Stad in tranen

© belgaimage

Precies dertig jaar geleden stond Napels een week lang op zijn kop. Op 10 mei 1987 vierde SSC Napoli dankzij Diego Maradona zijn allereerste landstitel. Een uniek moment dat nog altijd nazindert.

Of er nog tickets zijn? ‘Natuurlijk’, zegt de vriendelijke vrouw aan de telefoon op het secretariaat van Napoli. ‘Kom maar af.’ Omdat een Amerikaanse vriend op bezoek in Rome absoluut een wedstrijd in het Italiaanse voetbal wil zien, terwijl de competitie in de Serie A net is afgelopen, biedt enkel nog de Serie B soelaas. Op twee uur sporen van Rome wordt in Napels dat weekend de laatste speeldag in de tweede klasse afgewerkt. Op zaterdag 29 mei 2004 speelt Napoli thuis tegen Bari. Het stadion is maar voor een vijfde volgelopen. Met 12.563 aanwezigen is er plek zat in het immense San Paolo met zijn 60.000 plaatsen. De wedstrijd eindigt troosteloos op 0-0, waardoor Napoli dertiende eindigt en Bari de rechtstreekse degradatie vermijdt, al is het veroordeeld tot de play-downs.

In het slotkwartier slaat de gezapige stemming om. De weinige aanwezigen richten hun woede naar de hoofdtribune, de sfeer wordt grimmig, de frustratie komt los. De aanwezigen hebben amper oog voor de nobody’s op het veld, waar David Sesa, tegenwoordig assistent-trainer van Anderlecht, in de slotfase bij de thuisploeg mag invallen. Ze denken met weemoed terug aan vroegere dagen, toen je hier bij een thuiswedstrijd niet zomaar kon binnenwandelen met een ticket van vijf euro op zak dat je net had gekocht op het plein voor het stadion van een wanhopige abonnee. Is dit het grote Napoli, waar de thuismatchen voor een uitverkocht stadion werden gespeeld, waar je uren van tevoren moest plaatsnemen om een glimp op te vangen van de idolen op het veld, Diego Maradona op kop? Is dit de plek waar het leven tot stilstand kwam toen de allereerste titel werd behaald, op die mythische zondagmiddag 10 mei 1987, toen de aanwezigen voor het eerst voelden dat mensen uit de mezzogiorno niet de losers waren voor wie ze altijd al uitgemaakt werden, maar dat ze evengoed winnaars konden zijn als de Italianen uit het noorden en de hoofdstad?

De aanwezigen weten op die zaterdagavond 29 mei 2004 nog niet dat ze de allerlaatste wedstrijd van het mythische Napoli hebben bijgewoond.

Het is niet de eerste keer dat Napoli-Bari een onheilswedstrijd blijkt te zijn. Op 17 maart 1991 weten de toeschouwers bij een andere Napoli-Bari nog niet dat ze Diego Maradona voor het laatst in San Paolo aan het werk hebben gezien. Na de wedstrijd is er dopingcontrole, en raakt bekend dat Maradona positief is bevonden op het gebruik van cocaïne. Een week later zal hij nog meespelen in Genua tegen Sampdoria, er zelfs het enige Napolitaanse doelpunt maken, maar wanneer bekend wordt dat de Italiaanse voetbalbond een schorsing van vijftien maanden eist, vlucht Maradona de volgende nacht als een dief de stad uit.

