Na een tegenvallend seizoen zint een vernieuwd Standard in stilte op een sportieve revanche.

Lang moeten Sclessinveteranen Alain Ronsse van Het Laatste Nieuws en John Maris van Het Nieuwsblad niet nadenken op de vraag wanneer Standard nog eens zijn eerste training van het seizoen achter gesloten deuren heeft afgewerkt. Nooit hebben ze dat meegemaakt. Vandaag dus wel. Om tien uur zijn zo’n dertig supporters opgedaagd aan de ingang van de Académie Robert Louis Dreyfus, maar de elektronische toegangspoort gaat enkel open voor wie de code kent of een perskaart heeft.

Wanneer om twintig over tien Benjamin Nicaise als eerste uit de kleedkamer stapt, breekt plots de zon door de grijze wolken. Een goed voorteken. Een halfuur slechts mag de pers toekijken, om tien voor elf wordt iedereen gesommeerd de training te verlaten. De tijd dat je bij een Belgische topploeg na een training even een praatje met de spelers kon maken, is lang voorbij. Alleen de nieuwe keeperstrainer, Hans Galjé, weet dat nog niet en komt iemand aan de rand van het veld een hand geven.

Terwijl de spelers stretchen, hoort men de vogels fluiten. Het getsjilp wordt alleen onderbroken door het commentaar van sterke man Luciano D’Onofrio, die in de schaduw van het hoofdgebouw aandachtig toekijkt hoe physical trainer Guy Namurois de negentien aanwezige kernspelers in groepjes rond het terrein laat lopen.

Precies vijf minuten houdt de 35-jarige assistent-trainer Sérgio Conceição het in de middencirkel vol. Dan gaat hij mee rondjes lopen, en onderhoudt zich joggend met Axel Witsel. Op dit soort trainingen zonder duels mag van de Portugees niet verwacht worden dat hij zijn stem verheft. Conceição is pas zes maanden speler-af: zou Standard voor hem echt geen spelerslicentie aanvragen?

Hiërogliefen

Naast de negentien spelers op het veld ontbreken nog een pak spelers. Nicaise traint individueel. De Fransman mag, net als Wilfried Dalmat, Mohamed Sarr en Cédric Collet van de infrastructuur gebruikmaken, maar niet meer met de groep meetrainen. De vier mogen weg, maar niet voor niets. Ook afwezig: Pape Abdou Camara (naar STVV) en Rami Gershon (naar Kortrijk), plus wat spelers die pas later uit het buitenland terugkeren. Dan is er nog Franck Berrier, die zich bij zijn presentatie nietsvermoedend in een paars shirt aanbood en door perschef Sacha Daout nog net op tijd in een andere, meer passende outfit gestopt werd: hij revalideert. Dieumerci Mbokani daagt pas donderdag op maar niemand verwacht dat hij nog op Sclessin is als straks het seizoen begint. De nieuwe Egyptische spits Emad Moteab kreeg nog een paar dagen extra verlof. Zijn statistieken met de nationale ploeg (31 goals in 62 interlands) ogen indrukwekkend, maar over de juiste schrijfwijze van zijn naam (Motaeb of Metab) werd vorige week nog flink gediscussieerd. Tot iemand opmerkt: “Schrijf het toch gewoon in hiërogliefen!” De Kroatische verdedigende middenvelder Alen Pamic (20), nu al de nieuwe Fellaini genoemd, arriveert pas donderdag.

Buiten het pershome wacht Jurica Selak, manager van Laurent Ciman. Ciman was rond met Lokeren, waar hij een beter contract kon krijgen dan in Luik. Met een gewone andere eersteklasser had Ciman niet eens meer gepraat, zegt Selak. “Maar als Standard zich meldt, is dat toch iets anders.” Bij Standard kan Ciman bevestigen als rechtsachter en misschien, zegt Selak zacht, liggen daar wel perspectieven bij de nationale ploeg, terwijl de verdediger bij Lokeren voor een plaats in het centrum gewenst was. In de deal met Brugge toonde Luciano D’Onofrio zich weer gewiekst. Aan de ruil Ciman- Marcos (de Braziliaan speelde afgelopen seizoen maar een paar wedstrijden op niveau) houdt Standard nog een flinke smak geld (700.000 euro?) over.

