Bij Standard proberen ze de druk over een eventuele titel, waar al 23 jaar vruchteloos naar wordt gesmacht door de fanatieke aanhang, zo goed als mogelijk af te houden. “Een kampioenschap is een werk van lange adem”, beseft trainer Dominique D’Onofrio. “Nu moeten we ervoor zorgen dat we niet in euforie geraken.” Hij wordt in die visie bijgetreden door zijn assistent-trainer Stéphane Demol, die er blijkbaar in de kleedkamer voor zorgt dat er geen wrijvingen kunnen optreden tussen de jongens met de sterke persoonlijkheden. “De winning mood brengt een gezonde dosis vertrouwen met zich mee. Kampioen spelen hoeft niet, met de tweede plaats zijn wij ook al tevreden”, zo kruipt de oud-international graag in de underdogrol. In zijn achterhoofd beseft hij echter maar al te goed dat zijn team gewapend is om een gooi te doen naar een titel, want het is de bedoeling om de komende maanden nog twee spelers aan de selectie toe te voegen.

Ondertussen blijkt dat het vertrek van Ivica Dragutinovic, Sambegou Bangoura, Milan Rapaic (een terugkeer blijft mogelijk, verklaarde de wekelijks met hem telefonerende Vedran Runje) en in mindere mate Gonzague Vandooren goed werd opgevangen. Behalve de uitschuiver tegen de Ivoriaanse balgoochelaars van Beveren toonde Standard zich de afgelopen wedstrijden een compleet elftal. De ingrediënten die daarvoor gebruikt worden, zijn de tegenstander onmiddellijk bij de keel grijpen, variatie, pressing, tempo en onbuigzaamheid.

Ook een aantal positiewissels heeft een positief effect. De Fransman Mathieu Beda krijgt centraal achterin de kans aan de zijde van Oguchi Onyewu, waardoor Philippe Léonard opnieuw als linksachter, zijn beste positie, kan worden uitgespeeld. Het experiment met de Braziliaanse Michel Garbini, tactisch zwak en vaak te laat reagerend op het openzetten van de buitenspelval, mislukte immers compleet. Op het middenveld speelt Mathieu Assou-Ekotto, die veel ballen recupereert en zo de druk op de verdediging weghaalt, opnieuw in steun van Karel Geraerts, die daardoor opnieuw meer kan infiltreren en scoren. Iets wat de Limburger niet kon aan de zijde van Christian Negouai, die toen die offensieve rol meekreeg. Met Jonathan Walasiak (rechts) en Almani Moreira (links) kwam er meer evenwicht en diepgang op de flanken. Twee jongens die ook het verdedigende werk niet schuwen, waardoor Assou-Ekotto en Geraerts minder belast worden. Voorin zorgen aanvoerder Sergio Conceiçao en Mohammed Tchité dan weer voor veel beweging en onvoorspelbaarheid. (FV)

FV

‘Kampioen spelen hoeft niet, met de tweede plaats zijn wij ook al tevreden.’ (Stéphane Demol)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content