STILLE KRACHT

© Belgaimage

Wie zijn de kampioenenmakers in het topvoetbal van vandaag? In een nieuwe zomerserie ontleedt Sport/Voetbalmagazine de trainers die een garantie zijn voor succes. Of, in het geval van ‘beginner’ Giovanni van Bronckhorst, voor een historische titel voor Feyenoord – de eerste sinds 1999. Gio, bedachtzame gentleman, maar keihard als het moet.

Kampioenenmakers, je hebt ze in alle gedaanten. Sommigen, onder wie José Mourinho, rennen dolgedraaid het veld rond alsof ze het allemaal zélf hebben gedaan. Carlo Ancelotti kijkt stoïcijns toe en beperkt zich tot een stevige handdruk met assistenten en voorzitter, terwijl Louis van Gaal zich graag wentelde in de rol van de onvervalste volksmenner, die de fans van AZ van op een podium toeschreeuwde: ‘We zijn de beste! We zijn de beste!’

Een enkeling laat zijn tranen de vrije loop. Zoals Giovanni van Bronckhorst, die Feyenoord op de allerlaatste speeldag naar de eerste landstitel sinds 1999 leidde. Aandoenlijke en meeslepende televisie, vakkundig georkestreerd door NOS-journalist Joep Schreuder, die de coach na het laatste fluitsignaal meenam naar de middencirkel en daar, omringd door 50.000 verdwaasde fans, naar een eerste indruk vroeg.

‘Het was’, zo snikte Van Bronckhorst, ‘onbeschrijflijk.’ Hij keek rond, legde de armen in zijn nek, kneep de lippen dicht en schudde verontschuldigend het hoofd. Het woord ‘ik’ viel niet één keer. Het was een prijs voor iedereen. ‘Voor het team, voor de club, voor de directie, voor de supporter: voor alle mensen die zo veel energie in de club hadden gestopt.’

Hij cijferde zichzelf helemaal weg. ‘Als trainer heb je wel invloed, maar niet 100 procent.’ Van Bronckhorst, gentleman in de volksclub van opgestroopte mouwen. Veel meegemaakt als voetballer, maar dit was het ‘mooiste moment’ dat hij ooit had mogen beleven. ‘Dat maakt me zó trots.’

Schreuder bedankte voor de oprechtheid, Gio snikte voort en De Kuip huilde mee. Het beeld deed terugdenken aan mei 2010, toen de 35-jarige Van Bronckhorst zeventien jaar na zijn debuut in De Kuip, aan de zijde van zijn zonen Jake en Joshua met dikke tranen afscheid nam van ‘zijn’ Feyenoord. ‘Feyenoord zit in me, ik zal altijd Feyenoorder blijven.’

Gedurfde keuze

Maart 2015. Het is nog maar eens onrustig bij Feyenoord, op dat moment een armlastige ex-topclub. Fred Rutten, die in juli Ronald Koeman heeft opgevolgd, doolt nors door de catacomben van De Kuip. Hij heeft de club nochtans op een derde plaats geparkeerd, na Ajax en PSV, en door de poules van de Europa League geloodst, maar de ex-trainer van onder andere Schalke 04 en PSV wilde méér. Hij kon zijn contract verlengen, maar weigerde. Ontgoocheld over de financiële slagkracht, over de noodgedwongen verkoop van titularissen – Bruno Martins Indi, Daryl Janmaat, Stefan de Vrij en Graziano Pellè – en over het gebrek aan een topsportklimaat binnen de club, een vaststelling die zijn voorgangers Gertjan Verbeek, Koeman en Rutten ook al maakten.

Technisch directeur Martin van Geel moet op zoek naar een nieuwe trainer, in zijn ogen de belangrijkste man binnen een club. Maar hij ziet niemand die aan zijn eisen – een ervaren Nederlander – voldoet. Louis van Gaal, met wie hij bij AZ landskampioen werd, zit vast bij Manchester United. Co Adriaanse, 65 jaar voorbij en geestelijk met pensioen, en Henk ten Cate, volgens de technisch directeur een eeuwige onruststoker, worden ook van het lijstje geschrapt. In de Eredivisie ziet hij niet meteen een valabele kandidaat. Ron Jans heeft PEC Zwolle een paar maanden ervoor wel naar de KNVB Beker geleid, maar coachen bij Feyenoord is andere koek. Neen, hij zal een van de twee assistenten – Jean-Paul van Gastel of Van Bronckhorst – in het diepe gooien.

