Sven Kums: ‘Thuis ben ik de zotte’

© inge kinnet
Mayke Wijnen Medewerker van Sport/Voetbalmagazine.

Hij is niet de man die zomaar zijn ziel blootgeeft, toch geeft Sven Kums een aardig inkijkje in de mens achter de voetballer: boekenfanaat, de jongste en dus meest verwende thuis en peter van zijn neefje met het downsyndroom. ‘De band die ik met hem heb, is ongelooflijk.’

Sven Kums lacht wat schuchter wanneer hij op de tekst op zijn shirt wordt gewezen. Alsof hem die kleine letters eigenlijk nooit waren opgevallen. Dus nee: het what comes around goes around was geen bewuste keuze, geen knipoog naar een filosofie of geloof dat hij aanhangt. Hij vond het gewoon een mooi shirt.

De middenvelder van KAA Gent is wellicht ook wat te gesloten voor dat soort zijdelingse betuigingen, zo zal hij later vertellen. Te nuchter ook. Alhoewel… Op de vraag of hij gelooft, trekt hij bedenkelijk met zijn mond. ‘Ik weet het niet… Ik vind dat moeilijk. Ik wil er ook niet over nadenken, eigenlijk. Ik zal wel zien, wat er komt, na de dood. Ik wil me laten verrassen.’ Een stilte. Dan: ‘Ik hoop het wel, dat er nog wat is. Het zou toch zonde zijn als het over is, het leven, na die periode die je hier geweest bent. Het zou leuker zijn mochten we nog eens terugkomen.’ Weer is hij even stil. ‘Maar… Misschien is dit mijn tweede leven al, hè? Ik weet niet of het zo is, maar ik sluit dat ook niet uit. Misschien was ik ooit acteur. Dat kan, hè… Ik heb vaak déjà vu’s, zeker een keer per maand. Dat is het enige waarover ik wel nadenk. Omdat het zó levensecht is; dat beeld en die herinnering. Hoe kan dat nu?, denk ik dan. Misschien door een vorig leven dan…’

‘Ik werd beschermd en hoefde niet af te wassen, niet af te ruimen… Ja, ik was de verwende thuis.’ Sven Kums

Grapjes maken

Het zouden zo de teksten van een man met een filosofische inslag kunnen zijn, maar het is dus Sven Kums die een tipje van de sluier oplicht van wat hem zoal bezighoudt. Verder zal hij niet zo gauw zijn ziel blootgeven, zegt hij. ‘Ik ben een gesloten type. Zeker wanneer ik mensen niet ken. Dan zal ik eerst aftasten: tot hoe ver kan ik bij deze persoon gaan in het laten zien van mezelf.’

Het is niet zo dat hier nu een man zit van weinig woorden, maar met zijn vrouw heeft hij het andere uiterste als voorbeeld. ‘Zij kan met iedereen praten alsof ze die al jaren kent. Zijn we aan het wandelen en begint ze te praten met iemand die we nog nooit gezien hebben. Dan zwijg ik, of ik wandel voort. Mijn vrouw zegt dat ik daardoor vaak niet zo sympathiek overkom bij vreemden. Ik kan dan wat nors lijken, terwijl ik dat niet ben, maar dat komt gewoon omdat ik me wat afsluit voor mensen die ik niet ken. Ik houd liever een stuk voor mijzelf. Als ik mensen ken, is dat anders. Met mijn vrouw ben ik heel open. Dan praat ik over van alles. Gevoelens? Dát is nog wat anders.’ Hij lacht. ‘Maar thuis ben ik meer open, uitbundig. Mijn vrouw zegt weleens: ‘Mensen denken dat ik de zotte ben, maar als we thuis zijn, ben jij eigenlijk de zotte.’ Dan doe ik gek met de kleine, dan ben ik uitgelaten, maak ik grapjes. Thuis kom ik los.’

