Valt er vrijdag een beslissing in het stadiondossier van Club Brugge? Of stelt de Vlaamse regering een beslissing in de zaak nogmaals uit? Vragen waarmee de Brugse top deze en vorige week worstelde. In het concertgebouw van Brugge verzamelde blauw-zwart vorige woensdag de ondernemers uit de regio voor een presentatie van het nieuwe stadion. Veel hard nieuws viel daar niet te rapen, het was meer een overzicht van de lastige bevalling van een kindje dat misschien vrijdag het licht ziet. Op papier, want voor iets concreets is het wachten tot 2012.
In essentie moet de Vlaamse regering kiezen tussen twee alternatieven waarbij Club en stad lijnrecht tegenover elkaar staan: het project in Zedelgem, grondgebied Loppem, met een winkelcentrum annex nieuw stadion, en een vanuit het stadsbestuur voorgesteld alternatief Brugge Noord, langs de Blankenbergsesteenweg. Lastig(er) te bereiken, en nog onduidelijk qua financiering, al is ook hier sprake van een winkelcentrum. Opvallend: VOKA, de kamer van koophandel van West-Vlaanderen, sprak haar steun uit voor het project van Club.
Rationeel is het project in Loppem – geen overheidssteun nodig, tenzij voor de ontsluiting en de ideale locatie – de beste oplossing, alleen heeft burgemeester Moenaert zich al zo hevig verzet dat elke beslissing ten voordele van Loppem gezichtsverlies zou betekenen. Dus wordt achter de schermen gewerkt aan een elegante uitweg. Die zou kunnen zijn: het licht hertekenen van de gemeentegrens met Zedelgem, zodat het nieuwe stadion alsnog binnen Brugse stadsgrond valt. Op die manier loopt Brugge geen 500.000 euro mis aan inkomsten uit belastingen én moet Zedelgem geen uitgebreide politiemacht op de been brengen.
Een alternatief is toch uitwijken: niet naar Brugge Noord, maar naar het zogenaamde Chartreusegebied vlakbij het afrittencomplex van de snelweg. Club en promotor Uplace kunnen daar eventueel mee akkoord gaan, mits er een oplossing wordt gevonden voor de archeologische waarde van die site én de prijs van de grond – Loppem is landbouwgrond, Chartreuse industriezone – beperkt is, want het budget voor het nieuwe stadion laat weinig marge toe. Deze site is ook kleiner, wat nieuwe problemen met zich brengt.
Hoe dan ook moet er nog een oplossing worden uitgedokterd voor Cercle – blijven in Jan Breydel of een ander stadion uitbouwen -, want zijn tempel delen wil Club onder geen beding meer, vanwege de commerciële plannen.
In elk geval is verder uitstel stilaan een probleem voor de organisatie van het WK 2018. Om die binnen te halen, moet er snel (op papier) duidelijkheid komen in de stadiondossiers. Daarom bewegen ook twee andere grote: Antwerpen is het zo goed als eens over Petroleum Zuid. Dat saneren gaat een smak geld kosten en dat kan misschien makkelijker vrij komen als de bestemming een nieuw Antwerps stadion is. Zet ook hier de Vlaamse regering op 5 september het licht op groen? En tegen 31 augustus moest van Charles Picqué een studie over het Brusselse project klaar zijn. Hier is het alternatief een (vervuild) terrein in Schaarbeek. Wil eigenaar NMBS hier de saneringskost van dragen, kan daar een nieuw stadion komen. Is de saneringskost voor de overheid, dan zou Brussel opteren voor een volledig nieuw Koning Boudewijnstadion, dat in zijn huidige vorm volledig tegen de vlakte zal gaan. Idealiter valt hier rond 15 september een beslissing.
PETER T’KINT
