SUPER MARIO 2.0

© BELGAIMAGE

Na twee magere seizoenen groeit Mario Balotelli in de Ligue 1 stilaan weer naar zijn topvorm toe. ‘Misschien is er in Nice na Ben Arfa wel een tweede mirakel in de maak.’

Misschien zal Jean-Pierre Rivère, voorzitter van Olympique Gymnaste Club de Nice, kortweg OGC Nice, er op het einde van het seizoen veel spijt van hebben. Dan zal Mario Balotelli, nadat hij eerst over de rode loper van het filmfestival van Cannes is geschreden – wie weet? – waarschijnlijk de Azurenkust verlaten om transfervrij te vertrekken en opnieuw te gaan voetballen voor een club die past bij een man van zijn standing.

Tot dan zal hij zijn fraaie seizoensdebuut (5 doelpunten in de competitie, 1 in de Europa League), waarin hij herboren lijkt na twee povere seizoenen, moeten bevestigen. ‘Hier denkt niemand ver vooruit in de toekomst. Mario is gekomen, heeft zich goed geïntegreerd en we hopen allemaal dat hij beslissend blijft voor ons’, zegt Mathieu Bodmer, ploegmaat van Balotelli bij Nice.

Bij de onderhandelingen die op 31 augustus leidden tot een handtekening van de gewezen Milanvedette zorgde diens makelaar Mino Raiola er alvast voor dat zijn speler zich over de nabije toekomst geen zorgen hoeft te maken. Hij eiste een contract voor één jaar waarbij zijn speler 4,5 miljoen euro opstreek. Raiola kon zich dat permitteren omdat Nice geen transfervergoeding diende te betalen aan Balotelli’s vorige club Liverpool. Nadat hij eerst Jürgen Klopp had beledigd, verklaarde de manager van onder meer ook Zlatan Ibrahimovic en Paul Pogba aan het Engelse dagblad Daily Mail dat Balotelli over een jaar opnieuw in de Premier League zal spelen.

‘Hij droomt ervan dat Nice hem er net als Hatem Ben Arfa, ook op de dool in Engeland en nu bij PSG, weer helemaal bovenop brengt’, aldus een makelaar uit de entourage van de Zuid-Franse club. Raiola verwoordde het geheel in zijn eigen stijl in La Gazzetta dello Sport: ‘Bij de verdeling van de tv-gelden in Frankrijk zouden ze een bonus moeten geven aan Nice. Zonder Ibrahimovic was de Ligue 1 vijftig procent van haar waarde kwijt. Met zo’n getalenteerde ster als Mario recupereren ze een derde. Ik verwacht dat hij dit jaar weer gaat ontploffen en minstens 20 doelpunten zal maken.’

EEN GEK IDEE

Een jaar geleden had Hatem Ben Arfa een rampseizoen achter de rug toen Claude Puel, op dat moment trainer van Nice maar ondertussen aan de slag bij Southampton, zijn ploeg rond hem bouwde. Na het vertrek van Valère Germain (naar Monaco, dat hem vorig jaar uitleende), Nampalys Mendy (Leicester) en Jérémy Pied (door Puel meegenomen naar Southampton) was de modus operandi anders. De club wilde in de eerste plaats een trainer vinden met een gelijkaardig profiel als dat van Puel. Nice vond die met de Zwitser Lucien Favre, oud-coach van Hertha Berlijn (2007-09) en Borussia Mönchengladbach (2011-15).

Dankzij een budget van 42 miljoen euro en nieuwe Chinese en Amerikaanse aandeelhouders versterkte Nice zijn jonge ploeg (een gemiddelde leeftijd van 23,3 jaar) vervolgens gevoelig. De Braziliaan BonfimDante kwam over van Wolfsburg, Valentin Eysseric kwam terug van Saint-Etienne, dat hem huurde, Wylan Cyprien werd gehaald bij Lens en ook Younès Belhanda, Frans landskampioen met Montpellier in 2012 en nadien aan de slag bij Dynamo Kiev en Schalke 04, kwam de rangen versterken. Met ook nog de transfer van Mario Balotelli op de laatste dag van de mercato kreeg Favre heel wat ervaring om zijn jonge bende te omringen.