De tweede man die voorgesteld wordt, keeperstrainer Hans Galjé, trok die ochtend om halfzeven bij hem thuis in Bissegem de deur achter zich dicht voor een twee uur durende autorit, via Kortrijk en Doornik. Galjé is niet van plan om vier uur per dag in de auto te zitten, hij zal regelmatig gebruikmaken van de overnachtingfaciliteiten aangeboden door Standard. Op de persvoorstelling moet hij af en toe een woord zoeken, maar Galjé verbaast de Franstalige pers met meer dan degelijk Frans. Toen hij indertijd als keeper vanuit Ajax bij Kortrijk belandde, merkte hij dat er in de omgeving van Kortrijk veel Frans gepraat werd. Prompt volgde hij lessen, waardoor hij zowel bij Moeskroen, de Rode Duivels als op Sclessin uit de voeten kan. Na de persconferentie feliciteert Daout Galjé en grijnst naar de pers: “Vanaf nu wordt het Hans op elke Point Presse!” Dan moet Daout haastig achter Galjé aan. Die laatste kent de code niet om de poort naar het spelerscomplex te openen. Daout fluistert ze hem in het oor: “Voilà. Nu kent iedereen hier de code.”

Nieuwe aanvalslinie

Woensdag werden de nieuwe shirts gepresenteerd, Made by Planète Rouge, het nieuwe, door directeur Pierre François gedeponeerde merk, genoemd naar de fan-shop van de Rouches. Standard is de eerste club die zijn uitrustingen in eigen beheer laat ontwerpen, nadat Diadora failliet ging en andere leveranciers onvoldoende boden. Dat deden ook kandidaat-hoofdsponsors, waardoor de truitjes woensdag alleen met de cosponsors gesigneerd waren. De nieuwe hoofdsponsor wordt uiterlijk tegen de eerste competitiematch op 30 juli verwacht.

Eind vorige week bleef de hele kern een paar dagen op de Académie overnachten voor een ministage. In zijn eerste oefenpartijtje tegen de Luikse tweedeprovincialer United Richelle waren bij Standard nog slechts zeven spelers die in 2009 kampioen werden, beschikbaar: Sinan Bolat, Eliaquim Mangala, Steven Defour, Axel Witsel, Réginal Goreux, Mehdi Carcela en Gregory Dufer. Van de kern die in 2008 de eerste titel behaalde, blijven enkel Axel Witsel, Steven Defour (volop gebrand op een sterke seizoenstart met de Rouches), Réginal Goreux en Gregory Dufer over. Op de doelman en het middenveld na is het een heel andere ploeg geworden, en nu al staat vast dat Standard de kern nog niet rond heeft. Op het eind van de transfermarkt wil het nog een paar zaakjes doen.

De voornaamste vraag is hoe Christian Benteke, Moteab en co voorin het vertrek van het indrukwekkende aanvalstrio van de voorbije drie jaar gaan opvangen. Samen waren Milan Jovanovic, Igor De Camargo en Dieumerci Mbokani de afgelopen drie seizoenen goed voor 101 van de 165 goals die Standard in 98 competitiewedstrijden (play-offs en testmatchen niet meegerekend) maakte. Straks moet Standard met een volledig nieuwe aanvalslijn en een nieuwe defensie beter doen dan de beschamende achtste plaats van afgelopen seizoen.

Tijdens zijn vorige trainersperiode deed Dominique D’Onofrio van jaar tot jaar beter. Toen hij in november 2002 overnam van Robert Waseige parkeerde hij de Rouches nog op een zevende plaats, maar bij zijn afscheid als hoofdtrainer in 2006 eindigde Standard wel als tweede. Over de tweede plaats durft nu niemand te praten, maar voetbalprognoses betekenen niet veel. Afgelopen seizoen tipten nagenoeg alle media voor het seizoen Standard als toekomstig kampioen.

door geert foutré – beelden reporters

Van de kern die in 2008 de titel behaalde, blijven nog maar vier spelers over.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content