In 2004 is het onheil dat over de club hangt al even groot. De schuldenlast is opgelopen tot 80 miljoen euro, een wanhopige poging van lokale bedrijven om geld bijeen te leggen en de club vooralsnog te redden, strandt op een te klein bedrag. Amper 12 miljoen euro hebben de lokale ondernemers bijeengeschraapt, ondanks een protestvergadering die liefst 40.000 fans naar het stadion lokt. Op 2 augustus 2004 wordt la Societa Sportiva Calcio Napoli, opgericht in 1926, tweevoudig kampioen, winnaar van de UEFA Cup en drievoudig bekerwinnaar, failliet verklaard. De hele zomer is de ganse stad aangeslagen door de vrees dat de grote trots van de regio straks niet meer in competitie kan aantreden. Eén maand en vier dagen later, op 6 september, verschijnt als een deus ex machina filmproducent Aurelio De Laurentiis ten tonele. Hij koopt voor 31 miljoen euro bij de curator de restanten van de club op, behoudt de kleuren en het stadion, geeft de vereniging een nieuwe naam (Napoli Soccer) en mag een nieuwe start nemen in de Serie C1, de toenmalige derde klasse. In feite koopt hij een lege doos: de spelers van Napoli zijn na het failliet vrij (enkelen zullen aanvaarden om met een minimumcontract mee te werken aan de heropstanding), er zijn geen werknemers meer, geen trainer, terwijl de nieuwe competitie drie weken later al van start gaat. Op weg naar het geïmproviseerde trainingskamp realiseren een paar spelers zich dat er geen ballen zijn om mee te trainen. Ze stoppen aan de lokale sportwinkel en schieten wat materiaal uit eigen zak voor. Voor de eerste thuismatch tegen het bescheiden Cittadella op 26 september dagen liefst 45.770 toeschouwers op, nog altijd een record voor een derdeklassewedstrijd. Saillant detail: de trainer die bereid gevonden wordt om inderhaast een nieuwe, geïmproviseerde ploeg te kneden, Giampiero Ventura, wordt in januari al doorgestuurd. Vandaag is Ventura bondscoach van de Squadra Azzurra en staat Napoli net als in de tijd van Maradona weer aan de top.

Theaterstuk

Het Teatro San Carlo is helemaal uitverkocht, die avond op 16 januari 2017. Alle 1300 tickets zijn weg, van 70 euro voor de goedkoopste tot 350 euro voor de duurste plaatsen. San Carlo, samen met de Scala van Milaan hét operahuis van Italië, is het oudste operahuis in Europa (1737). Op het podium waar ooit Giachomo Rossini, Gaetano Donizetti, Giuseppe Verdi en Enrico Caruso hun meesterwerken brachten of zongen, staat vanavond een man op het podium van wie niemand weet of hij wel kan zingen. Diego Armando Maradona is de hoofdacteur in een stuk dat Tre volte 10 heet, ‘driemaal tien’, en dat refereert aan het spektakel dat zich dertig jaar geleden in de stad afspeelde en waar hij de hoofdrol in speelde. Maradona vertelt er zijn leven en vooral zijn zeven jaar in Napels. De avond voor het stuk in San Carlo stonden 400 fans bij de ingang van het hotel hem op te wachten en de supportersliederen van 30 jaar geleden aan te heffen.

Op het podium en in de zaal komen ex-ploegmaats langs. Twee dagen later bezoekt Maradona het trainingscentrum van het huidige team in Castel Volturno. Tommaso Starace, al 40 jaar materiaalman en elke dag 150 kilometer in de auto om als eerste aanwezig te zijn en als laatste te vertrekken, heeft zoals hij dat toen dagelijks deed al een koffietje voor Maradona klaargezet. Tommy barst in tranen uit bij het weerzien. Maradona krijgt het nummer 10 toegewezen, waar hij toen bij Napoli mee speelde. Dat werd definitief uit de omloop genomen toen de club van derde naar tweede klasse promoveerde in 2006. In derde klasse werden verplicht de nummers 1 tot en met 11 gebruikt, waardoor Napoli de 10 even weer moest laten drukken. Het nummer werd toen gedragen door een andere Argentijn, Roberto Sosa, de eerste die een contract tekende toen de club na het failliet in 2004 heropgestart werd.

