Zo wanhopig zijn ze in Molenbeek, dat ze eerst niet doorhadden dat ze Patrick De Cock in huis hadden gehaald.

Op een moment dat clubs koortsachtig hun licentiedossier in orde proberen te krijgen, had Patrick De Cock naar eigen zeggen meerdere mogelijkheden. Zijn Nederlandse bedrijf Sportico kon niet alleen aan de slag bij Molenbeek, maar ook bij Lierse, Moeskroen en Beveren. Niet bij Aalst. De poging van De Cock om, nadat hem de deur was gewezen, door het raam weer naar binnen te kruipen, mislukte. Aalstmanager Philippe Persoons kreeg van de sponsors duidelijk te verstaan dat het bij een terugkeer van De Cock meteen afgelopen was met alle samenwerking.

Oktober 2001 werd De Cock bij Aalst doorgestuurd op aandringen van hoofdsponsor Trinterio. Die dreigde zijn contract op te zeggen als de club verderwerkte met de gerechtelijk veroordeelde man. De Cock was door het Brugse parket van zijn bed gelicht na een veroordeling bij uitstek tot één jaar effectief wegens oplichting. De Cock was er met het vertrouwen en de spaarcentjes van een aantal vrouwen vandoor gegaan. Ook toen zijn advocaat de zaak wél verdedigde, werd hij schuldig bevonden en kreeg hij dezelfde straf opgelegd. Na een niet onopgemerkt verblijf van enkele dagen in de Brugse gevangenis kwam De Cock vrij omdat het beroep dat zijn advocaat aantekende, ontvankelijk werd verklaard. Daardoor vervalt de straf tot de zaak in beroep wordt behandeld bij het Hof van Beroep in Gent.

Dat kan nog een tijdje duren, want de zaak verjaart pas over vijf jaar. Uiterlijk in 2007 zal De Cock weten waar hij aan toe is. Aan de snelheid waarmee hij door het sportlandschap raast, moet hem dat toelaten een sportclub of vier kunstmatig te gaan beademen.

ierse SK zal daar (voorlopig) niet bij zijn. Op het Lisp viel men steil achterover toen de naam van De Cock aan hen verbonden werd. Er is niet eens gesproken, ook niet informeel, benadrukt manager Herman Van Holsbeeck. Voorzitter Gaston Vets kent De Cock nog uit het milieu van de paardenkoersen – Vets heeft een eigen stal -, maar past wel op.

Bij SK Beveren bevestigde manager Marc De Clerck dat voorzitter Frans Van Hoof door De Cock gepolst was, maar prompt bedankte voor welke vorm van samenwerking ook. Omdat hij met dat soort mensen niets te maken wil hebben.

Tijdens Moeskroen-Aalst (12 januari 2002) slaagde De Cock erin door te dringen tot bij Moeskroenmanager Gino Gylain. Hij formuleerde een financieel voorstel, maar kreeg een negatief antwoord. Gylain : “Ik zei hem dat bij zo’n voorstel ook een return hoorde en dat we hem die niet konden leveren, maar ik was hoe dan ook niet van plan op zijn voorstel in te gaan. Ik heb het zelfs niet aan de voorzitter voorgelegd.”

Uiteindelijk werd Patrick De Cock algemeen directeur van RWDM. Daar herhaalt voorzitter Erik De Prins de woorden van de beheerders van Eendracht Aalst, anno vorig jaar : dat het verleden van de man er niet toe doet, dat hij een tweede (of een derde of vierde) kans verdient, en dat de club geen andere oplossing meer heeft. Werden de late betalingen van een paar weken geleden nog afgedaan als uitzonderlijk, dan blijkt nu dat de sportieve redding de échte problemen van RWDM hebben gecamoufleerd. Het grootste probleem is de licentie, die opnieuw gehaald moet worden. Daarvoor moest voor vandaag (27 februari) nog ruim een miljoen euro gevonden worden om de rsz-bijdragen te betalen.

