“Ik ben geen man met een visie.” Prachtige uitspraak van de man die vanaf volgende zaterdag de Koninklijke Belgische Voetbalbond gaat leiden. Prachtig ? Of verontrustend ? Of toch vooral een understatement ? Zeker is dat Jan Peeters geen man is van grootspraak. Hem zal je niet horen zeggen dat hij de Rode Duivels naar het zoveelste opeenvolgende WK bracht. Zoals je hem ook niet zal horen zeggen dat al wie niet tot het rijk van Koning Voetbal behoort, niets van voetbal kent en er bijgevolg met zijn handen van moet afblijven.

Peeters, een jurist en dus iemand die kan leven met recht, is een man van de dialoog. Zijn aantreden vier jaar geleden als secretaris-generaal toen Alain Courtois naar Euro 2000 werd gedetacheerd, werd in brede kring als een verademing ervaren. Het verleent hem vandaag een redelijke portie krediet wanneer hij zijn mandaat als bondsvoorzitter opneemt. Maar visie ? Dat de naar de KBVB teruggekeerde Courtois kort geleden tijdens het gala van de Profvoetballer van het Jaar grootse projecten in het vooruitzicht stelde, in bewoordingen die de indruk wekten dat er aan de Houba de Strooperlaan te lang was geslapen, geneerde hem nogal. Omdat het niet loyaal is ten aanzien van Michel D’Hooghe, omdat het navenante verwachtingen creëert en omdat – nogmaals – grootspraak hem niet ligt.

Maar Peeters is niet blind. Ook D’Hooghe zag waar het schoentje knelde, maar de Brugse diplomaat bleef – veertien jaar lang – de acute problemen te lijf gaan met het instrumentarium van gisteren. “Wij zijn geen bedrijf waar een raad van bestuur ook bestuurt en beslist. Bij ons beslist de algemene vergadering en daar krijg je er zoiets niet door”, zei de Brugse dokter op het eind van het annus horrbilis dat 1998 voor de KBVB was. “Ik zou maar al te graag de bond besturen als een bedrijf.” Mooi gezegd, maar in zijn beleid kregen dergelijke belijdenissen nooit een vervolg. Behalve met retoriek stak D’Hooghe zijn nek zelden uit, met het jammerlijke gevolg dat hij de KBVB met een onwerkbaar bondsapparaat de 21ste eeuw binnenleidde. Visie is niet zo nu en dan mooie woorden de wereld insturen en tegelijk al het schaamlap klaar hebben om zich in te dekken tegen de onwaarschijnlijkheid van hun realisatie.

Jan Peeters moet er vast al aan gedacht hebben dat vóór alles de manier waarop in de KBVB beslissingen (niet) worden genomen, eenvoudiger moet. En dat alle betrokkenen daarbij inspraak horen te hebben, dus niet alleen de (vaak oudere en met een bondspostje gepaaide) clubleiders, maar ook spelers, trainers en scheidsrechters. Als iets de samenleving – en dus ook het voetbal – tijdens D’Hooghes lange ambtstermijn heeft gekenmerkt, dan wel toegenomen mondigheid, ook bij spelers. Van een voormalig jeugdrechter die bekend staat als de pionier in Vlaanderen van de alternatieve straffen, mag per defintie meer luisterbereidheid worden verwacht dan van een baron.

Bondsleiders worden ingehuurd om moeilijke keuzes te maken. Als het meezit, tonen ze leiderschap en maken ze keuzes die getuigen van lef. Tot nog toe heeft het niet meegezeten. Tijd dus voor politieke moed. Jan Peeters heeft één groot voordeel daarbij : zijn leeftijd. Peeters is 67, te oud al om nog een internationale bobocarrière in Zwitserland na te jagen. Dat heeft hem ook nooit wat gezegd. Liever drinkt hij op zondagochtend een pils in zijn kleine stamcafé in Mariekerke. “Met wat gepensioneerden en de gewone werkman, want Mariekerke is geen dorp van notabelen.” Dat alleen al maakt hem sympathieker dan zijn voorganger. (JH)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content