Waar is de tijd… De tijd dat het echte ‘wij’-gevoel nog heerste. Honderden supporters.. samengehokt op enkele vierkante meters, weer en wind trotserend, zingend en springend tot ze er bij neer vielen. En waar is de tijd dat we nog tevreden waren met een simpele, doch verdiende 1-0 overwinning ? Zijn we dan zo verwend dat we geen genoegen meer nemen met minder dan een 4-0 zege ? Of met een totale vernedering van de tegenstander ?

Vroeger kon een heel stadion in extase gebracht worden door een verdediger die de bal afsnoepte van de superspits van de tegenstander of door een mooie pass van onze immer hardwerkende middenvelder die de spits bereikte, maar deze kon het jammer genoeg niet afmaken. Supporters stonden nog onvoorwaardelijk achter hun ploeg, omdat het toen nog hún ploeg was. Het werkvolk kon zich identificeren met de ploeg, zich vinden in de werkersmentaliteit. Ver weg van de koude commerciële wereld, doch gedoemd om er ooit in verzeild te geraken.

Weemoedig kijken we terug naar de tijd toen de toeschouwers nog, ver weg van de fankaart, samen naar de wedstrijd konden kijken : discussiëren over de al dan niet gefloten penalty, samengepakt langs de zijlijn, de geur van het gras opsnuivend. De echte voetbalbeleving is dezer dagen ver te zoeken : tribunes worden afgebroken, trainers hun stoppen slaan door, scheidsrechters worden bedreigd en voorzitters met het hart niet enkel op de tong, maar ook op de goede plaats worden weggestuurd onder luid boegeroep.

Spelers tonen niet meer het verdiende respect voor de supporters. Respect is iets dat van twee kanten moet komen. Maar als je voor je ploeg 200 kilometer ver reist en er weeral eens zo’n 30 euro aan uitgeeft… Is een beetje waardering dan zoveel gevraagd ? Is het zoveel gevraagd om naar het supportersvak te komen ? Is het zoveel gevraagd om de supporters nog maar aan te kijken terwijl men met de grootste moeite handjeklap doet ? Supporters zijn de ziel van de club, en die kan niet zomaar vervangen worden. Wat drijft ons er nog toe elke week, thuis en uit, naar onze club te gaan kijken ? Hebben we masochistische neigingen ? Of is clubliefde toch iets dat niet zomaar sterft ?

Zoals het een echte supporter betaamt, zullen we doorgaan, met hoop in ons hart, zoals Gerry And The Pacemakers het ons ooit voorzongen. Tot de laatste dag zullen we er staan, met tranen in onze ogen. Maar wel met het gevoel : dit was ónze club, we hebben mooie tijden meegemaakt, we hebben slechte tijden meegemaakt, maar uiteindelijk zijn het enkel de mooie die bijblijven. We hebben gelachen, we hebben gehuild, maar uiteindelijk waren het de tranen van geluk die het mooiste waren. Weemoedig zullen we terugdenken aan de tijd dat we daar allemaal samen op de tribune stonden, hand in hand, met hetzelfde doel voor ogen, én dezelfde club in ons hart. Dit is wat de supporter zo mooi maakt : zijn trouw, en die trouw willen delen met anderen. Waarom een supporter van een andere ploeg haten ? We hebben toch hetzelfde doel ? We mogen dan niet voor dezelfde ploeg supporteren, maar het belangrijkste hebben we wel gemeen : de onvoorwaardelijke liefde voor onze club.

Jane Geurden, Hasselt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content