In het verleden waren het steevast een paar beheerders die bijpasten. Voorzitter De Prins zelf, bijvoorbeeld, of gerechtigd correspondent en beheerder Francis Schoonjans. Beide mannen arriveerden vijf jaar geleden samen in Molenbeek. Vorig jaar vervoegde ook Charles Simar als beheerder en secretaris-generaal de club, met de belofte dat hij voor 10 miljoen euro aan investeringen zou zorgen. Een belofte die hem wel ruime media-aandacht opleverde, maar die hij nog altijd zelfs niet voor een stuk waar kon maken.

eld moest ook Jean-Marie Pfaff aanbrengen. Vindt De Prins dat Pfaff meer met zijn eigen sponsoring dan met die van de club bezig is, dan vindt Schoonjans dat hij doet wat van hem verwacht werd. Pfaff vond geld : dat van hoofdsponsor Daoust, bijvoorbeeld, die gespreid over drie jaar 900.000 euro betaalt, plus de meerjarige overeenkomst met Maes Pils voor zo’n 600.000 euro. Daarnaast bezorgde hij het stadion via ruilsponsoring een broodnodige facelift. Hij liet nieuw vasttapijt aanrukken, de oude hoofdtribune in de clubkleuren schilderen, en een nieuw scorebord installeren. Goed voor het imago, maar niet genoeg voor het overleven van de club.

Want Molenbeek heeft dringend meer cash nodig. Maar de geplande verkoop van de betere spelers als Kargbo en Kolotilko schiet niet op. Geïnteresseerde clubs gokken dat ze, als het met Molenbeek slecht afloopt, hen straks een stuk goedkoper zullen kunnen aanwerven dan wanneer ze nu de gevraagde sommen zouden betalen.

Schoonjans en De Prins – die vanuit zijn familie de stille wenk zou hebben gekregen om niet langer geld uit het familiebouwbedrijf naar de club over te hevelen – willen niet langer zelf opdraaien voor de kosten. Precies daarom gingen zij in op het reddingsplan waarmee Sportico Molenbeek benaderde.

Deze week moeten de Molenbeekse beheerders de ingreep gaan verkopen op het gemeentehuis, bij burgemeester en erevoorzitter van de club, Philippe Moureaux. Die was razend toen hij vernam wie zijn club nu zal moeten redden. En Moureaux heeft recht van spreken. Hield hij vroeger zijn handen af van de club, dan kan Molenbeek sinds een paar jaar op behoorlijk wat sponsoring van de gemeente rekenen. Wordt die kraan dichtgedraaid, ziet het er straks nog een stuk slechter uit.

De financiële moeilijkheden bij RWDM zijn niet nieuw. Het is precies de schuldenlast uit het verleden die kandidaat-investeerders afschrikt. Iedereen die ooit korte of lange tijd met of bij Molenbeek werkte, is overtuigd van de overlevingskansen van een tweede eersteklasser in Brussel. RWDM heet een gezellige club te zijn met een aparte sfeer. Maar niemand die eerst de put van anderen wil vullen alvorens zelf te investeren. Een alternatief was een verdere samenwerking met Feyenoord geweest, een beetje zoals GBA met Ajax, maar door meningsverschillen haakte de Rotterdamse club af en RWDM moest weer alleen verder.

Francis Schoonjans benadrukt dat de huidige schuldenlast flink werd afgebouwd : tot minder dan 2,5 miljoen euro. Daarom overweegt Molenbeek niet om de boeken dicht te doen en in derde klasse te herbeginnen. “Achteraf bekeken hadden we dat vijf jaar geleden moeten doen. Maar dat is voorbij. Nu is het de bedoeling stap voor stap de put verder te dichten.”

Liefst niet met eigen centen. De truuk die De Cock bij zijn aantreden in Aalst uithaalde – hij weekte flink wat geld los bij de clubbeheerders om operatie redding in te zetten – zal in Brussel niet werken. Schoonjans : “Om zelf geld in de club te blijven stoppen, hebben we Sportico niet nodig.”

Aan De Cock om te bewijzen dat hij geen kwakzalver is, die zieke patiënten pluimt terwijl hij ze helemaal om zeep laat gaan.

door Geert Foutré, ,

Burgemeester en erevoorzitter Moureaux was razend toen hij vernam dat De Cock zijn club moet redden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content