Bondsvoorzitter Jan Peeters zit deze week in Egypte. Wéér het buitenland, wéér voor de Fifa. Reisbureau Peeters verdedigt zich tegen het gemor.

Eerder deze maand leidde Stany Deslypere de eerste vergadering in 2004 van het Uitvoerend Comité. Dat kwam omdat zowel bondsvoorzitter Jan Peeters (werkreis) als eerste ondervoorzitter RogerVanden Stock (vakantie op Gran Canaria) afwezig waren. Het was al de tweede keer op korte tijd dat Peeters een bijeenkomst van het hoogste bondsorgaan moest missen, nu omdat hij voor de Fifa in Libië zat. Peeters is door de wereldvoetbalbond aangesteld om de vijf Afrikaanse landen te bezoeken die kandidaat zijn voor de organisatie van het WK in 2010. Eerder was hij in Zuid-Afrika, Tunesië en Marokko, Egypte sluit nu de rij.

“Ik vond dit zo’n mooie opdracht,” zegt Jan Peeters, “dat ik onmiddellijk ja zei, zonder erbij stil te staan dat het tamelijk intensief zou zijn.” Zijn vele reizen zorgen al langer voor onvrede bij zij die menen dat de voorzitter beter de problemen in zijn eigen bond aanpakt en daar de vinger aan de pols houdt. Peeters vindt de heisa overdreven. “Eind januari liggen mijn vijf bezoeken achter de rug. Waar praat men in feite over ?”

Eén van de mensen die Peeters op zijn inspectietochten vergezelt, is ook een Belg : technisch directeur Michel Sablon, die ervaring opdeed bij de organisatie van Euro 2000. Peeters : “We bezoeken de stadions, hotels, hospitalen, we onderzoeken het vervoer en alles wat in aanmerking komt voor de organisatie van zo’n groot evenement. Het zijn vermoeiende, maar interessante reizen. Intensief ook : in Zuid-Afrika nam ik eens op één dag vier vluchten. Ik denk dat we op geen enkele van die reizen ooit voor twaalf uur naar bed gingen, en dat het ’s ochtends nooit later dan acht uur was toen we alweer vertrokken.”

Maar alles, of het nu een ontmoeting is met Nelson Mandela of een bezoekje aan Robbeneiland, heeft zijn prijs. Peeters miste een vergadering van het Uitvoerend Comité en ook – tot zijn grote spijt, benadrukt hij – de laatste EK-kwalificatiewedstrijd van de Rode Duivels, tegen Estland. Had België zich die avond alsnog voor het EK geplaatst, was er gevierd zonder de topman. Het leidde tot ergernis.

“Ach,” zegt de voorzitter, “de buitenwereld reageert altijd dubbelzinnig. Als je geen opdrachten krijgt van de Fifa of de Uefa, is de kritiek dat we zwakke leiders hebben die niet goed genoeg zijn voor een internationaal mandaat. Krijg je ze wel, is de kritiek dat je te veel weg bent. Ik ontken dat ten stelligste. Ik denk niet dat ik sinds ik die opdracht kreeg, veel minder op de bond ben dan vroeger. Alleen ga ik op andere dagen. Vanuit het buitenland heb ik elke dag contact met de bond, via telefoon of per e-mail. Ik vind het dus klein als mensen me hierop aanvallen. Het Uitvoerend Comité is op voorhand verwittigd over mijn opdracht en op de laatste vergadering van 2003 heb ik gepolst om te zien of men er problemen mee had. Dat bleek niet het geval, tenzij zoiets alleen achter mijn rug wordt verteld – maar op dat vlak ben ik tamelijk gerust. Het raakt me evenmin dat mensen beweren dat ik geen tijd of oog meer zou hebben voor de Belgische problemen, want ik denk niet dat zoiets al gezegd is.”

