Met Sezer Öztürk haalde Germinal Beerschot een stuk creativiteit en één van de grootste Turkse beloften in huis.

Drie keer kwam Sezer Öztürk aan bod in het lijstje van superlatieven bij Leverkusen in de competitiespecial van het vakblad Kicker voor aanvang van het seizoen 2004-2005 : als kleinste (1,74 meter), jongste (18 jaar, geboren op 3 november 1985) en de trouwste speler (bij Leverkusen sinds 1996). Tijdens het seizoen kwam hij nauwelijks aan bod. Geen enkele keer haalde hij de basiself, zeven keer mocht hij invallen. Zijn Bundesligadebuut maakte hij op de negende speeldag, op Kaiserslautern, waar hij dertien minuten voetbalde. Maximaal stond hij een kwartier op het veld, op de laatste speeldag tegen Mönchengladbach. Doorgaans draafde hij op met het tweede elftal, waar hij met twaalf goals een ruim aandeel had in de promotie van vierde naar derde klasse.

Van een speler met 56 minuten Bundesliga-ervaring mag Germinal Beerschot geen mirakels verwachten. Maar Öztürk brengt wel creativiteit naar het Kiel en kreeg in de voorbereiding al een paar open doekjes.

Sezer Öztürk schuift aan voor een interview. Zijn broertje Halil-Ibrahim zit naast hem aan tafel, hij houdt hem gezelschap in een vreemde stad. Voor het eerst woont Sezer Öztürk echt helemaal alleen, ver weg van zijn familie. In Leverkusen had hij ook een appartementje, maar meestal verbleef hij nog bij zijn familie in Velbert, niet ver van Keulen. In Antwerpen ontfermen vooral Messoudi en Dickson zich over hem. Hij merkte al dat Antwerpen een stad is met vele bekoringen : “Maar ik ben hier in de eerste plaats toch om te voetballen.”

Zijn eerste indrukken zijn positief : de jonge ploeg hangt goed samen, er is talent, er wordt hard getraind : “Harder dan in Leverkusen. Absoluut.”

Hij liet zich bij zijn keuze leiden door het advies van zijn manager, ex-profi Bernd Cullmann (die in de jaren zeventig voor FC Köln voetbalde), en teammanager Hans-Peter Lehnhoff. Germinal Beerschot was niet de enige mogelijkheid. Meer voor de hand liggend leek de overstap naar Turkije. Besiktas deed Leverkusen het beste bod, al voor het WK voor min-20-jarigen in Nederland. Hij lacht als het cijfer van 350.000 euro wordt genoemd. “Denkt u echt dat ze zo veel geld wilden geven ? Het is wel zo dat ik in Turkije een ster ben, zeker na dat WK. Daar presteerden we als team niet zo goed. Veel titularissen haakten op het laatste moment af, waardoor we er niet uithaalden wat erin zat. Maar zelf leverde ik wel een goede prestatie, dat klopt.” Tijdens dat WK werden plots alle Turkse ploegen wakker. “In het spelershotel stonden de managers me op te wachten. Allemaal wilden ze met me praten, dat bemoeilijkte de concentratie op de wedstrijd. Plots was ook Galatasaray geïnteresseerd, plus zes Turkse eersteklassers, naast Pasching uit Oostenrijk. Mijn vader was heel trots op de belangstelling van Besiktas en Galatasaray, maar ook hij wilde niet dat ik nu al naar Turkije ging. Als het daar even wat minder loopt, komt er meteen druk en krijg je allerlei verhalen.”

In samenspraak met Cullmann en Lehnhoff koos hij voor Germinal Beerschot. Op het einde meldde er zich nog een Spaanse ploeg : “We waren echter al bijna rond met Germinal Beerschot en Cullmann zei : ga maar naar Antwerpen. Germinal Beerschot is een warme club. Belangrijk vind ik ook dat ze Europees voetballen. Daardoor kan ik me tonen. In een kleinere ploeg kan ik me als voetballer beter ontwikkelen. Natuurlijk had ik bij Besiktas veel meer kunnen verdienen, maar ik wil eerst sportief investeren. Geld komt later. Zodra je presteert. Op een dag wil ik absoluut in Turkije gaan voetballen. Maar nu nog niet, pas over een aantal jaar. Eerst wil ik nog een paar jaar in Europa voetballen, niet te ver van mijn familie. Velbert is 180 kilometer van hier. Mijn ouders zijn al een paar keer langs geweest.”

Bij Leverkusen doorliep hij bijna de hele jeugdopleiding. “De club heeft al jaren een uitstekende reputatie qua opleiding, maar deed daar weinig mee. Ze kocht altijd spelers, waardoor het eigen talent weg moest. De laatste jaren probeert men wel de doorstroming te verzorgen. Daardoor kreeg ik mijn kans.” Al jong stond hij bekend als groot talent : “Bij de min-15-jarigen vroegen de trainers al of ik interesse had om voor de Duitse nationale jeugdploegen uit te komen. Maar toen al wist ik dat ik voor Turkije wilde voetballen. In die periode al werd ik voor het eerst geselecteerd voor de Turkse ploeg.”

Maar aan spelen kwam hij dus in zijn eerste jaar als prof nauwelijks toe. Hij somt de concurrentie op voor zijn positie : ” Bernd Schneider, Paul Freier, Robson Ponte, Andrej Voronin, Daniel Bierofka. In een eerste fase was ik blij met wat ik meemaakte. Ik zat altijd op de bank, ook in de Champions League. Ik kwam onder de indruk van de sfeer op Real Madrid, op AS Roma, tegen Liverpool. David Beckham streek even vriendelijk door mijn haar toen hij me voorbij wandelde. Leuk toch ? Maar in een volgende fase, na de opwinding, wil je toch zelf op het veld staan. ”

Hij trainde bij Leverkusen tijdens de week altijd met het eerste elftal : “Daar werd ik sterker, uiteindelijk lopen er in Leverkusen nogal wat internationals. Maar in het weekend voetbalde ik met het tweede team dat naar derde klasse promoveerde. Daar had ik een ruim aandeel in.”

Na het seizoen werd hij bij de clubleiding geroepen : “Ze wilden dat ik bleef. Maar een basisplaats konden ze me niet garanderen. Mijn besluit stond vast. Ik wilde weg. Ik wil voetballen om me verder te ontwikkelen.”

Wat mag Germinal Beerschot van hem verwachten ? “Een aanvaller ben ik niet, op mijn best speel ik achter de spitsen, maar niet té ver van de goal. Ik heb een goed schot, kan dribbelen, ben snel op de eerste meters. Het klopt dat ik gevaarlijk ben op vrije trappen. Wat beter kan, is op het juiste moment de bal te spelen, na één, twee contacten.”

door Geert Foutré

‘De trainingen bij Germinal Beerschot zijn veel harder dan bij Leverkusen’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content