Als sobere maar efficiënte verdediger voetbalde Hugo Broos (55) zich een rijk palmares bijeen. ‘Ook nu nog zou hij in elke topploeg meekunnen.’

H ugo Broos (Humbeek, 10 april 1952) in een interview van 1982 : “Als ik op één specifieke man kan spelen, ben ik op mijn best.” Op dat moment glijdt hij al tien jaar door het topvoetbal met één enkele opgave : de spits van de tegenpartij uitschakelen. “Pas als de midvoor van de tegenpartij niet heeft gescoord, ga ik tevreden van het veld. In de meeste gevallen lukt me dat.” Broos wéét dat hij op het technische vlak geen hoogvlieger is. Tot zijn achttiende voetbalt hij bij de Brabantse eersteprovincialer Humbeek, waar hij als spits bij de jeugdploegen ooit 75 goals in één seizoen maakte. In 1971 haalt Anderlecht hem er weg. Broos is daar zo blij mee dat hij vergeet om een goed salaris te versieren. Dat overkomt hem bij elke contractbespreking. “Ik ben altijd veel te bescheiden geweest.” Bescheiden oogt zijn palmares bij paars-wit niet. Met Anderlecht wint Broos twee keer de Europacup II (in 1976 en 1978) en eenmaal de UEFA Cup (in 1983). Hij verzamelt er ook drie landstitels en vier Belgische bekers.

Willy Wellens speelde als spits van Lierse, RWDM, Standard, Club Brugge en Beerschot vaak tegen hem. Bij Club waren ze enige tijd ploegmaats. Wellens vond Broos geen gemakkelijke tegenstander : “Hugo was een goeie verdediger : heel snel, fysiek sterk, goed kopspel, heel geconcentreerd en met een goeie ingesteldheid. Hij wist heel goed wat hij kon en wat hij niet kon. Hij pakte de bal af en leverde die zo snel mogelijk in. Bij Anderlecht en Club was hij ook zeer goed omringd, waardoor hij geen dingen moest doen die hij niet kon. Hij bracht evenwicht in een verdediging. Geen schoffelaar. Sober maar kordaat, goed anticiperend, zonder brutaal te zijn. Ook nu nog zou hij in elke topploeg meekunnen.”

In 1983 wordt zijn contract bij paars-wit niet verlengd. Tot eenieders verbazing haalt Club Brugge hem binnen. Uitbollen doet hij er niet. Willy Wellens : “Hij wilde echt bewijzen dat hij nog niet afgedaan had. Hugo speelde bij Club op dezelfde manier als met Anderlecht. Mee inschuiven deed hij nauwelijks.” Met Club beleeft Broos nog vijf mooie jaren : hij wordt nog eens kampioen, wint de beker en Europees strandt hij in zijn laatste maanden in de halve finales op Espanyol.

Het hoogtepunt is zijn selectie voor het WK 1986, waar België als vierde eindigt. Op dat moment is Broos al zes jaar niet meer opgeroepen voor de Rode Duivels. Ook daarom is hij de geschikte man om een jaar voor het WK medisch getest te worden. De medische commissie zoekt iemand die de hele competitie heeft meegespeeld, een zekere internationale ervaring heeft, bekwaam is om zijn bevindingen mee te delen en niet in aanmerking komt voor selectie. Maar Broos presteert dat seizoen zo sterk dat bondscoach Guy Thys hem toch meeneemt. In Mexico staat hij tweeënhalve match in de basis. Hij zal in zijn carrière 24 caps halen.

In het voorjaar van 1988 krijgt hij geen nieuw contract. Net wanneer hij zich als speler zelf nog ergens wil aanbieden, vraagt RWDM hem om trainer Paul Van Himst te assisteren. Nog geen week later stapt Van Himst op en staat Broos er alleen voor. Voor noodgevallen vroeg hij nog een spelerslicentie aan maar op het veld komt hij niet meer.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content