Stefan Everts na de coma: ‘De eerste keer dat ik mijn familie terugzag, was ik heel emotioneel’

© bauters
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Zijn milt verloor Stefan Everts al in 1992, na een valpartij waarbij hij zijn stuur in zijn onderbuik kreeg. Nu, dertien jaar na zijn carrière, verloor de recordwereldkampioen motorcross ook nog zes tenen, na een steek van een malariamug tijdens een benefietwedstrijd in Congo.

Stefan Everts: ‘Ik deed mee voor de fun. Toen Thierry Klutz het mij vroeg, dacht ik: waarom niet? Hij vertelde mij dat hij vorig jaar deelnam en dat het een goed georganiseerde endurowedstrijd was op een mooi parcours in de brousse van Lubumbashi, ten voordele van de opvoeding van lokale jeugd. Voor de tiende editie wilden ze iets speciaals doen en ze dachten aan mij. Ik keek in mijn agenda en het paste er net in.

‘Eén dag na mijn vakantie in Jamaica in november zijn we vertrokken en het werd ook echt een plezante ervaring. De veiling van mijn shirt bracht meer dan vijfduizend euro op en daarmee kunnen ze al elf kinderen laten afstuderen.

‘Ik was al veertien dagen thuis toen ik op een zaterdagavond op restaurant in Brussel voelde dat ik ziek aan het worden was. ’s Nachts moest ik door het hevig zweten enkele keren een ander T-shirt aantrekken. De huisarts zei wat ik dacht: het is griep. Ik nam dus grieppillen. Maar de woensdag merkte Kelly, mijn vrouw: dit is niet pluis. Ze is toen met mij naar intensieve zorgen in Hasselt gereden en van daar werd ik snel overgebracht naar Leuven. Blijkbaar sms’te en belde ik nog met mijn ouders alvorens we thuis vertrokken, maar daar weet ik niets meer van. Uiteindelijk hielden ze mij twaalf dagen in een kunstmatige coma om al mijn energie te genereren voor mijn genezing. Toen ik bij kwam, vertelden ze mij dat het malaria was.

Ik geloof in karma dus ik vraag mij wel eens af: wat deed ik als mens slecht dat ik dit verdiende? Misschien brengt het ook iets positiefs voort.

Stefan Everts

‘Je kunt de tijd niet terugdraaien, maar … wat als er meteen nadat ik mij niet goed voelde een bloedstaal was genomen? Dan was er direct vastgesteld dat het malaria was en had ik al die blijvende schade wellicht niet opgelopen. Want van zodra de behandeling was gestart, waren die malariaparasieten vrij snel uit mijn lichaam. Maar het kwam niet in mij op om mijn ziekte twee weken later nog te linken aan mijn trip naar Congo. De symptomen waren ook dezelfde als bij griep. Blijkbaar is dat zo bij malaria, maar dat wist ik niet.

‘Ik was ook gerustgesteld toen ik naar Lubumbashi vertrok. Er was mij gezegd dat het niet echt nodig was om malariapillen te nemen en dat mij inwrijven met muggenmelk volstond. Belgen die daar wonen en mee in de organisatie zitten, zijn hier onlangs op bezoek geweest en vertelden mij dat zij en hun kinderen dat ook niet doen. Maar zij weten wel: voelen zij zich ziek worden, dan nemen ze onmiddellijk pillen, gaan ze naar het ziekenhuis en krijgen ze daar de juiste antibiotica toegediend. Bij mij duurde dat te lang en daardoor kon de malaria blijvende schade aanrichten. Dat gebeurde dus in die dagen dat ik thuis badend in het zweet in bed lag. Daar is de fout gebeurd.

