‘STUIVENBERG DENKT HEEL AANVALLEND’

© BELGAIMAGE - YORICK JANSENS

Sef Vergoossen fluisterde KRC Genk de naam Albert Stuivenberg in. Enkele maanden later is die de nieuwe trainer van de Limburgse club. ‘Hij stuurt zijn spelers met een boodschap het veld op.’

Vijftien jaar nadat hij KRC Genk naar een tweede landstitel gidste, is Sef Vergoossen nog altijd een graag geziene gast bij de Limburgse club. ‘Ook los van die titel beleefde ik er een heel fijne tijd, daardoor blijft mijn binding met Genk groot’, zegt de 69-jarige ex-coach, momenteel technisch adviseur bij Roda JC. ‘Ik merk ook dat KRC Genk het blijft appreciëren als ik langskom. De club stuurt me elke zomer toegangskaarten voor een heel seizoen, zonder dat ik daarom vraag. Gemiddeld zit ik nog bij drie à vier wedstrijden op de vijf in het stadion.’

Er wordt daar blijkbaar ook nog altijd goed naar u geluisterd. In 2008 werd u gevraagd een doorlichting te maken van de club. Vorig jaar liet u in Genk de naam Albert Stuivenberg vallen en die is nu de nieuwe hoofdtrainer.

SEF VERGOOSSEN: ‘Soms lijkt het alsof ik intern heel diep in de club zit, maar dat is helemaal niet zo. Na een match verwacht men van mij wel dat ik eens naar de bestuurskant kom. Uit de losse babbels daar vloeide eens een gesprek voort met Dimitri de Condé (sportief directeur van KRC Genk, nvdr). Hij zei dat hij eens echt inhoudelijk over voetbal wou praten. We hadden het toen onder meer over de eisen waaraan een moderne coach moet voldoen. In dat gesprek liet ik de naam Stuivenberg vallen.’

VISIE HEBBEN

Aan welke eisen moet de moderne voetbaltrainer voldoen?

VERGOOSSEN: ‘Sommige coaches begrijpen nog niet goed dat ze tegenwoordig twee teams moeten aansturen. Toen ik als trainer begon, had ik rond mij een klusjesman en een assistent-coach die er maar de helft van de tijd was. Nu heb je als trainer een staf van soms wel twaalf mensen. Als je die niet goed stuurt, krijg je vroeg of laat problemen. Als spelers iets snel door hebben, dan is het wel dat de mensen in de staf niet op één lijn zitten. En daar gaan ze dan gebruik of misbruik van maken.’

Haalde u dat aan omdat u op dat vlak iets zag mislopen in Genk?

VERGOOSSEN: ‘Helemaal niet. Over Peter Maes (de vorige trainer, nvdr) is in dat gesprek met Dimitri met geen woord gerept.’

Ziet u nog meer eisen voor de moderne trainer?

VERGOOSSEN: ‘Het begint met kwaliteit. En kwaliteit is: een visie hebben. Dat gaat om veel meer dan een training afdraaien. Het gaat om hoe je over voetbal denkt. Je visie moet duidelijk zijn, niet vandaag dit en morgen dat. Vanuit je visie moet je trainen, duidelijk maken hoe je wil dat je team voetbalt en wat daarbij de taak is van elke speler. Wie geen visie heeft, kan ook niks aangeven. Als ik iemand beter wil maken en ik vertel hem vooraf niet wat ik van hem verwacht, kan ik na afloop ook niet zeggen wat goed of fout is gegaan. Stuivenberg stuurt zijn spelers met een boodschap het veld op.’

Hoe ziet zijn voetbalvisie eruit?

VERGOOSSEN: ‘Ik kwam twee keer in Manchester toen hij er assistent was van Louis van Gaal. Ik zag er computerprogramma’s die Albert zelf had ontwikkeld. Hij toverde een fantastische Powerpointpresentatie tevoorschijn over hoe je met een 4-4-2 tegen een 4-3-3 speelt. Albert denkt heel aanvallend. En het begint bij hem met voetbal. Het is niet: een lange bal naar voren en anticiperen op de tweede bal, wat ook een visie is. Albert wil de bal op een verantwoorde manier naar voren. Bij balverlies wil hij de bal zo snel mogelijk terug, dan laat hij zijn elftal niet massaal teruglopen en wachten op het onderscheppen van de bal om vervolgens te counteren.’

Hoe kreeg u Stuivenberg in het vizier?