Zijn vriendengroep is dan ook nog altijd die van vroeger uit zijn geboortedorp Dilbeek: een klein, beperkt groepje mannen die elkaar tegenkwamen toen ze nog jongens waren. ‘Ik heb er daarna, toen ik al voetbalde, niet zo veel vrienden meer bij gekregen. Mijn vriendenkring is beperkt, we weten wat we aan elkaar hebben en dat is goed zo.’

Koken en wassen

In Dilbeek woont Kums nog altijd, drie jaar geleden bouwde hij er zijn huis met zijn vrouw Caroline, die ook uit dat dorp komt. De twee hebben zich daar gevestigd voor de toekomst; een aanbieding uit het buitenland zien ze als een mooi avontuur, maar uiteindelijk zullen ze terugkeren naar hun basis, waar de wortels van het verleden voor zekerheden zorgen en de familie dichtbij is.

Negen jaar geleden leerden ze elkaar dan ook daar kennen, in Dilbeek. Op een verjaardagsfeestje van de vriendinnengroep van Caroline kregen alle vriendinnen een Fata Morgana-opdracht en die van haar luidde om een bekende sporter uit te nodigen. Ze vroeg er vervolgens drie: Kums, proftennisser Yannick Mertens en -voetballer Gertjan Martens. ‘Dat waren toevallig mijn neef en mijn beste vriend… We spraken af samen naar het feestje te gaan, maar uiteindelijk zegden zij twee af. Zo ging ik alleen; ik had beloofd te komen dus ik kon het niet maken om niet te gaan.’

Sven Kums: 'Al gaat mijn dochter straks naar het ballet, dat is voor mij allemaal goed. Ik zal haar vrij laten.'
Sven Kums: ‘Al gaat mijn dochter straks naar het ballet, dat is voor mij allemaal goed. Ik zal haar vrij laten.’© inge kinnet

Er was niet direct een vonk die oversloeg, zegt Kums. ‘Maar we hadden wel meteen een klik. We hadden op dezelfde school gezeten, zij had nog les gekregen van mijn mama…’ En zo verweefden hun levens zich als vanzelf met elkaar. Vier jaar later trouwden ze. ‘Wat ik echt leuk vind aan haar is dat ze zo open is. Ook omdat ik zo niet ben. En voor de rest… We vullen elkaar gewoon heel goed aan. De dingen die ik niet graag doe, doet zij en andersom. Zoals koken, ja. Ik kan écht niet koken. Ik doe meestal de was. Stofzuigen? Dat doet de kuisvrouw. ( lacht) Het gaat gewoon vanzelf tussen ons, we moeten geen moeite doen voor onze relatie. We doen ook heel veel samen; al vanaf het begin en dat is nog altijd zo. Nu we sinds zeven maanden een dochter hebben, is dat wat moeilijker, maar we houden de tijd voor ons tweeën er bewust in. We plannen elke maand een datenight. ‘

Eenzame wereld

Ook zijn vrouw groeide op met voetbal en dat is voor Kums een steun. ‘Ze werd groot in een echte voetbalfamilie. Haar mama heeft lang bij Adidas gewerkt, haar vader zat jarenlang in de directie van RWDM. Zij ging dus elk weekend mee met haar papa naar het voetbal en weet daardoor wat het inhoudt; hoe de voetbalwereld in elkaar zit. Zij weet dat het een harde wereld is. Het ene moment ben je alles, word je bewierookt, en twee weken later kun je ineens niemand meer zijn, moet je vanaf nul beginnen. Ik heb dat ook meegemaakt. Bij SC Heerenveen was mijn eerste jaar heel goed, toen hoorde ik rondom mij: ‘Zou je niet al weggaan, naar een betere ploeg?’ Ik vond dat te vroeg. Daarna speelden we een minder seizoen, ikzelf ook. Dan merk je ook dat het een eenzame wereld is. Je speelt wel in teamverband, maar er zijn zóveel anderen die jouw plek willen. Dan helpt het dat er thuis iemand is die je begrijpt.’

