Aanstaande vrijdag speelt AA Gent een topper tegen KRC Genk. Is de nieuwe macht nu al rijp voor de titel of niet? Analisten over de kwalitatief breedste kern van eerste klasse.

AA Gent is op basis van zijn gemiddelde eindklassement al langer een vaste waarde in de top vijf, maar zo nadrukkelijk als het vorige én het huidige seizoen heeft het nog nooit geflirt met de échte top. Temeer omdat de andere groten er deze competitie niet onaantastbaar boven uitsteken. Dus welaan, wordt AA Gent dit seizoen kampioen of niet? Maar eerst: wat zijn hun sterktes en zwaktes? Gert Verheyen, Wim De Coninck en Filip Joos analyseren.

De sterkte

Gert Verheyen: “Hun sterkste punt vind ik de motivatie en concentratie voor gewone opdrachten. Dat is waardoor je vroeger – zonder de play-offs – kampioen werd: niet zozeer in de onderlinge confrontaties met concurrenten, maar tegen de andere ploegen. Bij Zulte Waregem was het voor Dury nog net andersom.

SulerWils vind ik een heel goed centraal duo, dat mekaar goed aanvult. Met Hanstveit is het iets minder. Ook hun concentratie is goed, wat voor een centraal duo belangrijk is. Suler is een speler die heel veel druk op zichzelf legt, lijkt mij. De manier waarop hij speelt, is ook risicovol: heel veel op interceptie. Hij heeft er de snelheid en het reactievermogen voor, maar als het een beetje tegenvalt, is dat heel gevaarlijk. Vroeger ging hij veel in de tackle, dat doet hij nu minder. Hun doelman vind ik supergoed: er staat iemand, een imposante figuur, die ook veel hoge ballen komt halen.”

Wim De Coninck: “De kracht van Gent en Dury: het geluk om Europees te mogen voetballen en nog in de Belgische beker te zitten. Hij kan zich permitteren om tegen jongens te zeggen: vandaag ga jij rusten. Zonder dat ze zich daar vragen bij stellen. Als ze alleen nog competitie zouden spelen, zit Dury met een probleem, want dan kan je niet roteren, dan moet je er een aan de kant laten die dan geen ritme heeft. Dus die drie competities zijn een zegen. Een ander sterk punt is hun aanvallende weelde. Een ploeg die offensieve weelde heeft, doet altijd mee voor de titel. Ik zou niet weten welke de sterkste ploeg van Gent is en dat weet Dury ook niet. Ik denk dat dat hun kracht wordt naar het einde van de competitie toe. Ze hebben techniek, flankspelers, kracht en enorme fysieke présence op corners met Thijs, Coulibaly, Lepoint, Ljubijankic, Suler … Ze hebben alleen winst nodig in een topper. De omstandigheden zaten al tegen in de topmatchen en dat komt misschien ook wel door een gebrek aan spelers die al meemaakten wat het is om voor een titel te spelen. Dáárvoor hebben ze een zege nodig op Genk.”

Filip Joos: “De sterkte van Gent vind ik hun kern en het verstand dat in die ploeg moet zitten met Suler, Thijs, Azofeifa, Smolders. De mix zit wel goed. En El Ghanassy kan heel veel matchen beslissen. Suler voetbalt uit zoals weinigen dat durven, hij heeft een pass, een visie. Ik had een trainer bij Lyra die altijd zei: voetballen als het kan en boemen als het moet. Daar zondigt Suler af en toe nog tegen.

“En: op Lissabon ben ik van Louwagie geschrokken. De meesten zaten in zak en as na die nederlaag, maar Louwagie gooide water op het vuur en geen olie. Hij hield het hoofd enorm koel. Daar heb ik een glimp opgevangen van een Louwagie die ik niet kende en die mij wel wat verbaasde. De voorzitter kent dan hoogtes en laagtes, maar Louwagie hield de barak toen echt recht. Troosten is niet zijn manier van doen, maar hij zag perspectief. Dat vond ik knap.”

