Van onverzettelijkheid en sober spel probeert Frédéric Dindeleux bij Zulte Waregem centraal achterin zijn handelsmerk te maken. ‘Wat ben je met stoere taal, als je op het veld niet uitpakt met sterke prestaties ?’

Dat hij in het thuisduel tegen RC Genk werd beetgenomen door de onvoorspelbare heupbewegingen van Kevin Vandenbergh, zat Frédéric Dindeleux (33) toch een paar dagen dwars. Dat durft de fysiek sterke Franse centrale verdediger ruiterlijk toe te geven. “Ik liet me veel te gemakkelijk uitschakelen, had een mindere dag. Ik was kwaad op mezelf. Door mijn verkeerde interpretatie en fouten inzake positiespel bracht ik mijn ploeggenoten in de problemen, waardoor we bijna de wedstrijd verloren. Ik ben de eerste om daarbij mijn verantwoordelijkheid op te nemen en de fout te bekennen. Globaal gezien blijf ik wel tevreden over het niveau dat ik tot nu toe haalde.”

Modelprof

Het tekent volledig de ingesteldheid van de linksvoetige speler, die via de jeugdopleiding van Rijsel en na zes seizoenen bij het Schotse Kilmarnock vorige zomer aan de Gaverbeek neerstreek. Door trainer Francky Dury en zijn ploeggenoten wordt de zwager van Eric Joly, nu aan de slag bij derdeklasser Peruwelz, geroemd als een modelprof. Dindeleux zelf, uiterlijk altijd bijzonder rustig en beminnelijk, moet er zelfs even om lachen. “Ik ben eerder een stille krijger, maar ook een perfectionist en bijzonder kritisch voor mezelf. Het gebeurt hoogst uitzonderlijk dat ik eens in een colère schiet”, erkent de inwoner van het Noord-Franse Lomme. “Op het veld schuw ik de duels niet, maar eenmaal de wedstrijd of training voorbij is, neem ik een volledig andere gedaante aan. Dan ben ik sereen en kalm. Voetbal is mijn voornaamste passie en uitlaatklep. Ik geniet van elk moment. Gelukkig kan ik bij mijn vrouw en twee kinderen de stress en de beslommeringen achter mij laten. Thuis praten we niet snel over sport. Daar bestaan er andere prioriteiten en interesses.”

Het duurde een tijdje vooraleer hij een basisplaats kon opeisen, omdat Tjörven De Brul en aanvoerder Stefan Leleu veelal de voorkeur kregen. “Ik had toch ruim een jaar nodig om me volledig aan te passen”, beweert Dindeleux. “Een andere cultuur, club en medespelers, met elk hun eigen specifieke gewoonten en aandachtspunten. Ik moest alles herontdekken, maar werd ook wat geremd door blessures en een gebrek aan ritme. In plaats van met de lange bal te spelen, keerde ik terug naar de basis van het voetbal, namelijk combinatievoetbal over de grond. Daar ben ik blij om, want het was ook wat ik van jongs af aan leerde bij Rijsel. Vorig seizoen kon ik me verzoenen met mijn invallersstatuut, want de ploeg draaide goed. De basiself stond vast. Ik werd veelal gebruikt als depanneur, maar stond altijd paraat als het nodig was. De trainer wist goed wat hij aan me had. Ik had geen redenen tot klagen. Wat ben je met stoere taal, als je op het veld niet uitpakt met sterke prestaties ?”

Dindeleux ziet zichzelf niet als een leiderstype, ondanks het feit dat hij bij Kilmarnock twee jaar aanvoerder was. “Niet door mijn persoonlijkheid, maar eerder door mijn performances. Ik werd bejubeld voor mijn kordate optredens en regelmaat. Een mooi gebaar”, stelt hij. “Maar onze cap, Stefan Leleu, doet dat goed. Hij is verbaal sterk aanwezig en doet dat ideaal. Ik probeer ook eenvoudig te spelen en bij te sturen, maar op mijn manier. Als je te veel communiceert, is dat niet altijd bevorderlijk voor je concentratie.”