Van Gastel geniet aanvankelijk de voorkeur, maar na een gesprek met Van Bronckhorst wijzigt de technisch directeur van koers. ‘Het voelt alsof ik Gio moet nemen. Jean-Paul heeft nochtans alles en ik durf het ook wel met hem aan, maar Gio is gewoon een etage hoger’, zegt hij nog die avond tegen zijn vrouw. Een tweede gespreksronde bevestigt zijn gevoel, schrijft Voetbal International.

‘Van Bronckhorst is bevlogen, intelligent en onafhankelijk. Hij heeft in de absolute top gespeeld en zal zich niet laten meezuigen in de spiralen die het werk in De Kuip soms tot een hel maken. In de gesprekken blijkt Van Bronckhorst iedere keer al drie stappen vooruit te denken. Dat is vervelend voor Van Gastel, maar het besluit staat vast en zorgt al meteen voor ellende. Want Van Gastel is verrast. De eerste week ziet de rest van de staf hem mokkend rondlopen in De Kuip. Het is direct een bevestiging dat de goede keuze is gemaakt. Afspraak is afspraak. Het is niet anders. Niemand is groter dan de club.’

Van Bronckhorst tekent voor twee seizoenen, cultuurbewaker Van Gastel voor drie, omdat hij als ex-jeugdtrainer de brug naar de opleiding – Feyenoords levensader – moet leggen. Onbedoeld tekent Martin van Geel voor een primeur. De drie grootste traditieclubs zullen worden geleid door ex-voetballers die meer dan 100 interlands op de teller hebben: Frank de Boer (Ajax, 112 caps), Van Bronckhorst (Feyenoord, 106) en Phillip Cocu (PSV, 101). De drie zijn bovendien protegés van Bert van Marwijk, de man die Feyenoord in 2002 naar de UEFA Cup leidde en Van Bronckhorst bij het Nederlands elftal tot kapitein bombardeerde. ‘Daarover bestond geen enkele twijfel. Gio had een schat aan ervaring en is iemand die snel door iedereen wordt geaccepteerd. Dat is heel belangrijk. Bovendien lijkt het misschien niet zo, maar hij trekt zijn mond open als het erop aankomt’, liet Van Marwijk noteren in de Volkskrant.

Opel Calibra

Giovanni van Bronckhorst begon op zijn zesde te voetballen bij Linker Maas Oever, een amateurclubje uit Rotterdam-Zuid, waar jeugdscouts van Feyenoord hem bijna wekelijks volgden. Hij had een droom, die hij ooit haarfijn beschreef in een opstel. Het verhaaltje ging over Jantje de Boer, een jong kereltje dat profvoetballer wilde worden, en eindigde met de woorden: ‘En het leukste is, die Jantje de Boer, dat ben ik.’

Toen hij zich het jaar erna, in 1982, meldde op de Open Dag van Feyenoord – de jaarlijkse selectiedagen -, hoefde hij alleen maar zijn naam te zeggen. Zijn leeftijdsgenootjes haalden hun beste kunstjes boven om de scouts te overtuigen, hij moest niet eens zijn schoenen uit zijn tas te halen. De opleiders van Varkenoord hadden hem al beschreven als ‘een spelertje dat in zijn eentje verdedigingen kon openrijten en verschillende hattricks had gescoord’. Natuurlijk mocht hij lid worden van Feyenoord.

Het talent van de Rotterdamse creatieve linkermiddenvelder was voor iedereen duidelijk, voetballen leek toch zó gemakkelijk voor de zoon van een Molukse moeder en een Indonesische vader. Een zondagskind, dat Nederlands jeugdinternational werd, op zijn vijftiende een contract bij Feyenoord tekende en het jaar erna onder Willem van Hanegem met het eerste elftal mocht meetrainen.

De Kuip ontdekte hem voor het eerst toen hij in de zomer van 1993 tijdens een oefenwedstrijd tegen FC Barcelona, getraind door Johan Cruijff, mocht opdraven. Maar international Rob Witschge stond hoger in de pikorde. Hij werd ongeduldig en opstandig, vreesde dat zijn status van talent in eeuwig talent zou veranderen en vroeg aan technisch directeur Wim Jansen of hij aan RKC kon uitgeleend worden. Hij kreeg groen licht, debuteerde in februari 1994 op het hoogste niveau en versierde in het kleine Mandemakers Stadion van Waalwijk een nieuwe overeenkomst voor vier seizoenen bij… Feyenoord.

