Geboren op 11 april 1985 in Brussel. Werkt als verpleegster. Is al iets meer dan twee jaar de partner van Steven De Petter, middenvelder bij Dender.

D aphné Asselman: “Mijn achternaam komt nogal vaak voor bij Dender. De vader van trainer Patrick Asselman en mijn opa zijn neven.

“Toen Dender nog in de tweede klasse speelde, werkte ik eerst een tijdje in de kantine. Mijn tante maakte er ontbijt klaar voor de spelers, ik hielp achter de toog. Steven kwam altijd een AA-drinkske bestellen en lachte dan eens schoon ( schatert). Mijn tante vroeg of dat geen jongen voor mij was. Ze pushte me wat, schreef zijn telefoonnummer over van de spelerslijst en gaf het mij. Ik was eerst niet van plan om met hem contact op te nemen. Jezelf aanbieden, dat is zo stom. Maar ik zat me dan toch eens te vervelen in de klas en stuurde hem een sms’je. Later gingen we iets drinken en uiteindelijk trokken we eens naar de cinema. Daar kuste hij me. ( lacht) Op de laatste rij.

“Ik vond hem van in het begin al een knappe jongen. In eerste instantie word je toch verliefd op het uiterlijk. Misschien waren het zijn ogen die de doorslag gaven … En een sportman, kom, het was eens iets anders ( schatert).

“Onze karakters lijken op elkaar. Qua koppigheid moeten we voor elkaar niet onderdoen. Het kan úren duren vooraleer een van de twee een ruzie bijlegt.

“Maar in feite zijn we beiden erg kalme types. Twee huismussen. Hij straalt die rust ook uit. Ik ging een tijdje veel uit, maar dat is nu voorbij. Hij doet dat ook niet meer, door het voetbal. We gaan weleens iets drinken, maar zitten meestal liever op ons gemakje thuis. Hier spelen we met de kaarten of halen we een gezelschapsspel boven.

“Op een paar vlakken is hij anders dan ik. Hij houdt totaal niet van winkelen. Ik neem hem nooit mee naar de stad als ik voor mezelf iets ga kopen. Telkens als we daar lopen, is hij direct aan het zagen. Kleren voor hem moet ik zelf meebrengen. Kan ik hem dan toch eens overtuigen om mee te gaan, dan zorg ik ervoor dat ik vooraf op verkenning ben geweest, zodat ik hem direct met twintig kledingstukken in een pashokje kan duwen. Zelfs dan klinkt het rap: ‘We gaan naar huis, hé, ik word moe.’

“Ook op het vlak van gedrevenheid verschillen Steven en ik. Hij houdt vol, toont karakter. Qua voeding bijvoorbeeld. Als hij zegt dat hij geen frieten eet, dan doet hij dat ook echt niet. Ik zou af en toe niet aan de verleiding kunnen weerstaan.

“Steven kreeg een vrij strenge opvoeding en spreekt nu zelf ook de kinderen van zijn zus soms kordaat toe. Neen is neen, weten ze. Zo zal hij ook als vader zijn, denk ik.

“Normaal gezien kunnen we in augustus naar ons eigen appartementje, in Nieuwerkerken. In het huishouden zal hij totaal niet actief zijn, weet ik nu al. Ik maak me geen illusies. Als hem wordt gevraagd om de tafel te dekken of af te ruimen, is het altijd njet. Steven kan daar een hele dag liggen ( De Petter roept vanuit zijn zetel: “Rusten noemen ze dat!”). Ik maakte hem dat zo gewoon, vrees ik. Je legt dat in het begin in de watten, hé ( lacht). Nu krijg ik het er niet meer uit. Kijk ( wijst naar de keukentafel), hij heeft daarnet een peer gegeten. Het potje met de schillen staat daar nog. Daar krijg ik het dus van! Al tien keer vroeg ik om dat op te ruimen. De twintigste keer zal ik het toch weer zelf moeten doen.

“Nu hij revalideert ( De Petter onderging twee schouderoperaties, nvdr), moet hij nog meer verzorgd worden. Een zieke vent, dat is een kind, hé. Soms had hij dipjes en vroeg hij: ‘Zal dat ooit nog in orde komen?’

“Nu praat hij al iets vlotter over zijn gevoelens dan toen we elkaar pas kenden. Hij werd opener en geeft meer affectie. Ik ben een aanhankelijk knuffelbeest, maar hij pakte mij in het begin niet zo vaak vast. We hadden daar dan eens een discussie over en nu is het beter. Mja, een man moet je dat leren, hé.” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content