In 2012 werd hij nog uitgeroepen tot de beste speler van de Premier League, maar vandaag wankelt de troon van King Kompany. Het verhaal van een speler die te telegeniek werd om incontournable te blijven.

Zijn ogen, normaal gezien bakens van zelfverzekerdheid, straalden angst uit toen Luis Suárez op het gras van het Etihad Stadium de score opende. Zijn anders zo trotse houding leek verdwenen te zijn. Het laatste beeld van Vincent Kompany is dat van een man die gehurkt zit, het hoofd naar beneden, één hand voor de ogen, alsof hij niet wilde zien wat er van hem als voetballer geworden is.

Na herhaaldelijke fouten is Vince The Prince niet langer untouchable. De Britse analisten geven de ene plaagstoot na de andere aan de kapitein die ze op de terugweg achten. De Engelse pers, die al niet de gewoonte heeft om een man die aan de grond zit weer recht te trekken, draaide het mes in de wonde door zijn statistieken te publiceren. Want in de zaak-Kompany is het wel degelijk de openbare aanklager die mag lachen wanneer hij op basis van de cijfers pleit.

De beschuldigde zelf lijkt zich niet eens te willen verdedigen. “Ik hecht daar geen belang aan”, zei hij na de wedstrijd tegen Barcelona. “Jullie zoeken me, meer heb ik daar niet op te zeggen.”

Het probleem Pellegrini

De huidige statistieken van Kompany zijn niet meer te vergelijken met die van de beste speler in de Premier League in 2012, toen hij een eerste titel won met City. Hij pakt dubbel zoveel kaarten, geslaagde tackles of intercepties worden steeds zeldzamer en hij laat zich twee keer zo vaak dribbelen als drie jaar geleden. Maar vooral: dertig overtredingen. Vorig seizoen beging Gary Cahill er op een heel seizoen amper veertien. Vince is nu de centrale verdediger die de meeste overtredingen begaat in heel de Premier League.

Maar mogen we Gary Cahill en Vincent Kompany wel met elkaar vergelijken? De eerste speelt laag, in een defensie die beschermd wordt door twee verdedigende middenvelders en met flankspelers die eerder behoudend dan avontuurlijk zijn ingesteld. Bij City lijkt alles erop gericht om Kompany in de miserie te brengen.

Dat is hoogstwaarschijnlijk de fout van Manuel Pellegrini. De Chileen denkt vooral in functie van de offensieve weelde die Sergio Agüero, Yaya Touré en David Silva leveren. Het probleem is dat El Kun alleen floreert in een systeem met twee aanvallers terwijl de Ivoriaan en de Spanjaard er wijd en zijd om bekendstaan dat ze zich niet haasten bij het teruglopen. Voeg daar nog Fernandinho aan toe, die van rechtsbuiten werd omgeturnd tot verdedigende middenvelder zonder dat hij de basistactiek voor die positie beheerst, en je krijgt een organisatorische janboel. Simpel gezegd, de eerste linie waarin men bij City aan verdedigen denkt is: de verdediging…

En omdat het buitengewone offensieve talent van Pellegrini’s elftal volstaat om tegen de meeste clubs uit de Premier League het verschil te maken, ziet de Chileen geen reden om het geweer van schouder te veranderen.

Sprekende cijfers

Terwijl hij verloren loopt in het hart van een chaotisch defensief systeem en helemaal blootstaat aan vijandelijke counters, krijgt Vincent Kompany dan ook nog eens af te rekenen met de instabiliteit van de centrale as. De Rode Duivel speelt altijd als hij fit is, maar hij moet centraal in de verdediging vaker van partner wisselen dan van schoenen. De vorige seizoenen speelden aan zijn zijde al Dunne, Richards, Onuoha, KoloTouré, Boateng, Lescott, Nastasic, Demichelis en Mangala. Dodelijk voor de automatismen.

Kompany wordt dus niet gediend door de omstandigheden. Pellegrini zou dus een alibi kunnen zijn om de moeilijkheden van City’s captain te verklaren. Maar de aanklager voert nog een ander vernietigend cijfer aan. De voorbije vier jaar pakte Manchester City 67,1 procent van de punten als Kompany op het veld staat en laat het per match gemiddeld 1,04 keer scoren. Zonder hun aanvoerder doen de Citizens… beter: 70,5 procent van de punten en 0,93 tegendoelpunten. Natuurlijk moet je die cijfers relativeren, want niet elke match is dezelfde, maar het zijn wel de cijfers. Voor een speler die tot in het absurde zijn belang moet bewijzen en wiens afwezigheid geacht wordt zijn medespelers in grote problemen te brengen, zijn die cijfers al snel tekenen van een malaise.

Het ‘mirakel van Rome’, waar City een onverwachte plaats in de achtste finales van de Champions League afdwong, kwam toch tot stand zonder Kompany? De balans van de nummer 4 van de Sky Blues is op het Europese vlak haast huiveringwekkend: in 22 CL-wedstrijden met Manchester City, wist Vince slechts vijf keer te winnen (tegenover elf nederlagen). Met 31,8 procent van de behaalde punten en gemiddeld 1,54 tegengoals, verdienen de Europese prestaties van City met Kompany de beoordeling ‘onvoldoende’.

Brandweerman

De verdediging mag haar pleidooi houden. De cijfers die de aanklagers te berde brachten zijn ogenschijnlijk moeilijk te doorgronden. Ene Martin Keown waagt zich aan een diagnose. De befaamde centrale verdediger van Arsenal eind vorige eeuw is nu analist voor de Daily Mail en vat de zaak-Kompany kernachtig samen: “Hij speelt met vuur.”