De zwakte

Gert Verheyen: “Het zwakste punt vind ik het ontbreken van een echte killer voorin, iemand die toch die goal maakt als het slecht gaat. Coulibaly heeft op dit moment veel ruzie met de bal, al blijft het iemand aan wie je altijd iets hebt. Van Arbeitman moet ik het nog zien, maar wat hij tot nu toe gedaan heeft, vond ik niet verkeerd. Maar het is niet dat ze al kunnen zeggen: hij wordt onze vaste spits. Vorig jaar namen Azofeifa met zijn vrije trappen en Lepoint heel wat op zich, dus dat ontbreken van die killer hoeft niet zo’n probleem te vormen als je ook wat mannen hebt die uit de tweede lijn kunnen scoren. En daarover beschikken ze dan weer wel. Er zijn weinig ploegen die zo zonder verschil spelers kunnen wisselen, maar dat is tegelijk ook een beetje dubbel: het wil ook zeggen dat ze niet over onbetwistbare basisspelers, echte toppers, beschikken. Zo’n ploeg heeft maar één Ruiz, één speler die boven de rest uitsteekt, nodig om nóg een stap te zetten. Maar zo’n speler kan je niet elke vijf jaar op de kop tikken, natuurlijk.”

Wim De Coninck: “Ik heb zo het gevoel dat ze centraal achteraan Thijs missen. Ik denk dat Thijs daar een oplossing kan zijn -als er al iets opgelost moet worden. Maar hoewel hij daar onder Preud’homme een aantal matchen zeer goed heeft gespeeld, blijft Dury Hanstveit kiezen, die op links niet beter is dan Thompson. Ze zitten met een probleem op de linkseback. Op rechts komt Baric erdoor, maar Baric is geen Rosales, dus het is wachten op Myrie. Ik denk dat Ljubijankic een zeer goede rechtsback zou zijn. Ik heb hem daar met Gent op Zulte Waregem als rechtsmidden zien spelen tegen Buysse, maar hij was meer rechtsback dan iets anders.

“Achteraan loopt er bijvoorbeeld geen Juhász. In hun voordeel pleit dan weer dat het ook het probleem is van Standard, Club Brugge, Racing Genk en ook al Anderlecht dit seizoen. Dat betekent ook dat er aanvallend meer gebracht wordt in België. In Gent stelt men duidelijk: aanval is de beste verdediging.”

Filip Joos: “Het probleem blijft rechts- en linksachter. En als je Thompson eerst afschrijft, dat wil toch zeggen dat ze het zelf op het nippertje vonden, en nu blijkt hij beter dan de concurrentie. Wallace heb ik maar één keer zien spelen, maar Baric en Skarabot ontgoochelen mij op dit moment. Je moet ook de nuance aanbrengen dat Rosales op dit moment ook ontgoochelt in Twente.

“Myrie brengt fysiek en kracht heeft hij, maar positioneel is hij iemand die Boussoufa met de glimlach dood doet. Ik weet niet of dat opgelost raakt. Voor Frankrijk naar het WK trok, zag ik hem met Costa Rica op Ribéry staan en dan zag je dat hij het hem toch moeilijk kon maken. Ik heb altijd gehoord dat Baric in Kroatië een van de talenten was, maar ik heb hem op Lokeren drie keer met links een bal zien wegtrappen die maar vijftien meter ver ging.

“De zwakte vind ik ook dat Azofeifa te hoog speelt, volgens mij. Ik denk dat hij veel beter tot zijn recht zou komen als hij in een soort van tussenrol acteert en niet als een zuivere tien. Dan zal hij misschien minder scoren, maar er is niets mis met een positie lager je traptechniek en werkkracht te benutten.”

De speelwijze

Gert Verheyen: “Ik was verrast na de eerste helft tegen Anderlecht. Toen zei Dury dat ze te veel met lange ballen hadden gespeeld en hun eigen spel hadden moeten spelen. Dan zag ik eerder andere mogelijkheden: als de tegenstander je de kans biedt om met lange ballen te spelen, moet je die dan niet benutten in plaats van je eigen spel te spelen? Een lange bal is geen ‘klet’ van achteren uit, maar een gerichte pass kan ook. Je moet als basis van je eigen spel uitgaan en dat doet Gent zeker, maar er zullen matchen zijn waar de oplossing op een ander vlak ligt. Daar ligt juist de kracht van echt grote ploegen: je manier van spelen veranderen door de situatie die zich voordoet.