Nice herleeft dankzij de nieuwe investeerders en dat deed voorzitter Rivère deze zomer dromen. ‘We hadden absoluut nog een extra aanvaller nodig. We zochten een voetballer die niet tevreden was bij zijn club en toen kwam het gekke idee in me op om Mino Raiola te contacteren voor Balotelli, een speler die in principe financieel en sportief niet haalbaar was voor ons. In het begin van de zomer wilde Raiola er zelfs niet over praten, maar geleidelijk aan konden we hem overtuigen.’

Aan de kant geschoven door Klopp bij Liverpool riep de Italiaanse spits, die niet wilde weten van ‘een lucratieve verbanning naar China’ steeds meer twijfels op bij mogelijk geïnteresseerde clubs. Zelfs Galatasaray, altijd bereid om geld uit te geven voor een Europese vedette, gooide uiteindelijk de handdoek in de ring. Bleef nog over: Nice. Nice van het ‘mirakel Ben Arfa’, Nice en zijn 12.000 abonnees (twintig procent meer dan vorig jaar), Nice en zijn heetgebakerde en fanatieke ultra’s, Nice en zijn buitenlandse aandeelhouders, Nice en zijn nieuwe stadion, waar de Rode Duivels op het EK speelden tegen Zweden, Nice en zijn nieuwe trainingscentrum, dat begin volgend seizoen in gebruik wordt genomen.

STERK TEMPERAMENT

‘Nice en zijn supporters hebben altijd al een boontje gehad voor spelers met een sterk temperament’, weet de 70-jarige Charly Loubet, die er zelf voetbalde van 1963 tot 1969 en van 1971 tot 1975 en 36 caps verzamelde voor les Bleus. ‘Als die speler dan een mindere periode doormaakt, dan zullen ze nog achter hem staan. In het verleden heeft Gym al meerdere licht ontvlambare vedetten gehad, die zich er goed thuis voelden. Ik denk aan de Argentijn Pancho González (1951-’61 en trainer van 1964-’69, nvdr), de Nederlander Dick van Dijk (1972-’74, nvdr), de Bosniër Josip Katalinski (1975-78, nvdr) en de Serviër Nenad Bjekovic (1976-’81 en trainer van 1987-’89, nvdr).’

Al decennialang probeert OGC Nice tevergeefs aan te knopen met het rijke verleden. In de jaren vijftig werd de club onder aanvoering van de bij Boca Juniors gehaalde Pancho González en de Luxemburger Victor Nurenberg viermaal op rij kampioen en won het twee keer de beker. In de jaren zeventig, onder het voorzitterschap van Roger Loeuillet, deed Nice de ene dure transfer na de andere, maar het won geen enkele prijs. Twee keer strandde het op de tweede plaats (in 1973 en in 1976) en één keer speelde het de bekerfinale (1978), maar het verloor die van het Nancy van Michel Platini. Symbolische herfsttitels werden telkens opgevolgd door een onvermijdelijke terugval in de terugronde.

Hoe vaak Loeuillet zijn chequeboekje ook bovenhaalde, het bracht niet het verhoopte resultaat. Gerenommeerde Franse internationals als Loubet, Marc Molitor, Hervé Revelli, Jean-NoëlHuck, Jean-Marc Guillou, Dominique Baratelli en Claude Quittet en buitenlandse sterren als Van Dijk (tweemaal winnaar van de Europabeker voor landskampioenen met Ajax), Katalinski en Bjekovic, (halvefinalisten op het EK 1976 met Joegoslavië) en Leif Eriksson (spelmaker van Zweden) passeerden de revue maar slaagden er niet in om prijzen te pakken voor Nice.