Iedereen in Napels die veertig of ouder is, weet nog hoe de toenmalige eigenaar van de club, de plaatselijke ondernemer Corrado Ferlaino, toen 43 jaar, op een dag besliste de beste speler ter wereld te kopen. Zes jaar eerder had een trainer van Napoli, op reis in Argentinië, het fenomeen al opgemerkt en aan Ferlaino getipt. Maradona was toen net niet opgenomen in de selectie die het WK in eigen land zou winnen. Bovendien waren de Italiaanse grenzen toen gesloten voor buitenlandse spelers. Later trok Maradona naar Barcelona, maar na twee jaar werd de sterspeler verschrikkelijk boos op voorzitter Josep Lluis Núñez omdat die hem elke dag op training kwam inspecteren en zijn paspoort op de club hield. Op een dag was Maradona het beu, eiste zijn paspoort op en begon naar eigen zeggen de onderhandelingen met Napoli. Op 29 juni, kort voor het afsluiten van de zomermercato, stapt Ferlaino op een privévliegtuig richting Barcelona, met in zijn tas de nodige bankgaranties. Nog die avond keert hij terug, om net voor middernacht de transfer officieel te deponeren. De voorzitter van Napoli betaalt een recordsom. Maradona is de Gareth Bale van 1984. Hij kost 13 miljard lire, omgerekend 6,7 miljoen euro. Dat is meer dan Juventus een jaar eerder neertelde voor Michel Platini. Nooit eerder was zo veel geld betaald voor één speler. Op 5 juli wordt de Argentijn in San Paolo voorgesteld. Er zit 70.000 man in het stadion, die allemaal 1000 lire (een halve euro) hebben betaald om erbij te zijn.

Ruud Krol

Tot 1984 is Napoli een bescheiden club die twee keer de Italiaanse beker heeft gewonnen en wat ereplaatsen verzamelde. Het is de eerste Italiaanse club die het mooie voetbal van de Hollandse school in de jaren zeventig overneemt. Niet toevallig zal de eerste buitenlander, wanneer in 1980 de poorten opengaan voor stranieri, een Nederlander zijn: de flegmatieke libero met de goeie lange pass Ruud Krol. Nog steeds is Krol, met twee wereldbekerfinales op zijn naam, een fenomeen in Italiës grootste stad na Rome en Milaan. Maar verder dan een derde plaats brengt hij zijn nieuwe club niet. Uiteindelijk missen Krol en Maradona elkaar nipt. Wanneer Ruud in 1984 de club verlaat, en Diego in aantocht is, zijn de blauw-witten net twaalfde geëindigd.

De komst van Maradona gaf de spelers een boost, zegt Giuseppe Bruscolotti,die van 1972 tot 1988 basisspeler was, nog altijd het clubrecord bezit qua aantal gespeelde wedstrijden (511) en de kapitein was toen de Argentijn aankwam. Bruscolotti was een beenharde rechtsback die de adrenaline al voelde stijgen toen de trainer hem in de halve finales van de UEFA Cup in 1977 een zware avond voorspelde tegen Robby Rensenbrink van tegenstander Anderlecht. Rensenbrink raakte die avond geen bal. Bruscolotti raakte Rensenbrink zo hard dat die even onbeweeglijk bleef liggen, zodat de verdediger zelf schrok: dat was nu ook weer niet de bedoeling geweest. Ondanks een 1-0-zege thuis verloor Napoli de terugmatch en miste de finale.

‘Toen we hoorden dat de club de beste speler ter wereld wilde kopen, konden we dat niet geloven’, zegt de cultspeler van de club. ‘Pas toen hij bij ons arriveerde, geloofden we het echt. Maradona heeft Napoli, de ploeg, én de inwoners van de stad Napels zelfvertrouwen gegeven. Hij heeft ons geleerd dat we ook in het zuiden konden winnen. Zijn aanwezigheid intimideerde de tegenstanders en maakte dat wij ons sterker voelden dan toen hij er niet was.’

Het verhaal gaat dat de verdediger tijdens de zomerstage op Maradona afstapte en hem de kapiteinsband gaf. ‘Dat klopt’, zegt de verdediger, in zijn gokkantoor in Fuorigrotta, op wandelafstand van het stadion. ‘Ik zei hem: ik ben hier de kapitein, maar vanaf nu ben jij dat. Je moet me maar één ding beloven: dat je ons kampioen maakt. En je moet daar niet te lang mee wachten, want ik ben al 34 en ik heb maar een paar jaar meer te gaan. Hij beloofde dat.’