Een fantastisch contract, inclusief Opel Calibra. ‘Een vriend van mij spaart al jaren voor zo’n wagen en ik krijg hem zomaar’, lacht hij in Voetbal International. ‘De eerste keer zakte ik voor mijn rijbewijs. Ik was helemaal down, want ik slaagde altijd voor mijn examens, ook op de middelbare school. Zakken, ik wist niet wat het was. Maar ik moest die dag met de bus terug naar huis, terwijl ik al die mooie wagens zag voorbijrijden. Vreselijk.’

Het wordt opnieuw een moeilijk seizoen. De ploeg draait stroef, volgens Van Hanegem heeft het geen zin om zo’n jonge speler voor de leeuwen te gooien. Het komt natuurlijk hard aan, maar hij is geduldiger geworden. ‘Ik vind al jaren dat ik moet spelen, maar het is belangrijker dat de trainer dat ook vindt.’

Tot vervelens toe krijgt hij de vraag of hij met zijn profiel bij Ajax, het paradijs voor jonge en creatieve voetballers, niet sneller een kans zou krijgen? Hij wordt er doodziek van. ‘Hier, bij Feyenoord, wil ik de topvoetballer worden die ze al zo lang in mij zien.’ Want: de keren dat hij in De Kuip toch de kans krijgt om te dartelen, zijn bijzonder. ‘Toen ik scoorde tegen Heerenveen stond ik even stil. Ik wist niet wat er gebeurde, of het wel waar was. Maar het was werkelijkheid. En ineens leek het wel alsof ik vloog. Ik wil elke match vliegen voor Feyenoord.’

Het geduld wordt beloond. Onder Van Hanegem, Arie Haan en Leo Beenhakker is hij basisspeler, op zijn 22e mag hij van Haan al geregeld de aanvoerdersband dragen. ‘Een enorme stimulans. Het geeft voor mezelf ook aan hoe belangrijk ik voor het team ben geworden.’

Hij staat in de belangstelling van Bayern München, maar dat vindt hij nog te vroeg. Het jaar erna kiest hij voor Glasgow Rangers, Beenhakker reageert vernietigend. Te vroeg en het verkeerde land, klinkt het. Gio geeft zijn trainer geen ongelijk. ‘Ik denk zelf óók dat ik beter kan. Rangers is niet mijn top, maar een stop-over’, klinkt het na zijn eerste seizoen in Glasgow, in 1999, net nadat Feyenoord de titel pakt. ‘Ik ben blij, maar het was ‘mijn’ droom om met Feyenoord kampioen te worden.’

Falen bij Arsenal

Van Bronckhorst is met lengten voorsprong de populairste speler van de Rangers – ‘de werklust van een Schot en de techniek van een Nederlander’ -, zijn shirt is al na zes maanden het best verkochte. ‘En het duurste’, verklapt hij aan VI. ‘Je betaalt hier per letter. Elke letter kost 3 gulden (1,5 euro, nvdr). Ze hebben nu shirts gemaakt met nummer 8 en alleen de naam Geo erop. Dat scheelt acht letters en dus bijna 25 gulden (12,5 euro, nvdr).’

Hij wint twee seizoenen alles – titel en beker -, maar na een derde jaar zónder prijs is het tijd om te verkassen. Arsenal, waar hij aan de zijde van zijn jeugdidool Dennis Bergkamp kan voetballen, betaalt 13,5 miljoen euro voor de middenvelder. Zijn verblijf in Noord-Londen wordt geen succes. The Gunners winnen wel de landstitel en de FA Cup, maar Van Bronckhorsts inbreng is beperkt. Operaties aan de buikwand en de kruisband van de knie, het blijven gitzwarte vlekken in zijn carrière: 41 matchen, waarvan 19 als invaller. Dick Advocaat, de bondscoach, raadt hem aan om een club te zoeken waar hij wél wekelijks kan voetballen.

Hij wordt verhuurd aan Barcelona, waar Frank Rijkaard hem op zijn 28e omturnt tot linksback. ‘Als profspeler moet je doen wat goed is voor je ploeg, een trainer zal mij niet zo snel dwars zien liggen.’ Het zijn woorden die hij later als T1 ook zal uitspreken. Zijn naam is een tongbreker voor de Catalanen, maar het publiek in Camp Nou heeft hem dan al herdoopt. ‘Gio, Gio, Gio‘, rolt het over de tribunes wanneer Barça in de lente van 2005 – na 6 jaar zonder prijs – zijn 17e landstitel pakt.