VERGOOSSEN: ‘In Abu Dhabi coachte hij de U16 van Al Jazira toen ik er hoofdtrainer was. Op een dag ging ik met mijn assistent naar een training van hem kijken. Op het veld stonden 23 jongens van allerlei pluimage. Sommigen konden amper lopen. Albert zag de chaos voor zich en merkte ook hoe wij ons langs de zijlijn een breuk stonden te lachen. Hij werd die dag heel kwaad op ons. Maar toen ik zag wat hij een halfjaar later van die ploeg gemaakt had, moest ik toegeven dat ik dat niet voor elkaar had gekregen.

‘Nadien trok Albert naar de U17 van het Nederlandse elftal. Met die ploeg werd hij twee keer Europees kampioen, eindigde hij eens tweede op het EK en eens vierde. Van Gaal, toen bondscoach, vroeg hem daarna om trainer te worden van Jong Oranje. Dat team presteerde onder zijn leiding beter dan ooit tevoren. Nadien nam Van Gaal hem mee naar Manchester United. Twee jaar lang werkte Albert daar met de grootste spelers van de wereld. Hij hield zich er probleemloos staande, nadat het ook al niet makkelijk geweest was om Jong Oranje te coachen. Dat zijn allemaal baasjes, jongens die vinden dat ze het beter weten. Om hen in het gareel te houden, moet je een vakman zijn, anders prikken ze zo door je verhaal heen. En die jongens van Jong Oranje waren op hun beurt van een heel ander kaliber dan de U16 in Abu Dhabi. Maar Stuivenberg krijgt het wel allemaal klaar. Naar een team toe geeft hij de lijn heel scherp aan, maar vindt hij ook de momenten om even in te gaan op een vraag van de spelers.’

WAT IS DE BEDOELING?

Maes kreeg intern kritiek op zijn harde aanpak van de jongeren, terwijl hij dat ook al deed bij zijn vorige clubs. Zou KRC Genk hem niet zo intensief gescreend hebben als Stuivenberg?

VERGOOSSEN: ‘Dat Maes als coach zo in mekaar zit, daar kun je als club geen kritiek op hebben; dat moet je weten. Je kunt wel kritiek hebben als blijkt dat die aanpak niet werkt. Toen Hein Vanhaezebrouck trainer werd bij KRC Genk, noemde ik hem eens de meest talentvolle coach die ik ooit was tegengekomen. Toch lukte het niet. Als je veertien matchen lang voor een bepaalde visie kiest en die levert geen resultaat op, dan is de vraag of je als coach bereid bent om bij te sturen. Dat is ook een kwaliteit. Die had Hein toen niet.’

Zag u Maes ook te weinig flexibiliteit aan de dag leggen?

VERGOOSSEN: ‘Dat weet ik niet. Wel probeer ik altijd te herkennen wat een coach met een elftal wil. Daar was ik bij Maes soms naar op zoek. Dat wil niet zeggen dat een ploeg niet leuk speelt of niet kan winnen, maar ik dacht weleens: wat is nu de bedoeling? Vroeg druk zetten of niet? Snel naar voren of opbouwen? Maar dat mis ik soms ook bij andere coaches. En aan wat dat dan ligt, weet je niet vanaf de buitenkant. Het kan dat de coach geen uitgesproken visie heeft, maar het is ook mogelijk dat hij zijn visie niet kan overbrengen of dat de spelers ze niet oppikken.’

Nog iets wat Maes aangewreven werd, is dat hij moeilijk functioneerde in de vzw-structuur van KRC Genk, waarin je als trainer met veel beleidsmensen te maken krijgt.

VERGOOSSEN: ‘Als je echt naar de top wil, moet je de kwaliteit hebben om ook daarmee om te gaan. En als je naar een nog hoger niveau klimt, als je bijvoorbeeld naar Schalke 04 of naar Hamburg gaat, krijg je met wéér andere zaken te maken. Dan komt er bijvoorbeeld ook nog eens de boulevardpers bij. Het zijn krachten die in zo’n grote club spelen en die je ook moet managen, anders red je het niet.’

Wat zijn ploeg betrof, gaf Maes aan dat hij er graag ‘mannen met baarden’ bij wou.

VERGOOSSEN: ‘Hij vond de groep dus te licht en te jeugdig? Dat zou ik als trainer nooit openlijk gezegd hebben. Want dan zeg je dat je kern niet goed genoeg is. Dat vind ik niet slim. Onbewust kruipt zoiets toch ook in de hoofden van de spelers.’