In de Uefa Cup van het seizoen 1972/73 schakelde de club achtereenvolgens Barcelona en Fenerbahçe uit, maar in de volgende ronde was FC Köln te sterk. ‘Naast fantastische spelers beschikte Nice in die periode nochtans ook over uitstekende trainers als Jean Snella en Vlatko Markovic, maar het bracht geen zoden aan de dijk’, zegt Charly Loubet. ‘Het heeft heel lang geduurd vooraleer er weer een beker in de lucht gestoken werd.’

Tot 1997 om precies te zijn. In dat jaar won Nice de Franse bekerfinale tegen Guingamp na het nemen van strafschoppen. Met tig verschillende aandeelhouders en meerdere degradaties (1982, 1991 en 1997) bleef de club echter aanmodderen tot 2011. Sinds Jean-Pierre Rivère in dat jaar de leiding in handen nam, gaat alles (een beetje) beter.

TRUITJE VOOR PAUS FRANCISCUS

In juni dit jaar gaf Rivère 80 procent van de club in handen van Chinese en Amerikaanse investeerders. Dat stelde OGC Nice in staat om de 26-jarige en 33-voudige Italiaanse international Mario Balotelli naar de Azurenkust te lokken. De nieuwe geldschieters konden immers het riante salaris van om en bij de 375.000 euro per maand betalen. Een luxe die FC Nantes, waar Balotelli ook werd aangeboden, zich niet kon veroorloven. Marketinggewijs blijkt de transfer alvast geen slechte investering. Van de 4000 truitjes die Nice sinds begin juli verkocht, dragen er 1600 de naam Balotelli. Volgens de merchandisingdienst hoopt de club dit seizoen ’tussen 15.000 en 20.000 truitjes te verkopen, waarvan een derde met het rugnummer 9′. Er kwamen al verscheidene bestellingen binnen uit Italië, Engeland, Australië, Duitsland en China, het land van Chien Lee en Alex Zheng, twee belangrijke meerderheidsaandeelhouders van OGCN. Nice zou overigens geen onderhandelingen gevoerd hebben met de speler over portretrechten omdat het geen onderscheid wilde maken binnen de kleedkamer.

Het belangrijkste is echter niet de commerciële waarde van de Italiaan. In een stad die nog niet bekomen is van de aanslag van 14 juli (86 doden, 434 gewonden) op de promenade des Anglais, ‘brengt Balotelli lichtheid en laat hij de mensen dromen op een moment dat ze dat nodig hebben’, meent Lionel Letizi, keeperstrainer van Nice. ‘De mensen zijn de aanslagen uiteraard niet vergeten, maar de aanwezigheid en de goals van Mario brengen troost.’ Christian Estrosi, oud-burgemeester van Nice en huidig président van de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur, overhandigde vorige maand tijdens een bezoek aan Rome zelfs een truitje van Balotelli aan paus Franciscus om hulde te brengen aan de slachtoffers van de terreurdaad.

‘Het is vreemd om Balotelli hier te zien, maar hij is heel bescheiden en toegankelijk’, vindt Alexy Bosetti, de jonge aanvaller van Nice met Italiaanse roots. Dat het enfant terrible van Italië zich thuis voelt in Nice, hoeft ook weer niet helemaal te verbazen. Uiteindelijk bevindt hij er zich slechts 400 kilometer of drie uur rijden van Brescia, de stad waar zijn adoptiefamilie en zijn jeugdvrienden wonen. Nice behoorde trouwens lang tot (het nog niet verenigde) Italië en werd pas in 1860 bij Frankrijk opgenomen.

PERFECT EN ITALIAAN

Roberto Mancini, die als trainer van Inter Milaan en Manchester City nochtans heel wat problemen kende met de spits, neemt het op voor Balotelli. ‘Hoewel zijn carrière een grillig parcours vertoont, is Mario altijd heel geliefd geweest in de kleedkamer. Kijk maar hoe Gianluigi Buffon en Andrea Pirlo hem steeds verdedigen. Hij heeft zich altijd Italiaan gevoeld, ook al moet het niet gemakkelijk geweest zijn om als eerste zwarte uit te komen voor de nationale ploeg. Hetzelfde geldt voor zijn gezondheidsproblemen bij zijn geboorte en zijn adoptie door de Balotelli’s.’

