Ofschoon het al viermaal de beste van Afrika was, speelt Ghana straks pas voor het eerst op een wereldkampioenschap. De belangrijkste gebeurtenis sinds de onafhankelijkheid, zegt de trainer. Dat geeft moed.

Iets langer dan gebruikelijk is de stilte die Ratomir Dujkovic na de vraag laat vallen, want hij overweegt iets controversieels te antwoorden. Ja. “Ik ben een aanvallende trainer.”

Zo !

Een witte glimlach ritst zijn door sigaretten en drank gelooide gezicht open. Hij denkt er mee weg te komen. Maar de feiten spreken hem tegen : onder Dujkovic’ leiding schroomde Ghana zich niet sommige wedstrijden met een libero en twee mandekkers aan te vatten. Het liet de ploeg in de twaalf kwalificatiewedstrijden voor het WK amper vier doelpunten incasseren en één wedstrijd, tegen Burkina Faso, verliezen. Weliswaar een verdienste omdat de Ghanese verdedigers op Samuel Kuffour na niet zo sterk zijn, maar geen hoopgevende, want wat zijn tegenstanders als Zuid-Afrika, Burkina Faso, Oeganda en Kaapverdië waard ? Dat nuanceert ook de vierentwintig doelpunten die Ghana in diezelfde reeks liet noteren : zeven ervan vielen tegen Somalië en samen werden ze gemaakt door tien spelers.

Het tekent tevens de kracht van het elftal : ofschoon er met Samuel Kuffour (AS Roma), Michael Essien (Chelsea), Stephen Appiah (Fenerbahçe) en Sulley Ali Muntari (Udinese) internationaal gerenommeerde krachten in staan, blijft op en naast het veld de discipline in het belang van de ploeg bewaard. Dat is geen toeval. “Om te trainen in Afrika moet je jezelf aanpassen, want je kan hén niet veranderen,” lacht Dujkovic. “maar ik probeer er toch iets in te steken van het Servische voetbal zoals ik het ken en dat is discipline. Ik hoop dat ze zich mij later herinneren omdat ik daarmee iets anders in de ploeg bracht.”

Op het middenveld is Appiah degene die als spelmaker het spel naar voren moet proberen te verleggen. De voormalige aanvaller werd in Italië – hij speelde er voor Udinese, Parma en Brescia – omgevormd tot spelmaker, maar kan het door zijn verleden ook nog altijd als tweede spits. Centraal vindt hij het uitstekend met Essien : “Ik kan geen negentig minuten gáán, dus is de afspraak met Essien dat hij soms ook naar voren gaat.”

Essien speelt de bal goed rond, is snel en technisch sterk, waardoor hij als verdedigende middenvelder niet alleen de eigen verdediging ontlast maar ook druk op verdedigers van de tegenstander kan zetten door af en toe te scoren. Voor een speler die voor 38 miljoen euro van Olym-pique Lyon naar Chelsea ging en daarmee een van Afrika’s duurste is, geen onbegrijpelijke kwaliteiten.

Op de flanken van het middenveld helt de klasse met links Sulley Ali Muntari en rechts Gabriel Issah of Laryea Kingston nogal naar de kant van eerstgenoemde over. Zijn flanken wil de trainer in balbezit naar voren zien gaan en de laterale backs hun positie zien innemen, maar bij balverlies worden ze geacht Appiah en Essien te ondersteunen en crosses te geven. “Maar we moeten daar meer uit scoren.” Alleen ontbreekt het Ghana aan spitsen die het niveau halen van de verdedigers en middenvelders. “Eigenlijk hebben we een speler als Totti nodig.”

Patriottisme

Nooit was Ratomir Dujkovic in Europa hoofdtrainer. Na een carrière als doelman van Rode Ster Belgrado werd hij er als vijftienvoudig international keeperstrainer ; daarna probeerde hij het meteen als nationaal trainer in het buitenland. Eerst in Venezuela, dan bij Birma en Rwanda, nu in Ghana. Hoewel hij vóór Ghana dit jaar in 2004 ook Rwanda al plaatste voor de Afrika Cup en hij als staflid van Rode Ster in 1991 de Europabeker won, vormt de aanwezigheid op het wereldkampioenschap in Duitsland het hoogtepunt uit zijn carrière. “Zelfs al is het resultaat niet goed, never mind, er deel van uitmaken, bij de 32 beste trainers van de wereld horen, is geweldig voor mij. Daarna zal ongetwijfeld een club uit Italië mij als trainer willen ( grijnst), want het blijft mijn ambitie om in Europa trainer te kunnen worden.”

De kwalificatie voor de wereldbeker, zo zegt de trainer, is voor de Ghanezen de belangrijkste gebeurtenis sinds de onafhankelijkheid 49 jaar geleden. “Naar de tweede ronde gaan betekent voor ons dan ook zoveel als wereldkampioen worden. Al ziet de minister van Sport ons al in de halve finale.”

Ghana zit in een groep met de Verenigde Staten, Tsjechië en Italië.

Voor de eerste wedstrijd, tegen Italië, geeft de trainer toe, is hij bang. De psychologische druk op de ploeg zal immens zijn : de eerste keer op het wereldkampioenschap present geven en al meteen tegen de drievoudige wereldkampioen moeten spelen is geen sinecure. “Maar ze zijn klaar om te sterven voor de ploeg, mijn spelers. Ik bedoel : zoveel patriottisme heb ik nog nooit gezien.” En dat geeft moed.

Maar weekte de kwalificatie voor het wereldkampioenschap aanvankelijk nog euforie los, na de uitschakeling in de eerste ronde van de Afrika Cup begin dit jaar sloeg de stemming snel om. Het verdedigende spel was niemand ontgaan en Ra-tomir Dujkovic, wiens contract in december afloopt, werd door de minister van Sport en Onderwijs ter verantwoording geroepen. Zijn positie wankelde.

Samuel Kuffour, wiens relatie met de trainer in het verleden een paar keer gebrouilleerd raakte, kan een grimas niet onderdrukken als hem na Club Brugge-AS Roma de zaak wordt voorgelegd. “Wat hij moet veranderen, is niet aan mij om te zeggen, maar dát de trainer iets moet veranderen, dat is zeker”, grijnst de verdediger.

Zelfs de verdediger.

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content