SV Aartselaar

© BELGAIMAGE - KRISTOF VAN ACCOM

Geen dorp of stad zonder voetbalclub. Allemaal hebben ze hun eigenheid. Sport/Voetbalmagazine trekt op ontdekkingstocht en houdt ergens halt.

Aangenaam Aartselaar, zo prijst de gemeente ten zuiden van Antwerpen zich aan. Dichterlijke vrijheid allemaal goed en wel, maar we wedden dat die slagzin niet opgaat voor wie tergend traag voortschuifelt op de Boomsesteenweg. De baan splitst Aartselaar sinds de 18e eeuw in tweeën. Voor wie de A12 neemt vanuit ’t Stad is Aartselaar niet meer dan een opeenvolging van toonzalen en outlets. Rij voort, voorbij gehucht Koekoek, en u komt bij Reet Grillhouse – ja, dit is hartje anale driehoek – en The Venue. Toen die laatste zaak nog Café Banus heette, en Grace Jones er volgens de lokale legende kwam dansen, liet profvoetballend Vlaanderen hier weleens een magnumfles prik aanrukken. Nog verderop ligt Tomorrowland in Boom.

SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM

Wie de Boomsesteenweg verlaat, ontdekt een peis- en vreevoller Aartselaar. Her en der vallen flarden van een verleden als landbouwgemeente te ontwaren. Een pracht van een houten molen te midden van lintbebouwing hier, een zakdoek maïs daar. Een grapjurk heeft de letter D van de drukkerij gehaald. Er zijn straten genoemd naar Streuvels en Gezelle, een frituur naar Ambiorix en op het marktplein staat een middeleeuwse publieke schandpaal. Vlaamser wordt het niet. Aan de overkant ligt Den Entrez, het café dat lokale posterjongen Seth De Witte samen met een kameraad uitbaat. De Witte speelde in de jeugd van SV Aartselaar en voetbalde er na een zware blessure op zijn zeventiende even in de eerste ploeg. Hij komt nog vaak kijken en zette zijn kloeke schouders onder de G-voetbalploeg die stamnummer 7302 probeert te starten.

SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM

Ver weg van het verkeersinfarct, tussen de velden, ligt het gemeentelijke sportcentrum te blinken. Het grote terras van kantine ’t Sportzicht biedt uitzicht op het hoofdterrein en het kunstgrasveld waar de kleinsten aan hun dribbels schaven. ‘De gemeente soigneert ons’, beaamt Steve Moreaux, sinds 2016 voorzitter van SV. Dat was ook wel nodig: de vorige gebouwen waren tot op de draad versleten. In de brakke douches stonden de spelers vaak onder koud water. ‘Sommigen zeggen nu: het voetbal krijgt alles. Maar we delen dit complex met andere sportploegen. De gemeente legde petanquebanen en tennisvelden aan. De atletiekclub, een Belgische topper, kreeg een kooi voor discuswerpen en kogelstoten en een toren voor tijdsopnames. Wij maken onderling goede afspraken. Oefent de atletiek op speerwerpen, dan kunnen wij ons hoofdveld niet gebruiken.’

SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM

De renovatie steekt SV Aartselaar net op tijd in het nieuw om de 50e verjaardag in stijl te vieren. Een halve eeuw geleden splitste de club zich af van Leonardus. Nu mag SV Aartselaar zich Koninklijke noemen. De geschiedenis van blauw-geel is er een van wisselende successen. Als de betere botsbal stuitert de club tussen vierde, derde en tweede provinciale. De zwartste pagina is nog maar net omgeslagen. Twee seizoenen geleden beweerde de doelman van KFC Nijlen een telefoontje te hebben gekregen uit Aartselaar, in acuut degradatiegevaar, met de vraag om langs een bal te grabbelen. De bond schorste trainer Toon Spiessens voor een jaar. ‘Puur op basis van een vermoeden, zonder bewijzen!’ benadrukt Moreaux. ‘Wij zijn een makkelijk slachtoffer, omdat we geen leger advocaten kunnen betalen. Terwijl het veroordeelde KV Mechelen amper een sanctie kreeg. Wij geloven onze spelers wanneer ze zeggen dat er niets aan de hand was. Daarom hielden we de coach aan boord. Hij leidde het afgelopen seizoen de trainingen, maar zat in het weekend niet op de bank.’

SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM

Wat er ook van zij, de opknapbeurt stuwt de ambities van de huidige derdeprovincialer omhoog. ‘Nu kunnen we nieuwe sponsors en partners aantrekken. Voor toppers tegen Schelle en Nielse komen er zeventig mensen brunchen. Zelfs Beerschot haalt dat niet.’ Wat ook meespeelt: in de omstreken spelen veel clubs op een deftig niveau. Rupel Boom en Beerschot in nationale, Kontich in eerste provinciale. ‘Om onze goede jeugdspelers hier te houden, moeten ook wij ons niveau opkrikken. Anders is de verleiding te groot om elders te gaan spelen.’ Als ze, tenminste, de files op de Boomsesteenweg overleven.

SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM
SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM
SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM
SV Aartselaar
© BELGAIMAGE – KRISTOF VAN ACCOM
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content