Het keert altijd terug in Genk, dat nobele doel om sportieve resultaten te combineren met het lanceren van jongeren. Het lijkt alsof de club denkt dat Stuivenberg over een tekort aan ervaren mannen niet zo moeilijk zal doen.

VERGOOSSEN: ‘Stuivenberg werkte al heel vaak met jonge gasten. Maar het gaat om entertainment én om resultaat. Daartussen moet je een balans vinden. Dat krijg je niet voor mekaar met enkel jonge jongens.’

‘COACH, PLEUR OP!’

Velen vonden het ontslag van Maes onterecht, maar haast iedereen is het erover eens dat KRC Genk een attractieve ploeg heeft die onder Maes te laag geklasseerd stond.

VERGOOSSEN: ‘Het feit dat KRC Genk nu moet worstelen om bij de eerste zes te geraken, mag je de ploeg niet kwalijk nemen als je ziet hoeveel wedstrijden KRC Genk dit seizoen al speelde. Daar is deze groep te smal en te licht voor. Het is al knap dat deze jongens zo lang op drie fronten hebben gestreden. Atlethic Bilbao speelde hartstikke goed tegen Barcelona maar kreeg in Genk een pats om de oren waar je akelig van werd. Dat was geweldig van Genk, maar ergens betaal je daar de tol voor. Zo kan het wel een keer gebeuren dat je een van je doelen niet haalt.’

Waarom zou je als trainer van KRC Genk nog inzetten op Europees voetbal? Je verliest er punten mee in de eigen competitie en daarop word je afgerekend.

VERGOOSSEN: ‘Toen we in mijn tijd bij KRC Genk Europees speelden, zei ik de spelers heel vaak dat de Champions League leuk was, maar dat het om de competitie ging. Weet je wat ze me antwoordden? ‘Coach, pleur op! Die Champions League is veel mooier.’ Dat Europese voetbal is iets extra’s: je speelt in een stadion, in een stad en tegen een tegenstander die heel nieuw voor je zijn. Je voetbalt niet nog maar eens tegen Lokeren. En als trainer wil je gewoon elke match winnen.’

Welke speler van KRC Genk kon u dit seizoen al het meest bekoren?

VERGOOSSEN: ‘Vóór Nieuwjaar zag ik Leon Bailey grote stappen maken. Van de tien keuzes die hij twee jaar geleden maakte, waren er acht verkeerd. Dan zag ik hem een dribbel inzetten en dacht ik: waarom doe je dat nu als je ziet dat er achter die tegenspeler nóg een man staat en je actie dus nooit kan lukken? In die zin doet Bailey me wat denken aan Memphis Depay, die had dat ook. Maar als Bailey tegenwoordig tien keuzes maakt, zijn er zeven goede bij en drie daarvan zijn uitmuntend. Nu is hij ook bereid om achterin ballen te veroveren. Als hij zulke stappen blijft zetten bij Leverkusen, wordt het echt een goede. Een grote kwaliteit die hij heeft, is dat hij als buitenspeler ook in scoringspositie komt. Daar moet je voetbalintelligentie voor hebben.’

Hebt u ook een boon voor Alejandro Pozuelo?

VERGOOSSEN: ‘Absoluut niet. Ik heb af en toe zelfs erg veel moeite met hem. Hij pakt in verdedigend opzicht geen bal af, hij kan niet koppen en schakelt soms te laat om; dan zit hij nog in het rouwproces. Daar staat tegenover dat hij ook heel verrassende en fantastische dingen kan doen. Het probleem is dat zijn kwaliteiten en zijn mindere eigenschappen zo verschrikkelijk ver uit elkaar liggen. Hij kan een elftal over een dood punt tillen, maar hij kan een ploeg ook in de problemen brengen.’

Volgens De Condé verdiende Pozuelo de Gouden Schoen.

VERGOOSSEN: ‘Volgens mij niet.’

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO’S BELGAIMAGE – YORICK JANSENS

‘Ik probeer altijd te herkennen wat een coach met een elftal wil. Daar was ik bij Maes soms naar op zoek.’ – SEF VERGOOSSEN

‘Pozuelo kan een elftal over een dood punt tillen, maar hij kan een ploeg ook in de problemen brengen.’ – SEF VERGOOSSEN

‘Als spelers iets snel door hebben, dan is het wel dat de mensen in de staf niet op één lijn zitten.’ – SEF VERGOOSSEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content