Met de manier waarop Club Brugge zich vorige week in Lyon uit de Uefacup liet kegelen, gaf het blijk van een staaltje van tactische onvolwassenheid dat brutaal botst met het collectieve karakter van deze ploeg. Nadat Club in de tweede helft via gecontroleerd en gegroepeerd spel niet één kans weggaf werd er in blessuretijd in een ongebrijpelijke opwelling plots blind aangevallen. In een moment dat het erom ging het hoofd koel te houden, liep Club zowaar met zes man voor de bal. Dankbaar profiteerden de verraste Fransen van de ruimte om blauw-zwart met één simpel uitgevoerde counter weg te blazen.

Trond Sollied zat op de bank en moest het gelaten ondergaan. Even voordien had de Noor de niet bepaald meest gelukkige wissel uit zijn carrière uitgevoerd : hij stuurde in de slotfase van de wedstrijd de onervaren José Duarte het veld op. Terwijl je in dat soort kolkende momenten nood hebt aan ervaring en karakter. Dat Duarte, die dit seizoen alleen kon overtuigen in de bekerwedstrijd tegen Aarschot en een vriendschapelijke partij tegen Congo, dan nog met een mislukte actie aan de basis lag van het derde doelpunt is wel heel erg pijnlijk voor Sollied. En voor Club Brugge dat zo een Europese overwintering en een nieuwe toprecette zag smelten als sneeuw voor de zon.

Dat het Club Brugge aan een welomlijnde sportieve visie ontbreekt, is niet nieuw. Het staat daarmee in België niet alleen. Verouderde denkpatronen bepalen het beleid al leveren die in Brugge bij tijd en wijlen nog altijd uitstekende transfers ( Simons, Van der Heyden) op. De financiële kater die Club in het begin van de jaren zeventig haast naar de afgrond voerde, heeft een verlammende uitwerking op het beleid. Zolang de huidige bewindsvoerders aan de macht blijven, zal dat nooit veranderen. Ook dan als sommigen vinden dat de ambities niet evenredig lopen met de mogelijkheden.

Maar de groei van Club Brugge blijkt nog lang niet voltooid. Sprankelend voetbal viel er de afgelopen maanden maar incidenteel te zien. En de door Sollied geïdealiseerde manier van voetballen mag dan veel ruimte voor variatie bieden, in moeilijke momenten gaat het overleg bij Club te gemakkelijk verloren en wordt nog altijd naar het wapen van de lange bal gegrepen. Juist in deze competitie blijkt bovendien hoe moeilijk Club het heeft tegen ploegen uit de top van de klassering. Tegen Genk, Gent en Standard, de nummers twee, drie en vier, werd één punt op negen gepakt. Dat is een veel te schrale oogst. Het gebrek aan creatief vermogen breekt de ploeg dan telkens weer zuur op. Het probleem van Club Brugge is dat het te vaak naar het wapen van de power moet grijpen om de tegenstander op de knieën te krijgen. Dat kost telkens weer kracht en energie, wat zich op een gegeven moment tegen het elftal kan keren.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content