‘Mijn vrouw zegt dat ik vaak niet zo sympathiek overkom bij vreemden. Ik kan nors lijken, maar dat komt gewoon omdat ik me wat afsluit voor mensen die ik niet ken.’ Sven Kums

Aan haar vaders zijde leerde zijn vrouw ook het spel kennen. ‘Zij houdt van voetbal, ze ging ook altijd mee naar mijn wedstrijden. Nu met de kleine lukt dat niet altijd, maar ze kijkt dan wel op tv. We spreken daar ook wel inhoudelijk over. Heel diep gaat dat niet, maar ze ziet het wel altijd juist. Ik hoor liever dat ik goed was natuurlijk, maar ze herkent ook mijn mindere wedstrijden. En omdat ze het juist ziet, mag ze het ook zeggen.’

Verwend

Hoe Kums zijn eigen jeugd zou omschrijven? Hij weet er bijna geen woorden voor te vinden, zó normaal was het. ‘Ik heb een heel stabiele jeugd gehad, nooit problemen, niets te klagen, alles was goed. Ik heb een oudere zus en broer en was thuis ook echt de jongste. Mijn broer en mijn zus hielden altijd een oogje in het zeil wanneer we ergens waren; dat mij niets zou gebeuren. Ik werd beschermd en mocht altijd een beetje meer dan de rest. Ik hoefde niet af te wassen, niet af te ruimen… Ja, ik was de verwende thuis.’

Zijn ouders waren beiden leraar: vader Kums gaf wiskunde en moeder biologie en LO. ‘Veel thuisstudie’, zegt Kums lachend. ‘Ik was niet zo’n crack in wiskunde. Ik was er wel altijd door, maar meestal met de hakken over de sloot.’

Kums lag een leerjaar voor op zijn klasgenoten: op de kleuterschool sloeg hij een jaar over. ‘Ik ging altijd naar school met mijn neef, die een jaar ouder was. Toen hij van het derde kleuterjaar naar het eerste leerjaar ging, zou ik alleen achterblijven. Dat wilde ik niet. Ik heb een paar testen gedaan en zo sloeg ik een jaar over. Inhoudelijk had ik daar geen last van. Het stimuleerde mij zelfs. Mijn ouders zeiden altijd: ‘Als je je best blijft doen en je hoeft niet te blijven zitten dan kun je het jaar dat je voorligt alles op alles zetten voor het voetbal.”

Zijn vader was lange tijd jeugdtrainer bij Dilbeek en later bij Anderlecht, zijn broer én zus voetbalden en ook de vader van zijn moeder was bezeten van het spel. ‘Ik keek op tegen mijn broer en zus; ze zijn twee en vijf jaar ouder. Mijn broer Kevin voetbalt nog altijd, op een lager niveau, en mijn zus Maaike heeft lang bij Anderlecht gespeeld. Dan stonden wij langs de lijn. Mijn zus was mijn voorbeeld. Ook zij stond op het middenveld en dan keek ik naar hoe ze dat deed. Jammer genoeg is ze al heel vroeg gestopt. Het vrouwenvoetbal was toen nog niet te vergelijken met nu. Er kwam haast geen volk kwam kijken en je kon er ook niets mee verdienen.’

Sven Kums
Sven Kums© Belga Image

Jaren later, toen Kums zelf ook bij Anderlecht speelde en vader jeugdtrainer was geworden, reden ze samen van Dilbeek naar Neerpede. ‘Anderlecht werd zo een plek waar ik uren was, vanaf mijn vijfde, elke dag. Ik had training, mijn zus, mijn vader… we wachtten op elkaar om naar huis te gaan.’