Zijn verblijf in Barcelona wordt een droom. Twee keer het kampioenschap én de Supercopa, in 2006 de Champions League. Niet slecht voor iemand die als bankzitter van Arsenal in Catalonië arriveerde, maar na drie seizoenen – nog altijd maar 32 jaar – houdt hij woord: hij zal zijn carrière bij Feyenoord afsluiten. En: hij wil zelfs geen winstpremies cashen. Hij wint in zijn eerste seizoen als kapitein de KNVB Beker en trekt twee jaar erna, op de vooravond van het WK, de stekker uit zijn clubcarrière. In Zuid-Afrika neemt hij met zilver voorgoed afscheid als speler, zijn doelpunt in de halve finale tegen Uruguay wordt tot mooiste van het toernooi verkozen.

Moeizame start

Hij wil coach worden en stort zich enkele maanden na zijn afscheid op de cursus Oefenmeester 1 en kan meteen aan de slag als assistent van Cor Pot, bondscoach bij Jong Oranje. Hij wordt achtereenvolgens ook assistent van Koeman en Rutten, waarna Van Geel hem in maart 2015 als nieuwe T1 van Feyenoord aanstelt. Maar wanneer Rutten twee maanden erna, na een 2 op 15, naast het rechtstreeks ticket voor Europa pakt, moet van Bronckhorst vervroegd aan de bak. Het wordt een afknapper. In een dubbel duel met sc Heerenveen grijpt Feyenoord naast Europees voetbal.

Maar: als oer-Feyenoorder wordt het hem vergeven. In de media en De Kuip wordt hij geknuffeld: een jongen zonder vijanden, beschaafd en sympathiek, zonder het minste spoortje van arrogantie. En: in zijn eerste maanden van zijn eerste volledige seizoen, manifesteert hij zich vanaf dag één als De Baas, die gearriveerde spelers of dure aankopen opzij durft te schuiven. ‘Die harde kant hebben weinig mensen gezien, maar dat zit ook in mij’, klinkt het aan de winterstop, wanneer Feyenoord voor het eerst sinds lang aan de top meedraait. ‘Als er iets gebeurt waar ik totaal niet achter sta, laat ik het weten. Ik ben wel iemand die eerst tot tien telt, die de zaak eigenlijk liever eerst analyseert. Maar dan toch doe ik wat ik moet doen.’

Diepgaande interviews, waarin hij zijn voetbalfilosofie uitlegt, zijn aan Van Bronckhorst niet besteed. Algemeenheden, dieper gaat hij zelden. Compact spelen. Positiespel is belangrijk. Of: ‘Bouwen aan een elftal is heel lastig, denk ik. Hoelang blijven elftallen in deze tijd nou eigenlijk nog bij elkaar? Die cyclus wordt steeds korter. Ik ben meer een trainer die snel wil toewerken naar iets tastbaars.’ Het adagium van Feyenoord – niet lullen, maar poetsen – is hem op het lijf geschreven.

Maar, vinden waarnemers: wanneer de resultaten even tegenvallen, wijzigt hij bijna onophoudelijk van veldbezetting. Van zijn vertrouwde 4-3-3 naar 5-3-2 of 4-5-1. ‘Het vrat aan hem. Hij kon het ook niet meer loslaten en zocht in de kleedkamer naar woorden. Hij wist niet meer hoe hij de ploeg kon raken’, vertelde Jan Dirk Stouten, twee seizoenen geleden vaste Feyenoordman bij RTV Rijnmond én vrijwilliger bij de Giovanni van Bronckhorst Foundation, die zich inzet voor kinderen met een leerachterstand.

Bijna-ontslag/kampioen

Februari 2016. Negen maanden na de aanstelling van Van Bronckhorst tekent Feyenoord op het kunstgras van PEC Zwolle voor een historische primeur: zeven nederlagen op een rij. Er moet dringend iets veranderen, vindt Van Geel, die naar zijn T1 belt. ‘Gio, dit gaat zo niet langer. Ik denk dat er iemand mee moet komen kijken. Een ervaren man met een frisse blik.’