‘Achteraf moet ik bekennen: voor ik ziek werd, was ik al eens moeten gaan liggen omdat ik vermoeid was, wat met mij maar heel zelden gebeurt. Dus dat was al een beetje abnormaal. En toen ik die rillingen kreeg, dacht ik: het is wel een serieuze griep die ik zal krijgen. Ik panikeer natuurlijk ook niet snel. Als je als sportman je grenzen wil verleggen, moet je door de pijngrens heen gaan. Topsport is je constant pijn doen.

‘Laat het ons erop houden dat het gewoon klotepech is. Thierry Klutz nam tenslotte ook geen malariapillen. Veel wil ik daar niet meer over nadenken. Het zijn vijgen na Pasen.’

Shit

‘Wanneer je uit een coma komt, duurt het een tijd voor je weer helemaal van deze wereld bent. Als ik in het begin naar de foto van mijn kinderen keek, zag ik het gezicht van andere mensen die in de verte op hen leken. Dat was heel bizar. Toen de dokter na een paar dagen op mijn bed kwam zitten en mij vertelde dat het malaria was geweest en dat ik de eerste was die zo’n hoge dosis in het bloed overleefde, kwam het besef: ik ben er nog, het kon anders zijn geweest. De eerste keer dat ik familie en vrienden terugzag, was ik heel emotioneel.

‘Sindsdien ben ik iets sneller emotioneel geraakt, merk ik, soms zelfs ook door wat er in een film gebeurt. Dat is wel vreemd, want vroeger was ik totaal niet zo. Die snaar is veel gevoeliger geworden. Ik ben ook rustiger geworden. Voorheen was ik nogal impulsief. Nu zal ik sneller iets overdenken alvorens ik reageer op iets dat gezegd wordt. Ik vloog altijd al door het leven. Alles deed ik in overdrive. Niemand kon mij bijhouden. Nu kan ik niet anders dan vertragen. Mijn voeten dwingen mij daartoe.

‘Eigenlijk ben ik altijd een grote egoïst geweest. Maar als je in een individuele sport de beste wil worden, moet je dat ook zijn. Ik ben zo opgegroeid en daar almaar extremer in geworden. Als kleine jongen zag ik mijn vader in Spanje wereldkampioen worden en voor mij was het evident dat ik dat ook zou worden. Tijdens mijn carrière aanvaardde mijn familie dat, maar daarna ging ik zelf crossers begeleiden en werd het nog erger. Toen maakte Kelly er mij attent op dat het niet alleen maar ‘ikke, ikke, ikke’ meer moest zijn en dat ik soms ook eens aan hen moest denken.

‘Als je de absolute top wil halen, is dat volgens mij de enige manier. Zo ben ik ook gevormd door mijn vader: er alles voor doen, nooit helemaal tevreden zijn, zelfs al win je, altijd méér willen. Hij was hard voor mij, altijd to the point, soms cru. Nooit draaide hij rond de pot. Ik vloekte vaak, verwenste hem wel eens, maar echte kampioenen laten zich niet kennen. Achteraf bekeken is dat cruciaal geweest voor wat ik later presteerde. Wellicht is die vechtersmentaliteit ook de reden dat ik er nu nog ben.

‘Ik stel vast dat er tegenwoordig veel zijn die zo’n aanpak niet meer aankunnen. Ze zijn softer geworden, ze maken sneller een probleem van iets en maken het groter dan het is. Ik begrijp wel dat het nu andere tijden zijn, met invloeden langs alle kanten, en dat iedere persoonlijkheid anders is, maar we mogen daar niet te slap in worden. De beste opleiding blijft leren omgaan met hardheid. Dat moet gebeuren wanneer iemand nog kneedbaar is. Van Kevin Strijbos probeerde ik op latere leeftijd nog een kampioen te maken, maar dat mislukte. Ondanks al zijn talent. Ik ben anders opgeleid geweest dan hij. Als ik mijn hand in het vuur moest steken of de Noordzee over moest zwemmen om wereldkampioen te worden, dan aanvaardde ik dat en deed ik dat gewoon. Nochtans was ik ook een platte toen ik vijftien was: geen fysiek, geen kracht en mentaal totaal niet bewust van waar ik aan begon. Maar mijn droom, mijn ambitie en mijn verlangen om de beste te zijn, waren zo groot dat ik bereid was om daarvoor duizend keer te vallen en duizend keer weer op te staan. Als je de top wil halen, dan moet je leren door de shit gaan, zeggen: fuck, ik laat mij niet kennen. Je moet kunnen overleven.’

