Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Bariton Christian Gerhaher heeft allicht de mooiste liedstem sinds Fischer-Dieskau.

Zondagavond 26 oktober in de Munt. De liederenavond van bariton Christian Gerhaher en pianist Gerold Huber is net voorbij en we duizelen nog na. Mahlers Kindertotenlieder en het volmaakte kunstenaarschap van beider heren hebben ons compleet onderuitgehaald.

Iemand had tijdens de pauze nog opgemerkt hoe totaal uit de tijd een gelegenheid als deze jammer genoeg aanvoelde. Een bonbonnière, een glanzende vleugel, twee heren in rokkostuum, van wie er een in Hoogduits poëtische ontboezemingen ten beste geeft.

Ik probeer me even later voor te stellen dat de jongeren aan wie ik dagelijks lesgeef dit liedrecital bijwonen. Het lijkt misschien onmogelijk, maar dat is het niet. Als je hen op een goede manier in contact brengt met artistieke uitdrukkingsvormen uit het verleden, kunnen ze hopelijk komen tot de essentie, die nooit uit de tijd raakt: de esthetische ervaring, verinnerlijkt, vrij van mode en ijdelheid.

Grote kunst is stof tot nadenken. Ik geloof dat er in elke generatie mensen zijn die het zichzelf heel even moeilijk willen maken, om vervolgens vrijer te zijn. Vrij van drempels tegenover kunst die een beroep doet op het intellect.

Goed, het probleem met een recital als dat van Gerhaher en Huber is dat je meteen méér wilt, maar dat het na een kleine twee uur nu eenmaal voorbij is. Gelukkig hebben de heren net een nieuwe opname uitgebracht met liederen van Schumann.

Het is er allemaal: perfecte dictie, artistieke intelligentie en allicht de mooiste liedstem sinds Fischer-Dieskau – Gerhahers leraar. Een dynamische balans tussen stem en klavier die deze muziek terecht bevestigt als kamermuziek van evenwaardige partners. Een naturel dat het bikkelharde werk om tot dit niveau te komen graag doet vergeten. Maar vooral: een onthutsende waarachtigheid.

Als hoogtepunt is zeker de Liederkreis opus 39 op tekst van Eichendorff bedoeld, maar wat ons betreft is dat de korte cyclus opus 40 op tekst van H.C. Andersen. Twee vederlichte deuntjes – een lenteliedje en iets olala-achtigs van vertaler Chamisso zelf – omarmen een huiveringwekkende triptiek. In Die Mutter, een staaltje gaaf contrapunt, slaan de raven een idyllisch moeder-kindtafereel gade met de bedenking dat de kleine hen spoedig tot voedsel zal zijn. In Der Soldat moet iemand als lid van een vuurpeloton zijn beste vriend executeren. En Der Spielmann moet als violist de genodigden op het huwelijksfeest van zijn geliefde in de stemming brengen. Rare jongen, die Andersen: romantiek, zo rauw dat hij expressionistisch wordt. En dat had Schumann goed begrepen.

RCA RED SEAL 88697168172

Meer klassiek op blogs.knack.be/dissonant

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content