Het is geen vrijblijvend voorstel, beseft Van Bronckhorst de dag erna tijdens een tweede gesprek in het kantoor van zijn technisch directeur. Van Geel heeft zelfs al een naam in zijn hoofd: Dick Advocaat, een goede bekende van de trainer, met wie hij eerder al bij Oranje en in Glasgow samenwerkte. Gio geeft het nummer van De Kleine Generaal aan Van Geel, die meteen een afspraak maakt. De dag erna bereiken ze een akkoord. Advocaat zal adviseren en wil in ruil een… platenbon.

Het blijkt een gouden zet. Feyenoord verliest geen wedstrijd meer, parkeert zich veilig op de derde plaats en wint ook nog eens de KNVB Beker. Advocaat laat horen dat Van Bronckhorst weinig verkeerd had gedaan. ‘De waarde van Dick was dat hij naar mij en mijn staf keek. Hoe we werkten en trainden, hoe we de jongens voorbereidden, naar ons tactisch plan. Als zo iemand zegt dat je het goed doet, betekent dat wel iets. Het was belangrijk om die bevestiging te krijgen.’

Dat hij zich kwetsbaar opstelde, was voor Van Bronckhorst geen punt. ‘De voetballerij is een wereld van grote ego’s. Maar als je de kans krijgt om iemand erbij te krijgen van wie je zoveel kan leren, dan moet je dat altijd doen. Het zit in mijn karakter dat ik me openstel voor anderen, omdat ik steeds weer wil leren. Als speler was ik nooit uitgeleerd, dat geldt voor mij als trainer ook. Of het nu gaat om de gesprekken die ik had met Pep Guardiola of met Dick of om het boek van Alex FergusonLeading – dat ik gelezen heb. Het zijn allemaal trainers die altijd op zoek zijn naar nieuwe inzichten, want de ontwikkeling van het voetbal gaat als een sneltrein’, zegt de trainer op de vooravond van zijn tweede volledige seizoen aan het Algemeen Dagblad.

En, misschien nog belangrijker, klinkt het bij enkele bepalende spelers: in de kleedkamer hebben zijn teksten aan kracht, kleur en overtuiging gewonnen. Iedereen wordt gelijk behandeld, zal ook Dirk Kuijt moeten ondervinden. De blonde Katwijker wordt geregeld vroegtijdig gewisseld of verdwijnt, na de herfsttitel, zelfs helemaal uit de basis ten voordele van Jens Toornstra. ‘Een logische wissel die voor dynamiek en creativiteit zorgde’, schrijft Hugo Borst in het AD. ‘Het bijzondere zit hem in de moed die er voor nodig is om je aanvoerder, een man met een geweldige wedstrijdmentaliteit, op de bank te zetten. We zijn geneigd Gio aimabel of beminnelijk te noemen, flets en niet daadkrachtig zijn de minder vleiende varianten. Nu zeggen we dat hij ballen heeft.’ Van Bronckhorst moet er soms zelf mee lachen. ‘Ik neem beslissingen op basis van één argument: de wedstrijd winnen.’

Feyenoord stoomt door het kampioenschap, waarin het vanaf dag één aan de leiding gaat. De T1 mag eind december zijn contract met twee seizoenen verlengen en staat op de drempel van zijn eerste grote succes als trainer: Feyenoord kan voor het eerst sinds 1999 nog eens kampioen worden. Het dreigt nog even fout te lopen, maar wanneer Dirk Kuijt – door een blessure nog eens in de basis – op de slotspeeldag tegen Heracles Almelo een hattrick scoort, duikt hij meteen in de armen van zijn trainer. De dag erna staan ze arm in arm, met in het midden De Schaal, op het bordes van de Coolsingel. Geen vuiltje aan de lucht, of zoals Bert van Marwijk het omschreef: ‘Giovanni is het beschaafde gezicht van een club die soms rauwe kanten toont.’

door Chris Tetaert – foto’s Belgaimage

‘Hoelang blijven elftallen in deze tijd nou eigenlijk nog bij elkaar? Die cyclus wordt steeds korter. Ik ben meer een trainer die snel wil toewerken naar iets tastbaars.’ Giovanni van Bronckhorst

‘Als speler was ik nooit uitgeleerd, maar dat geldt voor mij als trainer ook.’ Giovanni van Bronckhorst

‘Giovanni is het beschaafde gezicht van een club die soms rauwe kanten toont.’ Bert van Marwijk

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content