Bovendien aanvaardt hij niet elke opdracht. “Ik heb vorig jaar geweigerd naar het WK voor vrouwen te gaan. Twee Fifa-opdrachten in één jaar vond ik zelf ook iets van het goede te veel.” Trouwens, er hangen, behalve de absurd hoge persoonlijke onkostenvergoeding van 200 dollar per dag (een algemene Fifa-politiek voor zulke georganiseerde prospectiereizen, waarbij toch wel vragen kunnen worden gesteld), ook voordelen aan vast voor België. “Zoals Euro 2000”, zegt Peeters. “Wij hebben nauwelijks moeten lobbyen, terwijl landen als Zuid-Afrika of Marokko veel geld moeten uitgeven om het WK binnen te halen. Wij maakten één videoclipje. Onkosten te verwaarlozen.”

Buiten deze buitengewone Fifa-opdracht, hem toegewezen door Sepp Blatter, bekleedt Jan Peeters ook twee internationale mandaten. “Ik ben lid van de disciplinaire commissie van de Fifa en voorzitter van het programme d’assistence van de Uefa. Daarvoor voer ik opdrachten uit, maar die zijn niet zo overdreven. Van de disciplinaire commissie moeten er altijd minstens drie leden aanwezig zijn op een groot toernooi, maar we zijn met heel veel. Ik heb drie toernooien achter de rug : de Olympische Spelen in Sydney, een toernooi voor spelers onder 17 jaar in 2001 en het WK voor vrouwen in Canada in 2002.”

Af en toe moet hij ook naar Zürich, maar dat zijn meestal verplaatsingen waarbij hij dezelfde dag nog terugkeert. “Echt waar, ik voel me tamelijk gerust. Ik vind het heel belangrijk dat de Belgische bond vertegenwoordigd is in allerlei internationale instanties. MichelD’Hooghe indertijd was ook geregeld weg. Vergaderingen van het Uitvoerend Comité werden in die periode ook aangepast aan zijn agenda of, als hij niet aanwezig kon zijn, geleid door anderen. Dat was geen enkel probleem. Roger Vanden Stock is een uitstekend waarnemend voorzitter. En de profclubs moeten niet zeggen dat hij in die rol de belangen van het profvoetbal niet kan verdedigen. Of je in een vergadering met 23 leden vijf, zes of zeven stemmen hebt, zal het verschil niet maken.”

Deze week bevindt Jan Peeters zich alweer op buitenlands grondgebied. In zijn inspectietocht voor het WK 2010 toeft hij in Egypte. Vorige week moest Peeters samen met bondscoach Aimé Anthuenis en UC-lid Karel Vertongen naar Belgrado, hoofdstad van Servië en Montenegro, om er de WK-kwalificatiekalender van de Rode Duivels vast te leggen. Hij zag uiteindelijk van die trip af. Peeters is wel tevreden over de kalender die daar werd opgesteld. Speciale wensen had hij vooraf niet : “Ik vind de volgorde niet zo belangrijk, want door wat er onderweg allemaal kan gebeuren, ga je rekenen en dan ben je verkeerd bezig. Voor de vorige kalender kregen we veel kritiek, omdat we veel uitwedstrijden na elkaar planden. Maar als we in Bulgarije hadden gewonnen, had iedereen ons gefeliciteerd omdat we de campagne met twee thuiswedstrijden afsloten.”

Tijdens de laatste EK-campagne, die zónder grote affiche (zoals nu Spanje) break-even werd gedraaid, aldus Peeters, werden twee thuiswedstrijden in een andere stad dan Brussel gespeeld. Straks opnieuw ? “Ja,” antwoordt Peeters, “in zoverre onze overeenkomst met de stad Brussel dat toelaat. Contractueel moeten we al onze thuiswedstrijden daar spelen, maar de stad stond een afwijking toe, wellicht ook met het oog op de verlenging van het contract, dat in 2007 afloopt. Ik vond het een groot succes en ga het dus opnieuw vragen.”

Peter ‘T Kint

‘De buitenwereld reageert altijd dubbelzinnig.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content