Het eerste seizoen schrikt Maradona. Het sportieve verschil met Barcelona is immens. Halfweg de competitie lijkt zijn nieuwe club tegen de degradatie te zullen kampen. Uiteindelijk finisht Napoli achtste, in de grijze middenmoot. De Argentijn gaat bij Ferlaino zijn beklag doen dat hij een betere ploeg nodig heeft. Anders blijft hij niet. Ook Bruscolotti herinnert Maradona, die geregeld bij hem thuis komt, nog eens aan zijn belofte. ‘Diego zei: ik ben het niet vergeten, maak je geen zorgen. En hij hield woord.’

Roberto Baggio

De politieromans van de Napolitaanse schrijver Maurizio De Giovanni spelen zich af in Napels zelf. Eén reeks loopt in de jaren dertig, een tweede speelt zich in het Napels van vandaag af en kreeg ook al een extra dimensie in een politieserie op tv. De schrijver is ook een verwoed tifoso van de plaatselijke voetbaltrots. Gevraagd naar de impact van de allereerste landstitel in 1987 haalt hij uit zijn privébibliotheek een boek dat hij snel signeert: ‘Lees dit. Hier staat het allemaal in.’ Het boek heet Il resto della settimana. ‘De rest van de week’ vertelt zijn eigen passie en die van de andere inwoners van de stad voor hun ploeg en hoe heel Napels leeft en trilt op het ritme van de plaatselijke voetbaltrots. Vanaf de maandag, de dag waarop de emoties van de vorige voetbalwedstrijd worden beleefd, is het aftellen tot de volgende wedstrijd.

Opvallend is dat De Giovanni in zijn boek Maradona nooit met naam noemt. Hij heeft het over Il Capitano. In het boek beschrijft hij hoe hij als 27-jarige jongeman naar het stadion trok, met 70.000 anderen, wachtend op het grote moment. Dat lijkt te komen wanneer Il Capitano Andrea Carnevale bedient, die Napoli op voorsprong schiet. Wanneer de tifosi op hun transistorradio’s horen dat Inter ondertussen op Atalanta verliest, ontploft het stadion bijna. Dat Fiorentinaspeler Roberto Baggio in de tweede helft zijn allereerste doelpunt in de Serie A maakt en voor de gelijkmaker zorgt, kan de vreugde niet bederven. ‘Iedereen was gelukkig’, schrijft De Giovanni. ‘Wij gelukkig, en zij gelukkig omdat ze gered waren. Zo was het goed.’

‘Ik huilde voor het eerst in mijn leven. Iets wat ik later nog één keer zou doen, toen mijn zoon geboren werd. De hele stad huilde, en ze huilde van vreugde. Een vriend vertelde me dat het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter het laatste was wat hij zich van die dag herinnerde. Het volgende moment van bewustzijn was toen hij ’s anderdaags wakker werd op het strand van Sorrento.’

Het gaat niet alleen om de allereerste landstitel voor Napoli, maar om een signaal van optimisme voor de hele regio, zegt De Giovanni. ‘Die eerste titel heeft Napels veranderd. Heeft ons geleerd dat het zuiden ook kan winnen. Tevoren was dat nooit gebeurd, daarna ook niet meer. De hele regio heeft maar één beursgenoteerd bedrijf. Het gemiddeld bruto landelijk product is lager dan het BNP van Griekenland. Dit is een stad met veel problemen, met grote delen die amper gecontroleerd worden door de overheid, er is een torenhoge werkloosheid, een massale immigratie. De straten zijn kapot, de spoorwegen functioneren niet altijd. De enige positieve kracht in heel Zuid-Italië is onze voetbalclub. Voetbal helpt, want voetbal brengt emotie, en vreugde is een krachtige emotie die een mens nodig heeft. Napoli is de motor van de regio, en dat hebben we aan Diego Maradona te danken.’

DOOR GEERT FOUTRÉ IN NAPELS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Toen we hoorden dat de club de beste speler ter wereld wilde kopen, konden we dat niet geloven.’ – kapitein Giuseppe Bruscolotti

‘Napoli is de motor van de regio, en dat hebben we aan Diego Maradona te danken.’ – Maurizio De Giovanni

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content