Opa Mertens

In de jaren daarvoor reed de vader van zijn moeder, opa Mertens, overal met hem naartoe. ‘Hij was zó zot van voetbal en hij vond het heerlijk om ons op te halen van school en naar het voetbal te brengen. Dat hield hem jong, denk ik. Hij was zelf ook voetballer op een hoog niveau geweest, in Halle, en daar kon hij uren over vertellen. Hij had de prachtigste verhalen en die boeiden mij enorm. Meestal waren dat verhalen waarvan ik dacht: hoe kan dat nu? Zo zei mijn opa eens dat de keeper zijn pet verloor: die waaide van zijn hoofd in de goal en vervolgens haalde hij die mét de bal in zijn hand uit het doel … Dan dacht ik: neeeee… dat kán niet! Je kunt je dat gewoon niet voorstellen, dat je zoiets ziet in onze tijd.

‘Zo was onze band. Hij vertelde. Ik luisterde. Dat gaf me een inkijkje in een heel ander leven, en dat realiseer ik me eigenlijk nu pas. Hij is gestorven toen ik in Italië zat, nu alweer drie jaar geleden, en sindsdien denk ik vaak: ik had nog zoveel moeten vragen. Ik had nog zoveel willen weten. Dat is zo zonde… Ik zou meer over zijn jeugd hebben willen weten, hoe hij opgroeide, hoe hij de oorlog heeft beleefd. Daar lees ik veel over, die Tweede Wereldoorlog fascineert me wel.’

Boeken

Hij heeft dat sowieso wel, zegt Kums: dat hij zijn neus graag in de boeken steekt. Hij wil zich verdiepen in verschillende zaken, zich ontwikkelen. ‘Ik had graag gestudeerd. Heb ik ook geprobeerd, eerst communicatiemanagement en later voor kine, maar het lukte me niet het te combineren met het voetbal. Nu lees ik veel. Ik wil graag veel weten. Ik heb veel interesses, maar de meeste boeken die ik lees zijn fictie. Dan Brown bijvoorbeeld, en Jo Nesbø vind ik ook goed. Ik lees liever dan dat ik een film zie. Vaak is de film een teleurstelling als je het boek kent.’

Een boek dat hem erg is bijgebleven is echter een biografie: van Robert Enke. De voormalig Duitse doelman worstelde jarenlang met een depressie en de druk van het voetbal. Hij zou uiteindelijk zelfmoord plegen door voor een trein te springen. ‘Daardoor ben ik gaan inzien wat voor een druk het mentale aspect op iemands leven kan leggen. Ik heb me dat nooit gerealiseerd. Zelf heb ik er geen last van; ik heb niet vaak stress, maar als je dat leest zie je wel hoe groot de impact kan zijn. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk om me écht voor te stellen hoe dat is. Ik ken zelf ook mensen die een grote druk in het voetbal ervaren, maar wanneer je dat zelf niet kent, kun je je daarin haast niet verplaatsen. Het enige wat ik kan doen is die mensen om mij heen proberen te helpen.’

‘Mijn zus was mijn voorbeeld. Ook zij stond op het middenveld, bij Anderlecht.’ Sven Kums

Het laatste boek dat Kums las, ging over opvoeding. Nu hij in februari vader is geworden van Juliette verdiepte hij zich daar uitgebreid in. ‘Het was een heel goed boek: over de Montessorischool. Ik kreeg het van mijn ploeggenoot bij Anderlecht, James Lawrence. Zijn mama is CEO van die school, die voor een vrije opvoeding staat. Daar ben ik zelf ook voor. Neem het bed. Ze zeggen dat je dat zo laag mogelijk moet zetten zodat de kleine er zelf kan inkruipen, dat is goed voor de eigen ontwikkeling; het zelf ontdekken. Zo hebben we het speelgoed ook in open kasten gelegd waar ze zelf kan inkruipen en kan nemen wat ze wil. Dat zijn tips om de eigen impulsen te stimuleren. Heel interessant.’

