Het doek valt over de lijn Oostende-Dover, een politieke aanval op de nachtvluchten vanuit Oostende is (voorlopig) afgeblokt. Gelukkig had Oostendenaar Johan Vande Lanotte het basketbal om zich aan te warmen in de koude decembermaand.

Met drie maal winst in competitieverband en zowaar zelfs voor de eerste keer – tegen Frankfurt – drie punten in een Europese bekerwedstrijd, had de sportieve baas van Telindus Oostende toch iets om zich goed bij te voelen deze maand. Maar wat betekent zo’n schraal bekersucces voor een club die in februari 2002 nog een Europese grootheid als AEK Athene met dertig punten verschil naar huis stuurde ?

Ander seizoen, andere tijden en vooral andere ploeg. Johan Vande Lanotte gaat de vergelijking niet uit de weg : “Inzake kwaliteit hebben we nu zogezegd heel wat minder te bieden dan de vorige seizoenen. Sta me toe om dat tegen te spreken. Laat ons beginnen op de playmaker, waar zich de voorbije maanden ons grootste probleem situeerde. Cota toen, Michael Hawkins nu. Ik zeg u met klem : daar zijn we nu evenwaardig sterk. Naar de vleugelposities dan. Andrius Giedraitis werd honderd procent waardig vervangen door Kaukenas. Theo Cizmic is gebleven, Ralf Biggs ook. Daar kunnen we dus moeilijk minder sterk geworden zijn. Blijft : de pivotposities. Praskevicius en Thomas Van den Spiegel toen, Nahar, Stanescu en Tony Dorsey nu. Mike Nahar en Stanescu kunnen gemiddeld even sterk presteren als Thomas. Een tweede VP aan de haak slaan, kon niet meer. Maar Dorsey heeft op enkele maanden tijd heel wat vorderingen gemaakt. Als die progressie blijft, zal hij nog velen verbazen.

Samengevat ?

Vande Lanotte : …denk ik dat we misschien minder individuele klasse in huis hebben, maar als ploeg zijn we daarom niet noodzakelijk minder sterk. Alleen is het nu nog te vroeg om te oordelen. Men vergeet gemakkelijkheidshalve dat we dit seizoen nog geen enkele keer beroep konden doen op onze volledige kern. Eind februari zullen we, zonder ongelukken, voor het eerst dit seizoen beroep kunnen doen op onze volledige kern. Dan zal ik weten of Oostende titelkandidaat blijft of niet. De timing kon niet beter : in die maand spelen we tegen Bergen, Pepinster, Charleroi en Bree.

Was het wel verstandig om zo ingrijpend te sleutelen aan het team van vorig jaar ? ‘Never change a winning team’, zeggen ze.

Dat was precies het probleem : Oostende was a winning team ! En een winning team loopt nu eenmaal in de kijker, ook in Europa. Cota kreeg in Litouwen een loon dat zestig procent meer bedroeg dan ons hoogste bod. Voor VP probeerden we alles, maar hij kreeg in Turkije nóg een derde meer. Giedraitis vroeg 35 procent meer, dat wilden we niet geven. Van den Spiegel krijgt in Bologna speelkansen en een beduidend beter salaris. Daar kunnen wij niet tegenop. Nu probeer ik met een kleiner budget toch meer kwaliteit te krijgen op het parket. Dat is dé uitdaging voor de toekomst.

Valencia, waartegen we straks Europees spelen, heeft een budget dat drie maal zo groot is als het onze. Wij hebben te weinig financieel draagvlak in België. Je moet realistisch zijn : je kan er weinig tegen beginnen.

En waarom niet ?

Ik zie twee fundamentele redenen : buitenlandse clubs profiteren maximaal van de televisierechten en buitenlandse clubs hebben ook een zoveel groter draagvlak qua publiek. Aan de tv-rechten valt in België weinig te beginnen. Rudolf Vanmoerkerke heeft het destijds geprobeerd, ik heb hetzelfde gedaan, en telkens krijg je hetzelfde antwoord : de kijkcijfers voor basketbal zijn onvoldoende groot. Bij de RTBf echter, dat de play-off-finale live heeft gecoverd, kwam men tot een heel andere conclusie : elke bijkomende wedstrijd zorgde voor meer kijkers.