Super Mario kreeg het inderdaad niet in de schoot geworpen. Door een darmafwijking vastgesteld bij zijn geboorte bracht hij zijn eerste levensjaar grotendeels in het ziekenhuis door. Ook de definitieve adoptie door zijn gastfamilie zorgde voor moeilijkheden omdat zijn biologische ouders Thomas en Rose Barwuah, die uit Ghana emigreerden in 1988 en met wie hij een op zijn zachtst uitgedrukt moeizame relatie heeft, de adoptie aanvochten. Bij Brescia moest hij dan weer omgaan met het feit dat hij de enige zwarte was bij de jeugdploegen.

Ondanks zijn Ghanese roots heeft Mario Balotelli er altijd voor geijverd om het Italiaanse staatsburgerschap te verkrijgen. Net als de adoptienaam op zijn identiteitskaart heeft hij erop moeten wachten tot zijn achttiende. Toen dat eindelijk het geval was, liet hij zich trots fotograferen met een T-shirt met daarop de boodschap Not only am I perfect, I’m Italian too. Ik ben niet alleen perfect, ik ben ook Italiaan.

Zowel bij de twee Milanese clubs als bij Manchester City of Liverpool stapelde Balotelli de fratsen op, als was het om zijn familie-, ras- en identiteitsproblemen te bezweren. Vorig seizoen werd er maar weinig over zijn gedrag naast het terrein gesproken. ‘Misschien beviel de manier waarop hij zich van Milan moest gedragen hem helemaal niet. Mario heeft folietjes naast het veld nodig om te kunnen presteren’, zegt zijn ex-ploegmaat bij Milan Sulley Muntari. Maar misschien is het ook wel tijd dat de balotellate, zoals de Italiaanse media zijn capriolen noemen, ophouden. ‘Hij moet zijn hoofd op orde houden, want dat belet hem vaak om het beste van zichzelf te geven’, aldus Ariedo Braida, oud-clubbestuurder van Milan en nu in dienst bij FC Barcelona. ‘Hij werd altijd beschouwd als een groot voetballer, hij moet het nu maar eens bewijzen op langere termijn.’

JUISTE PLOOI

Over zijn keuze voor Nice zei Balotelli onlangs aan Sky Italia: ‘Ik koos voor Nice vanwege het klimaat. Ik wilde op een rustige en mooie plaats voetballen, waar je niet wakker wordt met verkleumde voeten.’

Tijdens het seizoensbegin toonde hij alvast de beste voetbalversie van zichzelf sinds de lente van 2012, waarin hij de titel won met Manchester City en nadien met Italië de finale haalde van het EK. ‘Het blijven korte opflakkeringen’, relativeert een Franse voetballer die nog met Balotelli samen speelde in Italië, waarna hij de woorden van Ariedo Braida bevestigt. ‘Hij moet nu bewijzen dat hij die vorm lange tijd kan aanhouden. Bij Nice lijkt alles wel in de juiste plooi te vallen: jongeren om hem heen, een familiale sfeer, fans die gek op hem zijn en een trainer die hem blijkbaar begrijpt. Het lijkt er ook op dat hij rijper geworden is en de demonen in zijn hoofd onder controle heeft. Misschien is er in Nice na Ben Arfa wel een tweede mirakel in de maak. Het zou mooie reclame zijn voor de club, die de aandacht zou trekken van alle verloren gewaande voetballers.’

DOOR RICO RIZZITELLI – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Mario heeft folietjes naast het terrein nodig om te kunnen presteren.’ – SULLEY MUNTARI

‘De mensen in Nice zijn de aanslagen uiteraard niet vergeten, maar de aanwezigheid en de goals van Mario brengen troost.’ – LIONEL LETIZI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content