De wegen van het leven zijn soms ondoorgrondelijk. Die van Gordan Vidovic hebben hem naar Deinze gebracht, in het Vlaamse land, waar over hun fiets geplooide Flandriens kasseien en wind trotseren – aan opgeven denken ze niet. Vidovic heeft zich ook overeind gehouden in de maalstroom van het leven. “Het gaat goed met mij”, zegt hij bij aankomst, sporttas in de hand. Hij lijkt jonger dan zijn 45 lentes en als Moeskroen nog een centrale verdediger nodig zou hebben, zou Vido nog perfect in staat zijn om die leemte in te vullen.

“Ik heb mijn carrière beëindigd in 2003”, benadrukt hij. “Ik zal de grote momenten bij Moeskroen nooit vergeten. Als ik daar nog eens kom, houden de mensen me tegen, om nog eens over die tijd te praten, over Jean-Pierre Detremmerie en zo. Ik ben scout voor rekening van de Henegouwers. Zo was ik de eerste die het talent van Edin Dzeko in de gaten had. Hij speelde toen voor een van mijn ex-clubs: Zeljeznicar Sarajevo. Ik heb hem voorgesteld bij Moeskroen, maar de club had geen 50.000 euro voor de transfer. Als je naar zijn parcours kijkt (Teplice, Wolfsburg, Manchester City) en de business die door zijn transfers gegenereerd is, dan kun je wel stellen dat Moeskroen met hem nooit failliet gegaan zou zijn.”

Vidovic had een netwerk maar de makelaarswereld is er niet een van lieverdjes, zelfs als je via Mario Stanic, in 1997 van Club Brugge naar Parma getransfereerd en in 2000 naar Chelsea, een lijntje hebt naar Roman Abramovitsj. “Het was geen gemakkelijke periode en ik ben toen ook gescheiden”, legt hij uit. “Mijn kinderen groeien op bij hun moeder in België. Ik heb dan het geluk gehad om Kurt Van Den Heede te leren kennen, de baas van een firma in het variétéwereldje. Hij kent de geplogenheden van het voetbal niet, maar wil zijn horizon verbreden en zijn bedrijf heeft een goede administratieve structuur. De sport biedt hem nieuwe perspectieven. Ik ben verantwoordelijk voor het speuren naar talent in België en een beetje overal in Europa. Zo reis ik nogal wat en zie ik heel wat voetbalwedstrijden.”

Eén trainer heeft een grote rol in zijn leven gespeeld: Georges Leekens. Vidovic heeft nog een goed contact met zijn ex-coach: “Hij heeft mijn carrière gelanceerd. Toen ik Bosnië met gevaar voor mijn eigen leven verliet in 1992, in het gezelschap van Mario Stanic en Suad Katana, had ik niets: geen geld, geen papieren, geen toekomst. Ik heb eerst een tijdje in het Zwitserse Sankt Gallen gezeten, waarna ik bij derdeklasser Tienen en later Cappellen terechtgekomen ben. Ik was er aanvaller maar Leekens heeft me op mijn juiste plaats gezet: in de verdediging.

“Volgens mij heeft hij toen geïnformeerd bij Luka Peruzovic. Toen die laatste zijn opleiding als trainer volgde, deed hij een stage in Sarajevo en daar viste hij me op: het is dankzij hem dat ik mocht gaan testen bij zijn club Hajduk Split, waar er veel talent zat. Ik ben niet bij Split gebleven maar Peruzovic wist vanaf toen dat ik mijn plan kon trekken in de verdediging. En aangezien Moeskroen nog iemand zocht achteraan heeft Leekens me daar geposteerd. Als Georges in seizoen 1996/97 niet naar de nationale ploeg gegaan zou zijn, zou Moeskroen zeker kampioen geworden zijn.”

De ex-international – 16 caps van 1997 tot 1999 – lacht zijn tanden bloot. Bij een plat watertje – dat hij verkiest boven frisdrank – vertelt hij ten slotte dat hij bezig is aan een project samen met Milan Mandaric, die nog niet zo lang geleden Sheffield Wednesday verkocht heeft.

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content