Bruno Govers

Tegen dovemansoren heeft Albert Cartier niet gepredikt. “De resultaten van onze terugronde”, trok de trainer van Brussels aan de alarmbel, “zullen afhangen van wat we tijdens de winterstop aan ervaren voetballers kunnen aantrekken.”

Voorzitter Johan Vermeersch bediende zijn coach op zijn wenken. Kwamen de Brusselaars versterken : aanvaller Mickaël Citoni (26 jaar, ex-Créteil, maar met ervaring bij AS Cannes, Rennes, Saint-Etienne en Sedan), verdediger Samuel Neva (26 jaar, ex-Grenoble), middenvelder Christian Negouai (28 jaar, ex-Charleroi, Manchester City, Standard en het Noorse Aalesund), aanvaller Hakim Bouchouari (28 jaar, ex-Standard) en aanvaller Sambegou Bangoura (ex-Lokeren, Standard en Stoke City). Op het optreden van Bouchouari zal wel tot midden februari moeten worden gewacht, hij herstelt nog van een operatie aan de meniscus. Financieel loopt de club met Bouchouari geen risico : tot hij weer over al zijn mogelijkheden beschikt, betaalt Standard zijn loon uit.

“We verwachten vooral veel van Citoni”, signaleert Dimitri M’Buyu, de manager van Brussels. “Er zijn voorbeelden genoeg van relatief onbekende Franse voetballers die hun carrière in het Belgische voetbal een nieuw elan hebben gegeven. Misschien kennen we met Citoni evenveel succes als eerder met Mickaël Niçoise. Citoni houdt alvast twee troeven achter de hand : zijn ervaring en zijn polyvalentie. We kunnen hem als centrumspits uitspelen, maar hij trekt zich ook op de flanken goed uit de slag.”

Het voordeel van die veelzijdigheid vindt Cartier een belangrijk voordeel. “Vergeet niet dat we voor de terugronde twee flankspelers kwijtraakten. Ebou Sillah, die naar de B-kern werd verwezen, en Kristoffer Andersen, die we waarschijnlijk zullen uitlenen.”

Bij de gemiste transfers van Grégory Dufer en Kevin Roelandts (die de voorkeur gaven aan respectievelijk Lokeren en Germinal Beerschot) blijft Cartier liever niet te lang stilstaan. “Jammer, maar we hadden geen tijd om te klagen. Met de spelers die wél bij ons belandden, mochten we geen dag van de voorbereiding verloren laten gaan. Eens de competitie weer op gang is getrokken, blijkt het veelal te laat. Dat hebben we in het verleden ondervonden met Moussa Sanogo en Nenad Stojanovic, die hun achterstand nooit meer goed hebben kunnen maken. Vooral de integratie van een aanvaller vergt tijd. Het rendement van aanvallers hangt mede af van automatismen. Wat dat betreft, is Brussels aan een koers tegen de tijd begonnen.”

En moet, in de omgekeerde richting, de ploeg zich ook niet aanpassen aan de nieuwkomers ? Albert Cartier : “Dat we in de terugronde meer offensieve slagkracht bezitten, impliceert dat we tien tot vijftien meter hoger zullen voetballen. Zonder dat we daarbij raken aan het sterke punt van de ploeg : zijn defensieve soliditeit. Daarom ben ik zo blij met de komst van Negouai en Neva. De eerste kan als verbindingsofficier tussen defensie en middenveld functioneren, terwijl Neva met zijn ervaring als verdediger hoger een dam kan opwerpen dan jongens als Christ Bruno en Steve Colpaert.”

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content