Volgens mij zijn de clubs zelf ook een beetje debet aan de toestand. Als basketbal een plaats op het Belgische scherm wil veroveren, dan moet dat gebeuren op een moment dat er plaats is in de programmatie. En wanneer is dat ? Op zaterdagnamiddag. Daarover zouden alle clubs eensgezindheid moeten bereiken. Je zou wat zien : de Belgische basketliefhebber zou zéker voor de buis plaatsnemen.

De toeschouwers dan. Zelfs Oostende krijgt zijn zaal van 2000 mensen maar moeilijk vol.

Momentje. We hebben de voorbije seizoenen meer dan eens volk moeten weigeren, en dat zal dit jaar niet anders zijn. Toch is het bouwen van een nieuwe sportarena, voor 5000 toeschouwers, mijn grootste betrachting voor de komende jaren. De deal is zo goed als rond met de investeerders. We zullen onze intrek nemen naast het stadion van voetbalclub KV Oostende. De loges en de VIP-ruimtes krijgen we er dan als het ware bij. Eerlang zullen we een nieuwe commercieel manager aanwerven. Zijn belangrijkste opdracht zal erin bestaan die nieuwe zaal zo goed mogelijk te laten vollopen. Als we meer plaatsen hebben, zullen we meer volk aantrekken. Het komt erop aan om van elke basketwedstrijd een happening te maken. Een basketbalwedstrijd bijwonen moet nog meer dan nu een feest zijn. Het maakt me niet uit wat men er dan allemaal bij verzint. Als de mensen maar komen en blijven komen. Sport is geen wetenschap, sport moet spektakel zijn. Als daar dans en zang bij moeten komen, is dat goed voor mij.

Terug naar het sportieve. Het heet dat u weinig contact heeft met de spelers.

Dat klopt. Wat moet ik zeggen aan professionals over hun vak ? Dat is de taak van de coach. Ik spreek ze uiterst zelden toe in groep, tenzij als er hoge nood is.

U zegt dat u zich niet met het sportieve inlaat. Maar u doet wel de aanwervingen in het tussenseizoen.

Ik heb nog nooit een speler aangeworven op eigen houtje. Tenzij die ene keer met Praskevicius. Dan ben ik er inderdaad helemaal alleen voor gegaan, zelfs zonder weten en tegen de zin in van de toenmalige coach ( Lucien Van Kersschaever, nvdr). Buiten die ene keer heb ik altijd gerecruteerd na ruggespraak met de coach en de sportieve entourage. Zoals het hoort. Als we een Amerikaan aanwerven, laten we ons adviseren door drie mensen uit de NBA. Hier in Europa hebben we een aantal mensen rondlopen die spelers professioneel scouten en ons raad geven.

Men beweert dat Johan Vande Lanotte vooral spelers aanwerft op basis van statistieken. Het menselijke aspect zou u niet zozeer interesseren, terwijl Eddy Casteels dat wél belangrijk vindt.

Dat klopt niet. Elke speler wordt hier ook als mens grondig gescreend. We laten werkelijk niets aan het toeval over. Geen enkele speler is vooraf zo uitvoerig tegen het licht gehouden als Amerikaan Cummings. Maar na een week hield hij het hier voor bekeken. Vermoedelijk omdat hij een probleem had dat hij ons had verzwegen.

Zitten Eddy Casteels en zijn voorzitter altijd op dezelfde golflengte ? U gaat voor het snelle succes, Casteels voor de lange termijn, het werk in de diepte.

Dat maakt Casteels zo uniek. Ik kan alleen maar positief staan tegenover zijn door en door professionele aanpak. Ik heb daar geen moeite mee. Sommige spelers wel. Vooral nieuwkomers verschieten nogal eens. Maar als ze zich schikken naar zijn bevelen, worden ze meestal ook betere basketspelers. Waarom zou ik dan ongelukkig zijn ?

Is basket voor u ook oorlog, zoals Casteels recent beweerde in een lokale Oostendse krant ?

Als het een faire oorlog is, geef ik Casteels gelijk. Maar ik duld geen unfaire oorlog. Spelers die een moord zouden begaan om iemand af te stoppen, dat pik ik niet. Mocht ik geen minister zijn, dan zou ik in bepaalde gevallen zelfs naar de rechtbank stappen. Maar gezien mijn ambt, doe ik dat niet.

door Karel Cambien

‘Was ik geen minister, ik zou al naar de rechtbank gestapt zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content