Troost

‘Choquerend voor mij was vooral dat ik vel over been was toen ik uit coma kwam. Van twaalf dagen plat te liggen, waren mijn spieren gesmolten als sneeuw voor de zon. Ik kon niets meer. Ik kon mijn arm niet meer opheffen, niet meer slikken en niet meer hoesten. Daar ontbrak mij de kracht voor.

‘Schrikken was het ook toen ik mijn tenen zag. Die waren helemaal zwart en moesten elke dag verzorgd worden. Ik dacht meteen: dat komt niet goed. In december had de dokter al kunnen zeggen: we gaan dat stuk amputeren. Maar hij liet er tijd over gaan om het mij stapje per stapje te kunnen laten aanvaarden en verwerken. Het nadeel daarvan is wel dat je zo het lijdensproces enorm verlengt.

‘Wat die malaria in mijn lichaam aanrichtte, is enorm. Op een bepaald moment is er paniek geweest omdat mijn lever en mijn nieren op uitvallen stonden. Om mijn organen te redden, is er toen voor gekozen om het bloed naar mijn hart te pompen. Daardoor ging er minder naar mijn handen en mijn voeten en zijn vooral in mijn voeten die uiterste celletjes en bloedbaantjes beginnen afsterven. Maar dat zijn keuzes die je dan moet maken. Zonder handen en voeten kun je leven, maar niet zonder lever en nieren.

‘Meer dan ikzelf nog beseffen de dokters welk mirakel het is dat ik er nog door ben gekomen. Onlangs vernam ik het nog van iemand: in Leuven was ik al door veel mensen opgegeven. Het is ook dankzij mijn verleden als sporter, door mijn sporthart, mijn spieren en de goeie vorm waarin ik nog altijd verkeerde dat ik nog leef.

‘Ik ben nu eenmaal iemand die niet kan stilzitten. Ik moet bewegen. Dat ik sindsdien bijna niets meer kan doen, is voor mij een nachtmerrie. Hoelang ik nog met die krukken moet rondlopen weet ik niet. Een maand? Drie maanden? Zes maanden? Een jaar? Soms ben ik die pijn kotsbeu, want ik blijf sukkelen. Maar er is geen andere keuze: ik moet ermee verder. Er wordt nu gesuggereerd dat het beste zou zijn om nog een stuk van die rechtervoet af te zetten, maar ik wil het nog wat meer tijd geven. Mocht het dertig procent verbeteren en opgevangen kunnen worden met een speciale zool, dan kan ik misschien zo verder en behoud ik toch een iets grotere voet en iets meer balans. Hoe dat zal eindigen, is dus nog altijd de grote vraag. Fietsen gaat al goed, maar of ik nog ooit zal kunnen lopen, weet ik niet. De uitdaging is ook om weer met de moto te kunnen rijden. Na alles wat ik meemaakte, zou dat een troost zijn.

Stefan Everts na de coma: 'De eerste keer dat ik mijn familie terugzag, was ik heel emotioneel'
© bauters

‘Tegelijk besef ik dat het veel erger geweest kon zijn. Ze boorden een gat in mijn hoofd om de druk van mijn hersenen weg te houden. Evengoed liep ik een hersenletsel op en zat ik hier nu als een plant. Ik ben blij dat ik nog iedere dag mijn familie kan zien en dat we veel samen zijn. Daar geniet ik meer dan ooit van. Maar je bent hoe dan ook toch getekend voor het leven.

