Goran Drulic ontpopt zich bij Lokeren OV tot een gevreesde aanvaller. Speler en club doen het goed, maar de Serviër gelooft in meer. ‘Net als de ploeg zit ik nog niet aan mijn maximum.’

Egoïsme is niet aan mij besteed. Meedelen, samen denken en handelen, dat is wat mij altijd door mijn ouders en geloof werd voorgehouden”, zegt de 28-jarige Goran Drulic, terwijl hij een halsketting met kruisbeeld onder zijn T-shirt opdiept en vol trots toont. “Mijn orthodoxe achtergrond zal ik nooit verloochenen. Alles wat ik tot nu toe realiseerde in mijn loopbaan, gebeurde dankzij de steun van iemand hierboven en mijn familie. Ik kreeg het talent en moet het maar op de goede manier aanwenden.”

De Serviër zegt het met overtuiging, zijn ogen fonkelen als hij terugdenkt aan het verleden. Drulic groeide op in Negotin, als zoon van een havenarbeider en een huisvrouw. Hij heeft nog een twee jaar oudere zus en erfde de voetbalmicrobe van zijn vader, die het tot in de vroegere Joegoslavische tweede klasse schopte.

School interesseerde Drulic niet echt veel. In de humaniora volgde hij mechanica, een opleiding die echter bruusk werd onderbroken toen hij op zijn vijftiende het kleine Hajduk Veljko Negotin verliet voor Rode Ster Belgrado. Twee jaar later tekende hij daar al zijn eerste profcontract. “Ik kon toen ook naar Partizan. Het was een hele eer om door Rode Ster verkozen te worden. In het begin was het moeilijk, want ik moest op internaat. Je moet weten dat Belgrado op meer dan driehonderd kilometer ligt van waar ik woonde. Het gebeurde wel eens dat ik maar een keer om de vier maanden naar huis terugkeerde. Een harde leerschool, maar ik wilde mijn droom verwezenlijken : profvoetballer worden. Ik kreeg mijn eerste contract in maart 1996. Ik moest er veel voor opofferen, maar kreeg ook heel wat terug. Op die manier kon ik, ook financieel, mijn ouders iets teruggeven. Die Joegoslavische traditie, die al generaties bestaat, wilde ik niet breken. Wanneer je volwassen bent en gaat werken, moet je – zeker de eerste jaren – voorzien in het onderhoud van jouw familie.”

Spaanse avonturen

Drulic maakte bij Rode Ster deel uit van een talentrijke lichting, met daarbij ook onder andere Ivan Gvozdenovic (Club Brugge), Ivan Dudic (RAEC Bergen) en Dejan Stankovic (Inter). Hij ontwikkelde zich tot een authentieke goalgetter, bij de min-18-jarigen scoorde Drulic 51 keer, drie doelpunten te weinig om het nationale record te breken.

Dankzij het samenwerkingsverband dat Rode Ster had met Barcelona, verhuisde Drulic op zijn 19de voor zes maanden naar de Catalaanse hoofdstad. Bij de B-kern speelde hij er soms aan de zijde van Carles Puyol, Víctor Valdés en Gerard. “Een unieke kans, maar ik was toen nog te jong en vertrok iets te vroeg. De concurrentie was daar moordend. Bovendien was er toen nog die beperking van het aantal buitenlanders. Ik besefte al snel dat er weinig kansen zouden komen.”

Bij zijn terugkeer naar Rode Ster werkte hij voor het eerst onder de hoede van Slavoljub Muslin. Het leidde tot twee titels en evenveel bekers, plus een karrenvracht aan doelpunten en assists voor Drulic. Soms speelde zijn impulsiviteit hem parten, want de centrumspits werd driemaal uitgesloten : in de Uefacupduels tegen Germinal Ekeren en FC Metz en in de derby tegen Partizan. Veel erger was de zware knieblessure die hij in augustus 1999 opliep, waardoor hij bijna een heel seizoen verloor. Maar zijn schutterskwaliteiten verloor Drulic nooit, waardoor hij vanaf november 2000 vier A-caps verzamelde en op het einde van het seizoen 2000/01 voor 12,5 miljoen euro verhuisde naar het Spaanse Real Zaragoza.

Hij slaagde er echter nooit. Op vier seizoenen tijd speelde Drulic 39 duels in de Primera División en scoorde daarin slechts tweemaal. “Een opeenvolging van blessures, altijd op het slechte moment”, verdedigt hij zich. “Het begon direct met een operatie aan de knie. Later kreeg ik ook wat problemen met coach Victor Muñoz. Hij verkoos te spelen met één diepe spits en zocht bovendien constant het conflict op. Gelukkig ben ik een optimist, anders zou ik geen vier jaar overleefd hebben in Zaragoza. Ik haalde alleen maar voldoening uit mijn financiële verdiensten : mijn trouw met Natasa en de geboorte van mijn kinderen, Jovana twee jaar geleden en Marko vier maanden geleden. De kans bestaat zelfs dat ik er ook ooit ga wonen. Want 360 dagen per jaar schijnt de zon er. Ik hou van de warmte.”

Ambitieuze groep

Toen hij eind juli een telefoontje kreeg van Muslin en Ivan Vukomanovic twijfelde Drulic geen moment om het zonnige Spanje transfervrij te verlaten voor het Waasland. Hij tekende voor een seizoen, met een optie voor nog eens drie jaar. “Geld is niet langer het belangrijkste aspect. Spelplezier staat vanaf nu voorop. Bovendien krijg ik hier weer te maken met mijn oude leermeester, de man die van mij een topper maakte. Hij zorgde voor dat tikkeltje extra, is de ideale motivator. Voor de beste coach met wie je ooit samenwerkte, wil je graag iets terugdoen.”

Drulic gaf ondertussen zijn visitekaartje af met drie treffers. “Deze transfer is een schot in de roos, maar het kan nog veel beter. Ik moet en wil weer de oude worden. Net als de ploeg zit ik nog niet aan mijn maximum. Muslin slaagde erin om een goed collectief blok te vormen, met een duidelijk en herkenbaar systeem. Iedereen kan scoren. Dat vind ik knap. Egoïsme wordt niet getolereerd. Een goede ploeg vormen en leuk voetbal brengen zijn het belangrijkste. Op die manier kunnen we misschien uitgroeien tot dé revelatie van het kampioenschap. We zijn allemaal ambitieus, willen graag eens voor de prijzen meedoen (lacht). Daarmee kunnen we de voorzitter een groot plezier doen.” l

FRéDéRIC VANHEULE

‘VOOR De beste coach met wie je ooit samenwerkte, wil je graag iets terugdoen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content