“El Ghanassy heeft al zeker een evolutie doorgemaakt, maar er moet nog wat bij. Je kan het vergelijken met Legear, die dat qua efficiëntie al gedaan heeft. Qua positie kiezen en wat meer afwisselen tussen binnen door en buiten om en zo. Daarom dat hij ook liever op links speelt, denk ik, omdat de bal dan voor zijn rechter ligt als hij naar binnen komt. Die afwisseling in zijn spel kan hij leren met de ervaring. Het is niet meer zoals in het begin te veel met het hoofd in de grond, te weinig overzicht. Maar het blijft, als je hem voor en na de match bezig ziet, een speelvogel. Dat is ergens wel goed, dat is een deel van zijn kwaliteiten, maar af en toe moet je kunnen zeggen: nu moet ik dit of dat doen.

“Als ze willen spelen zoals vorig seizoen gaan ze weer Lepoint nodig hebben. Met Smolders-Azofeifa-Thijs ligt de nadruk meer op het voetballende en de combinatie. Met Lepoint in plaats van Smolders of Azofeifa krijg je meer ‘dash’ op je middenveld en dat is in veel matchen ook wel belangrijk.”

Wim De Coninck: “De resultaten zijn er voor Preud’homme maar gekomen toen hij Coulibaly diep is gaan zetten. Coulibaly was heel belangrijk en hij is dat nog in dit systeem, terwijl hij nu net misschien iets minder tot zijn recht komt. Ze verdedigen nu meer op interceptie, speelhoeken afsluiten – het stokpaardje van Dury – de tegenstander beletten goed in te spelen door goed te staan op het middenveld. Want dat is wat Dury wil: uit het duel voetballen in plaats van in het duel. Dat heeft veel tegengoals gekost, maar hij blijft daaraan vasthouden en weet dat het na verloop van tijd waarschijnlijk zal beteren.

“Het systeem van Dury pakt de onderlinge concurrentie weg en doet iedereen zich goed voelen. In de tweede seizoenshelft gaan ze de fitste ploeg zijn, zelfs al blijven ze op drie fronten meedoen. Ik ben geen voorspeller, maar dat gevoel heb ik. De kracht van Gent is dat er geen onderlinge concurrentie is en dat iedereen op het veld loopt met het gevoel van: nu moet ik het hier eens gaan bewijzen of het is gedaan met mij. Want dat verlamt voetballers en iemand negatief motiveren maakt er maar tien procent beter. Smolders was een drama vorig jaar: kampioen van België in het zich verstoppen. Terwijl hij nu een dragende rol krijgt als hij meedoet.

“Wat je na verloop van tijd wel gaat krijgen, is dat spelers gaan twijfelen om naar Gent te gaan. Want je zit door de ruime kern met dat rotatiesysteem en je hebt spelers die liever zeker zijn van hun plaats, zonder te veel concurrentie. Maar Dury doet dat ongelooflijk slim. Terwijl hij bij Zulte Waregem nog voor een type-elftal koos.”

Filip Joos: “Als je kijkt naar de assists en de doelpunten van El Ghanassy: zou dat alleen maar zijn omdat hij twee maanden ouder is? Ik begin ook wel te denken dat het komt omdat hij hoger wordt aangespeeld en minder meters moet afleggen voor hij zijn actie begint. Vorig jaar waren er wedstrijden dat hij op zijn eigen helft begon. Hij is nu frisser. Ik vind het knap van Dury dat hij eigen accenten probeert te leggen. Iemand als Lepoint is systeembepalend: als je die opstelt, ga je minder voetballen, ga je meer lang werken. Alleen zie ik nu minder mensen die de lange bal kunnen trappen doordat Rosales weg is. Ik ben a priori geen fan van het type voetballer als Lepoint, maar ze hebben op die positie een beetje een lacune. Dury zal Lepoint hoog laten spelen.