‘Ik geloof in karma, in de wet oorzaak en gevolg, omdat ik dat patroon geregeld meen te herkennen in het leven. Dus vraag ik mij wel eens af: wat deed ik als mens slecht dat ik dit verdiende? Misschien brengt het ook iets positiefs voort, maar wat dat zou kunnen zijn, daar ben ik nog niet achter.

‘Tijdens mijn coma kreeg ik enkele bizarre dromen, maar een betekenis kan ik daar niet meteen aan geven. Op een bepaald moment reisde ik doorheen de tijd en kwam ik terecht in de periode van nonkel Jef, Jef Teeuwissen, de broer van de moeder van mijn papa. Hij croste in de jaren zestig, toen ik er nog niet was dus, en het is door hem dat we in de familie zowat allemaal zijn beginnen crossen. Wat ik in die droom zag, speelde zich af in de buurt van Zolder. Crossers met van die leren botten aan en met moto’s uit die tijd waren zich aan het klaarmaken om te rijden. Ik was erbij, maar het was precies alsof zij niet wisten dat ik daar was. Dat was heel helder en heel realistisch, maar hoe dat kan, weet ik niet.

De uitdaging is ook om weer met de moto te kunnen rijden. Na alles wat ik meemaakte, zou dat een troost zijn.

Stefan Everts

‘Ik wil voortaan in elk geval zo goed mogelijk balans vinden in alles om zo lang mogelijk gezond te kunnen blijven en zo goed mogelijk van het leven te kunnen profiteren. Omdat ik nu besef hoe snel het gedaan kan zijn. Vroeger stond ik daar nooit bij stil. Hopelijk kunnen we nog lang en gelukkig samen zijn. Maar je weet nooit wat er achter de hoek ligt. Zie maar wat een stomme mug kan aanrichten. We moeten sterk blijven, wat er ook gebeurt.’

Succes

‘Het belangrijkste zijn nu de kinderen. Mylee is acht en doet aan competitieturnen. Van haar zes wedstrijden won ze vijf keer goud. Zij is vrij goed in wat ze doet, vertellen ze ons, want zelf ken ik niets van turnen. Liam is vijftien en crost. Daar ken ik natuurlijk wel iets van. Maar je eigen kind begeleiden, dat is ontzettend moeilijk. Zeker in onze situatie: omdat hij mijn zoon is, lijkt het alsof het al vastligt dat hij de volgende wereldkampioen gaat worden. Alsof het niet meer mis kan gaan. Dat creëert spanning bij hem, merken we, en daarom laten we hem nu mentaal begeleiden door sportpsycholoog Rudy Heylen. Tijdens de wedstrijden is de naam Everts op zijn rug geen voordeel.

‘Het lijkt simpel, maar dat is het absoluut niet. Voor mij is het dat ook niet geweest. Er komt zoveel bij kijken. Succes is het resultaat van een hele winkelkar aan ingrediënten waar je mee moet gaan werken. Nu zien de mensen alleen maar mijn tien wereldtitels en die honderdeneen Grote Prijzen die ik won, maar ik verloor ook veel. Ik liet ook veel titels liggen. Maar ik ben er sterker van geworden, omdat ik niet opgaf en ben blijven gaan. Het begint met talent en dan komt het eropaan veel zaken bij elkaar te rapen voor je eigen rijstijl en je instelling om zo optimaal mogelijk te presteren. Dat is de passie. De ambitie is er voor mij gekomen door bewust de succesbeleving van mijn papa mee te maken. Dan is er nog karakter en discipline nodig, de goeie entourage én de goeie vrouw. Toen ik Kelly tegenkwam, ben ik er helemaal voor gegaan. Ik wist: die moet ik hebben ( lacht). Het leverde mij nog zes titels op. Toen deed ik maar drie dingen meer: slapen, eten en trainen. De rest was haar probleem.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content