Sven Kums: 'Thuis ben ik de zotte'
© inge kinnet

Zo zijn er nog tientallen, misschien wel honderden dingen te noemen die er met het vaderschap op zijn pad zijn gekomen. ‘Mijn vrouw is heel erg van de voorbereiding. Ze heeft ons denk ik voor alle cursussen ingeschreven die er zijn. ( lacht) En dat was heel nuttig. Dat merk ik nu vooral. Voor de geboorte kun je je alleen maar zo goed mogelijk voorbereiden, maar nu begint het moeilijkste. Het opvoeden. Dan kom je toch weer heel veel zaken tegen die je verrassen.’

Ballet

Voor de geboorte van Juliette was Kums al peter van Tobias, de zoon van de zus van zijn vrouw. Tobias heeft het syndroom van Down en zo raakte de hele familie al vroeg nauw betrokken bij het welzijn van het mannetje. ‘De band die ik met hem heb, is ongelooflijk. En die was er vanaf het begin. Bij kinderen met het downsyndroom zijn er meestal complicaties bij de geboorte. Tobias had een hartklepafwijking en er waren problemen met zijn darmen. De eerste weken lag hij op de intensieve zorg, dat was een heel zware periode. Ook mijn vrouw en ik waren bijna elke dag bij hem in het ziekenhuis. Zoiets heeft een enorme impact op je leven, maar die valt in het niets bij de liefde die je krijgt. Dat is óngelooflijk. Die kinderen kunnen constant knuffelen en kussen. Zij doen gewoon wat in hen opkomt en geven daar uiting aan. Zonder na te denken of dat wel kan, zoals wij.’

Kums wilde altijd al kinderen en zijn vrouw en hij hadden gehoopt al eerder vader en moeder te worden, maar dat lukte aanvankelijk niet. ‘Na twee jaar zijn we overgestapt op een ivf-traject en al na een jaar waren we zwanger. Dat viel al met al goed mee, zeker als je hoort dat mensen soms wel vijf jaar in dat traject zitten. We waren op vakantie toen we een vermoeden kregen en eenmaal thuis heeft mijn vrouw de test gedaan. Dat was een fantastisch moment, na al die tijd. Een enorme ontlading.’

Veel mensen vroegen hem vervolgens of hij het liefst een zoon zou willen, dan kon hij met hem naar het voetbal gaan. ‘Nee, dat maakte me totaal niet uit. Al gaat Juliette straks naar het ballet, dat is voor mij allemaal goed. Ik zal haar vrij laten, ik ben geen vader die haar zal pushen; ze mag doen wat ze wil en wat haar gelukkig maakt. Ik wil niet te streng zijn, maar ik zal wel de kaders aangeven. Met beide voeten op de grond blijven, bijvoorbeeld. Daar hebben mijn ouders thuis ook veel aandacht aan besteed. Ze zijn beiden leraar en het bestaan van een profvoetballer is iets helemaal anders. Daar hebben ze mij op voorbereid en andersom ben ik hen ook altijd om raad blijven vragen. Daar ben ik blij om; ik ben een nuchter type.’

‘Geen wraakgevoelens richting Anderlecht’

Sven Kums: ‘De situatie bij Anderlecht is voor mij wel raar. Ik zit nu hier bij AA Gent en ik ben blij hier. Ik speel en het gaat goed. Wat er bij Anderlecht gebeurt, daar houd ik me op dit moment niet mee bezig. Ik denk weleens dat ik er ervaring had kunnen toevoegen, aan dat team, aan het middenveld. Dat had gekund, maar de club heeft besloten een andere weg in te gaan. Ik voel ook geen wraakgevoelens, ik ken geen rancune richting Anderlecht. De club is eerlijk met mij geweest, maar het is een rare periode.

‘Ik wil hier alles geven. Dan moet ik niet naar een club kijken waar ik niet ben. We hebben hier een goed team, een brede kern met veel potentieel. Van veel spelers die naast de kern vallen of op de bank zitten, denk ik: wauw, dat zijn goede spelers. Onze coach is heel persoonlijk met ons. Hij is open en heel aangenaam in de omgang, maar hij kan ook op de tafel kloppen en zeggen waar het op staat. Ik ben aangenaam verrast.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content