“Ik kwam vóór AA Gent-Anderlecht Stijn De Smet tegen en ik vroeg hoe het met hem ging. Goed, zei hij. Maar het was al de vierde topper dat hij op de bank zat. Dat is dan Stijn De Smet: dat hij dan zegt dat het tóch goed gaat met hem. Er zit nog meer in. Hij ging met De Boeck in de clinch op Cercle voor de positie van nummer tien, maar bij Gent heeft hij die toch ook niet gepakt, want daar lag toch nog wel een mogelijkheid zonder Lepoint.”

De titelkansen

Gert Verheyen: “Ik denk niet dat ze kampioen gaan worden, maar als je op die positie staat en je houdt het vol om met dit percentage punten te halen, dan doe je wel mee. Met de play-offs weet je natuurlijk nooit. Van de top zes hebben ze eigenlijk alleen tegen KV Mechelen gewonnen, maar ik denk niet dat je dat allemaal op één hoop mag gooien. Elke wedstrijd heeft zijn eigen verhaal. Ze zijn ook nooit weggespeeld. Je moet eigenlijk maar één keer tegen een topper kunnen winnen om te geloven dat het kan. Dat vond ik vorig seizoen ook al. Tegen Club, dat met een man minder stond, toch content zijn met een gelijkspel: dat zijn juist de momenten dat je echt voor de overwinning moet gaan. Maar dan moet je op voorhand ingeprent hebben: wij kúnnen winnen tegen topploegen. In het omgaan met de status van topclub is Anderlecht toch nog altijd het sterkste. Als het er echt op aan komt, dan gaan ze bij Anderlecht toch beter om met de druk van móéten winnen. De hele structuur van de club is dat nu eenmaal gewoon. Je groeit daarmee op.”

Wim De Coninck: “Voor mij zijn ze titelkandidaat, net als Standard, Anderlecht, en Genk. En Club zou ik ook nog niet afschrijven. Gent haalde nul op twaalf in de topwedstrijden, maar alle andere wedstrijden die ze moesten winnen, wonnen ze. Plus: ze gaan nog groeien en ze hebben kwalitatief de beste kern in België, die ze goed gebruiken. Zonder Vargassen, Boussoufa’s of Lukaku’s in huis te hebben, ga je het niet zien op het veld als bij wijze van spreken een halve ploeg geblesseerd is. Er steekt niemand boven uit. En van welke speler is Gent afhankelijk? Van niemand. Daarom zeg ik: ze gaan meedoen voor de titel. Maar ze gaan misschien wel wat te kort komen om echt kampioen te spelen. Maar meedoen voor de titel is: scherprechter zijn in de play-offs, zelf nog lang kans maken, nooit uitgeschakeld zijn. In de toppers zouden ze mentaal de vrees kunnen krijgen dat het nog te vroeg is. Maar wees er maar zeker van dat Dury voor zichzelf al lang heeft uitgemaakt dat het mogelijk is en dat het dat dit jaar is. Het verwondert mij dat Ivan De Witte de ambitie heeft getemperd – want het was toch een driejarenplan met Preud’homme – om kampioen te worden. Maar dat zal wel op vraag van Dury zijn. Ik denk dat ze intern hetzelfde hopen wat ik denk. ( lachje) Ik denk: als ze willen meedoen, is het nu of nooit. ’t Is het moment voor Gent.”

Filip Joos: “AA Gent is geen titelkandidaat, want nog net niet goed genoeg. Ze waren al lang kampioen als ze hun ploeg hadden kunnen behouden. Maar ik begrijp dat dat niet kon.”

door raoul de groote

“Van welke speler is Gent afhankelijk? Van niemand. Daarom zeg ik: ze gaan meedoen voor de titel.”

Wim De Coninck

“Ik vind het knap van Dury dat hij eigen accenten probeert te leggen.”

Filip Joos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content