Voetbal voor echte mannen is het wat Slavoljub Muslin in Lokeren wil zien. Conditioneel is zijn ploeg dan ook gewapend. ‘Maar dat wil ik nog meer zien op het veld.’

De grootste nieuwigheid sinds Slavoljub Muslin trainer is van Lokeren, zegt Arnar Vidarsson, is de manier waarop er getraind wordt. “De hele voorbereiding”, zegt de IJslander, “heeft de trainer erop gehamerd dat we ons over onze conditie geen zorgen moesten maken en hij heeft honderd procent gelijk gekregen. Twee weken voor de competitie voelde ik al : ik ben klaar.”

Rudi Cossey, assistent-trainer, kan dat alleen maar beamen : “Zijn conditieopbouw is vernieuwend, zelden meegemaakt bij andere trainers. We zijn aan 72 procent van het maximum begonnen en we zitten nu al aan 120 procent van het maximum. Op een gegeven moment hadden bepaalde spelers – Djukic en Drulic – een conditionele achterstand. Wel, dan heeft hij die zelf ’s morgens vroeg bijgetraind. Hij delegeert niet zo graag en wil, zegt hij, zelf die voeling houden. Het is progressief en individueel tezelfdertijd, met doelgerichte oefenstof naar het systeem toe : balrecuperatie, vrije ruimte gebruiken, zonder bal diep gaan en snel omschakelen. Omschakelen vraagt veel energie en daarin kunnen we nog sterker worden.”

In de voorbereiding werd gestart met een 4-3-3. “Maar daar”, zegt Vidarsson, “zijn we in de laatste drie oefenwedstrijden van afgestapt en zijn we met een ruit op het middenveld beginnen te spelen. Dat paste uiteindelijk het best bij ons.”

Daarin was de oefenwedstrijd tegen NAC een kantelmoment. “Toen”, zegt Rudi Cossey, “is er een déclic gekomen en raakte iedereen overtuigd van onze nieuwe manier van spelen. Voordien hadden we moeilijkheden om het systeem op te dringen.”

Het voetbal bleek de voorbije wedstrijden wel nog niet hoogstaand. “Het probleem”, zegt Vidarsson, “is dat we nog te veel balverlies lijden. Tegen Brussels bijvoorbeeld komen we vroeg op voorsprong, maar in plaats van de bal in de ploeg te houden, hebben we door balverlies gewoon veel te veel moeten verdedigen en konden we de tegenstander niet vermoeien. Daardoor bleef het onnodig spannend.”

Maar het voetbal is wel anders dan vroeger op Daknam. “Terwijl het accent hier vroeger vooral op balbezit lag”, zegt Cossey, “en op proberen via het centrum iets te forceren, proberen we nu via de flanken meer te variëren. Vroeger waren er spelers die diep stonden, nu moet je eigenlijk constant in beweging zijn en de defensieve organisatie behouden, want de nul houden is heel belangrijk. Daar zijn we dan ook constant mee bezig op training, met de defensieve organisatie. Telkens andere oefenstof, maar met dezelfde doelstelling.”

Op zijn 52e speelt Muslin nog altijd graag een partijtje mee op training. “En dan zie je”, zegt Cossey, “dat hij een winnaar wil zijn in alles, in alles de beste zijn. Hij maakt dan ook van zijn oren als er een beslissing valt die hem niet bevalt. Hij kan het ook niet hebben dat er maar aan 75 procent gepresteerd wordt. Hij heeft een zekere natuurlijke autoriteit over zich die respect afdwingt, maar daarnaast kan hij heel gemoedelijk zijn. Rust is bijvoorbeeld ook heel belangrijk en dan heeft hij er, in tegenstelling tot veel andere trainers, geen problemen mee dat een speler die dicht bij de plaats van de wedstrijd woont alleen naar huis rijdt in plaats van met de bus terug te keren. Dat betekent voor hem : twee uur langer rusten.”

Slavoljub Muslin ziet wat hij wil nog te weinig in wedstrijden terug, zegt hij. “Fysiek staat Lokeren er, maar dat moet ik nog meer op het veld zien. Dat zit voor een deel ook in het hoofd, want het fysieke en het mentale zijn aan elkaar gelinkt. Wat ik nog meer wil zien, is meer beheersing op het middenveld. We moeten steviger zijn in de duels en daardoor op het middenveld meer ballen winnen en we missen wat flankspelers. Tegen Roeselare vroeg ik de spelers om over de flanken te gaan, maar ze liepen te vaak door de as van het veld. En daar was Roeselare sterk, natuurlijk. We beschikken met Bancé, Drulic en Bouchouari over echte centrumspitsen, maar van op de flank zijn ze nog niet altijd goed bediend : we braken vaak door, maar de voorzetten kwamen niet. We hebben er nu wel twee Marokkaanse spelers bij : een linksachter of linkermiddenvelder en een verdedigende middenvelder of centrale verdediger. Maar hun komst zal natuurlijk niet alles oplossen.”

Drie speeldagen ver is de competitie en nog geen enkele keer diende de trainer van Lokeren aan zijn basisopstelling te sleutelen. “Ik had ook niet veel keuze : ik heb gebruikt wie ik had. Bovendien had de ploeg tegen Genk mij voldoening gegeven en nadien hebben we er ook nog mee gewonnen. Het is niet omdat we één wedstrijd verliezen dat ik alles in twijfel ga trekken. Het was bovendien geen tactisch probleem, maar wíllen was het probleem. Trouwens, ik verlies liever één keer met 4-0 dan vier keer met 1-0.”

Volgend weekend krijgt Lokeren een kans om het debacle van Roeselare door te spoelen, want dan wacht – ook live op de VRT – Lierse. Slavoljub Muslin zag ze twee keer bezig. ” Une équipe combattante. Een ploeg met spelers die niet aflaten, fysiek sterk, goed in de organisatie, een paar die het verschil kunnen maken en als ploeg ook mentaal in orde, zo bleek toen ze tegen Club Brugge de hoofdjes niet lieten hangen. Maar het moet voor ons kunnen om de strijd op het middenveld te winnen. Tegen Genk konden we het en als we dat nog eens tien wedstrijden laten zien, dan kan je zeggen dat we vooruitgegaan zijn. Nu nog niet. Een ploeg maak je niet in een of twee wedstrijden, maar in een of twee seizoenen. De progressie die we maken zal niet lineair zijn – kijk wat er tegen Roeselare gebeurde, we hebben daar onze schuld betaald – maar ik verwacht steeds beter.”

door Raoul De Groote

‘Conditioneel zijn we aan 72 procent begonnen en we zitten nu al aan 120 procent van het maximum.’ (Rudi Cossey)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content