Zware desillusie

Met tevredenheid blikt Dindeleux terug op zijn eerste seizoen bij de bekerwinnaar. De afgelopen maanden, bij afwezigheid van de geblesseerden De Brul en Karel D’Haene, liet hij een betrouwbare en onverzettelijke indruk. Dindeleux blijkt secuur en kopbalsterk, maar vooral een realistische voetballer. Dat kan je ook afleiden uit zijn tussentijdse balans. “We hebben weinig redenen om ongerust te zijn, want we voldoen aan twee van de drie doelstellingen”, oppert de Fransman. “Alleen die bekeruitschakeling op KV Mechelen was jammer en moeilijk te verteren, want het blijft de kortste weg naar Europees voetbal. Het zorgt voor een ongelooflijke sensatie. We werden in de val gelokt en liepen er dom in. Een zware desillusie, een gemiste kans. Dat zou niet mogen gebeuren. Maar voor de rest hebben we zelf de kaarten in handen.”

In de competitie moet SV Zulte Waregem zeker in de linkerkolom kunnen eindigen, vertelt Dindeleux. “Alleen hebben we nood aan regelmaat in onze prestaties. Dat zag je toch ook in de heenronde. Na een Europese uitschieter misten we de kracht en frisheid om ook in de competitie een goed resultaat neer te zetten. Drie wedstrijden op een week was te zwaar”, ervaart hij. “Eigenlijk is dat niet verwonderlijk, want de helft van onze kern werkt nog. Wij zijn Lyon niet, hein, waar ze gemakkelijk kunnen roteren en over een selectie van 25 spelers beschikken. Het blijft ongelooflijk wat we hier realiseren. Gelukkig overheerst dat besef ook binnen de club. Je mag geen wonderen blijven verwachten. De sereniteit blijft behouden, van paniek was nooit sprake. De Europese wedstrijden moeten nu voor een zekere ervaring zorgen. Dat merken we al aan details : we spelen hechter en compacter, panikeren minder bij gevaarlijke momenten. Alleen moeten we nog iets beter de organisatie bewaren, onze spelintelligentie laten bovenkomen en meer het resultaat kunnen spelen. In die UEFA Cupduels waren we beter geconcentreerd, groeiden we echt boven onze mogelijkheden uit. Zo’n transformatie, bij die Europese wedstrijden, dat kan je maximaal twee tot drie keer per seizoen.”

Het zal echter nodig zijn om op 15 en 22 februari, in de zestiende finales van de UEFA Cup, weerwerk te bieden aan het Engelse Newcastle. Voor Dindeleux het moment om nog eens kennis te maken met kick-and-rush en de typische voetbalsfeer van over het Kanaal. “In principe maken we geen schijn van kans. Maar dat zeiden we ook voor de dubbele confrontatie tegen Lokomotiv Moskou. We vertrekken duidelijk als underdog en outsider. Dan zijn we altijd op ons sterkst en het gevaarlijkst. Bovendien hebben we met Tosin Dosunmu, Sébastien Siani en Tim Matthijs een aantal snelle spitsen die een verdediging pijn kunnen doen. Er zal geen extra peptalk nodig zijn om ons te motiveren, want dit blijft toch een buitenkans. Het komt erop aan om het publiek iets te geven, te kunnen uitpakken met een goede organisatie en toe te slaan op het juiste moment. We staan nu op een mooi podium, krijgen de kans om een versnelling hoger te spelen. Enerzijds leren we daardoor onze beperkingen goed kennen, maar het stelt ons ook in staat onze persoonlijke grenzen te verleggen. Alleen moeten we een afgang, zoals tegen Ajax en op Espanyol – waar we compleet werden weggespeeld -, vermijden. Op zich is dat geen schande, want wij zijn maar semiprofessioneel. Bij hen spreek je toch over de absolute top. Na de loting was er alvast veel enthousiasme. Het zorgt voor kriebels in de buik. We zullen onszelf moeten overtreffen. Ik hoop dat we binnenkort opnieuw over een hoogtepunt mogen spreken. Ons voordeel is dat alles mag en niks moet.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content