“Kompany neemt risico’s in een poging om overal de brandjes te blussen”, gaat Keown verder. “Als dat lukt, is het gewoonweg formidabel, maar als het misgaat…” Als het misgaat dan lacht Francesco Totti in zijn vuistje om de ruimte die Kompany laat en fusilleert hij Joe Hart. De wedstrijd van de giallorossi in Manchester vorige herfst bracht de zoete zonde van Kompany aan het licht: een hang naar spektakel gekoppeld aan een plichtsbewustzijn dat hem ertoe aanzet om als een gek zijn verdediging te verlaten om de rampzalige defensieve opstelling van het duo Fernandinho-Touré te compenseren. Daardoor speelt hij voortdurend ridder of mis.

Dat Kompany een telegenieke verdediger is, valt niet te ontkennen. Keown legt het voortreffelijk uit: “Wanneer je Vincent Kompany op tv ziet, oogt hij geweldig: sterk, snel en handig. Hij is altijd vlug op de bal.” Kompany is zich zeker bewust van de draagwijdte van zijn spectaculaire ingrepen in een kampioenschap waar voetbal in de eerste plaats toch entertainment blijft. Zou hij daarom sneller zijn verdedigende stelling verlaten, om tegelijk voor brandweerman, verkeersagent en entertainer te spelen? Het is in elk geval een gewaagde strategie. Een centrale verdediger heeft namelijk één ding gemeen met een scheidsrechter: hoe minder zijn naam genoemd wordt, hoe beter hij is. Een laatste keer het woord aan Martin Keown: “Je kunt geen wedstrijden winnen als je in de verdediging speelt. Je kunt er wel verliezen.”

Schijnwerpers

De zoete zonde van Kompany-de-verdediger zou dan die irrationale voorliefde voor de schijnwerpers zijn. Daarmee vallen de talrijke overtredingen ver van zijn eigen doel te verklaren: hij vliegt er stevig in om een balverlies goed te maken of een tegenaanval in de kiem te smoren. Maar Vince the Prince mag dan al in de steek gelaten worden door de offensieve krachten vóór hem, hij zou zich net zo goed gedeisd kunnen houden in zijn verdedigingslinie om in een collectief met de andere achterhoedespelers de klus te klaren.

Getuigt het van een gebrek aan vertrouwen in zijn maats? Is het overdreven ijver? Kompany schijnt zich niet te kunnen bedwingen en tracht overal de brandweerman van dienst te zijn. Het vuur trekt hem zodanig aan dat hij het gevaar uit het oog verliest.

Het probleem oversteeg de grenzen van de Britse eilanden toen de Rode Duivel de mist inging in Zenica. Het had een scène uit een match met Manchester City kunnen zijn: Steven Defour en Radja Nainggolan zetten beiden hoog druk en laten centraal ruimte vallen, waar de bal op bijna miraculeuze wijze in de voeten van Miralem Pjanic belandt.

Op dat ogenblik had Kompany achteruit kunnen lopen. Nainggolan was volop bezig zijn kompaan van AS Roma in te halen en dus was temporiseren aangewezen. Maar Kompany koos voor een heldenrol en gaf de principes van zoneverdediging op. Achter de rug van de kapitein opende zich de zee en met twee passen werd Edin Dzeko aangespeeld, die van Jan Vertonghen te veel vrijheid kreeg en Thibaut Courtois vloerde.

Witsel en De Jong

In de nationale ploeg, waar er minder automatismen aanwezig zijn, incasseren de Duivels slechts één goal om de twee wedstrijden als Kompany speelt. Dat is meer dan wanneer hij afwezig is (één doelpunt op drie matchen), maar veel minder dan de cijfers van City, die een titelpretendent onwaardig zijn. De oorzaak van dat lagere aantal tegengoals heet allicht Axel Witsel.

Bij het onoordeelkundig uitstappen van Kompany tegen Bosnië stond de nummer 6 van de Rode Duivels niet op het veld. Dat is geen toeval. Witsel verlaat namelijk nooit zijn post. De rol van de gewezen Gouden Schoen zou je kunnen omschrijven als een ‘vooruitgeschoven libero’ die vlak voor de verdediging opereert. Witsel vult de ruimte vóór Kompany, de ruimte waar Kompany bij City herhaaldelijk zelf induikt om zijn ploegmaats ter hulp te snellen. Dat Witsel zo onmisbaar lijkt in het shirt van Duivels komt ook doordat hij als borstwering fungeert voor zijn kapitein. In dat samenspel komt de beste Kompany naar boven.

In dat fameuze seizoen 2011/12 liepen op het middenveld van de Citizens een Gareth Barry en vooral een Nigel de Jong rond. De Nederlander mag dan al de geschiedenis ingaan als de speler die in de WK-finale van 2010 zijn noppen in de borstkas van Xabi Alonso plantte, hij blijft natuurlijk een straffe defensieve middenvelder, die geen risico neemt als hij de bal heeft en die een bovengemiddelde feeling heeft om op het juiste moment op de juiste plaats te staan. En bij City is die juiste plaats: een meter of tien voor Vincent Kompany. Goed beschermd en gestuurd verschilde de Kompany van toen dag en nacht met die slechte imitator die dit jaar op de Engelse velden loopt te scharrelbenen. Toen was Vince simpelweg de beste speler van de Premier League.

DOOR GUILLAUME GAUTIER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content