisterden in Spanje naar de namen Bauke Mollema en Chris Froome. Die laatste deed menig volger de wenkbrauwen fronsen. De leiding van Sky presenteerde de Brit dan maar prompt als een ongeslepen diamant, wat niet belette dat ze pas zijn kaart durfde te trekken toen het kalf al verdronken was.

Onderwerp van verdachtmakingen is eindlaureaat Cobo al veel langer. Toen de kloek gebouwde bizon in 2007 plots fluitend de hellingen op fladderde en de Ronde van het Baskenland won, stelden enkele Belgische renners openlijk de brandstof van dat “Spaanse brommertje” in vraag. In de Tour een jaar later was de Noord-Spanjaard de enige die zijn ploegmaat én dopingzondaar Leonardo Piepoli bergop kon volgen. In de afgelopen Vuelta leverde Cobo’s spectaculaire raid op de Angliru alweer voer voor speculatie. Hopelijk hoeven er dit keer geen maskers meer af te vallen.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content