De 20-jarige Nederlander maakte afgelopen zaterdag maar liefst vijf doelpunten tegen Vitesse.
Aan originaliteit ontbreekt het PSV-trainer Mark van Bommel niet. De voormalige Nederlandse international verplichtte zijn goudhaantje Donyell Malem (20) om te speechen in de kleedkamer van de Eindhovenaars na de verpletterende 5-0-forfaitscore tegen Vitesse. De reden? De ontketende spits was met vijf goals de uitblinker van de avond. De aalvlugge aanvaller, die in 2017 overkwam van Arsenal, trad met zijn goals in één Eredivisiematch in de voetsporen van iconische spelers als Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Geels, Sjaak Swart en Coen Dillen.
Die laatste, een clubicoon van PSV en beter bekend als Het Kanon, slaagde daarin op 11 oktober 1959 bij de zege tegenover DWS. Bert Theunissen deed dat huzarenstukje over op 8 november 1964, toen hij alle goals voor zijn rekening nam in de 2-5-zege op verplaatsing bij Sittardia. Maar Malem – de 25e speler die minimaal vijfmaal scoorde in een Eredivisieduel – is met zijn 20 jaar en 238 dagen wel de jongste PSV’er ooit die dat deed. Ajacied Van Basten deed wel beter: in mei 1984 was hij nog iets groener achter de oren, toen hij op 19 jaar en 195 dagen instond voor vijf treffers tegen FC Dordrecht.
Voor Malem kwam een einde aan een prachtweek vol hoogtepunten, want het toptalent van Surinaamse afkomst had ook al een droomdebuut gekregen van bondscoach Ronald Koeman tegen Duitsland. Hij loste in in de 58e minuut Marten de Roon af en 21 minuten later scoorde hij op aangeven van Georginio Wijnaldum de 2-3. Daarmee had hij een aandeel in de bijzonder belangrijke 2-4-winst.
‘International worden is een mooi ding. Daar krijg je wel een klein beetje zelfvertrouwen van’, zo reageerde Malem laconiek maar trots voor de camera van FOX Sports. Met Van Bommel, die constant hamert op zelfdiscipline, beschikt hij alleszins over de juiste mentor.
