Dit jaar ging Anderlecht wel de strijd aan met de tegenstanders in de Champions League, maar meer punten dan vorig jaar leverde dat niet op.

Hebt u ook zo genoten van het wervelende voetbal van de Ivoriaan Abdulkader Keita van LOSC Lille ? Met wat geluk had die vandaag ook voor Anderlecht kunnen spelen. Hij was aan paars-wit getipt in 2002 toen hij, spelend in Tunesië, 400.000 euro kostte.

Omdat Anderlecht in die positie toen Aruna Dindane had, werd de zaak afgeblazen. Vorig jaar haalde Lille hem uit Qatar weg, gaf hem een halfjaar de tijd om zich in te werken en verblijdt de laatste maanden heel Europa. Dat doet hij ook na Nieuwjaar nog in de Champions League. De kassier van Lille wrijft zich nu al in de handen : straks wordt Keita op de transfermarkt grof wild.

Alleen een kleine club als LOSC Lille, zei coach Claude Puel een paar weken geleden nog in dit magazine, kon het zich permitteren om zo veel geduld te hebben met een nieuwe speler.

Nieuwe spelers heeft Anderlecht dit jaar genoeg. Liefst acht van de negentien kernspelers die opgesteld werden in de Champions League, voetbalden zes maanden geleden nog bij een andere club. Vier van hen zijn helemaal nieuw in België en konden zich niet uitdrukken in één van beide landstalen. Niet dat de club daar achteloos mee omging. Voor het eerst werd geïnvesteerd in voltijds begeleiders, voor Ahmed Hassan en de drie (met Nicolás Frutos erbij vier) Argentijnen.

De eerste vraag die de Argentijnen volgens manager Herman Van Holsbeeck stelden, was of Anderlecht Champions League speelde. Het antwoord was bevestigend : Anderlecht speelde Champions League.

Dat doet het straks niet meer.

Even goed als Olympiacos

In tegenstelling tot vorig jaar streed paars-wit tot twee speeldagen voor het einde voor een CL-ticket. Tot de laatste speeldag was de derde plaats én UEFA Cupvoetbal haalbaar, maar moest het al rekenen op wat medewerking van buitenaf. Dat doe je beter niet. Uiteindelijk eindigde Anderlecht net als vorig jaar als laatste in zijn groep, met evenveel punten, goals en tegendoelpunten als het Olympiacos van Trond Sollied.

Voor de uitschakeling is er een aantal redenen.

Anderlecht won géén van zijn drie thuiswedstrijden.

Anderlecht kon geen enkele keer de nul houden.

Ook scoren lukte moeizaam. Dat moet niet als je zelf geen goals slikt. Van de acht ploegen die minder goals lukten dan Anderlecht, plaatsten Inter (vijf goals) en PSV (zes) zich wél voor de volgende ronde.

Frappant was dat Anderlecht geen enkele keer negentig minuten lang het Champions Leagueniveau kon aanhouden.

Het speelde een sterk uur tegen Lille.

Het startte uitstekend in Athene, maar ging na de gelijkmaker krasselen.

Het zag Milan in Brussel winnen toen de Italianen nog met tien waren.

Het speelde in Milan een sterke tweede helft, toen de wedstrijd al gespeeld was.

Het vocht op Lens twee keer stevig terug toen de thuisploeg dreigde als een pletwals door te gaan.

Het viel na de 2-0 tegen AEK helemaal in mekaar.

Na AEK concludeerde de trainer dat een aantal spelers dit ritme geen negentig minuten kan aanhouden. Voor een Nicolás Frutos of Mbo Mpenza die uit blessure komt, is dat logisch. Voor de anderen niet. Is Frank Vercauteren niet de trainer die zijn trainingen hard en scherp maakt ? In de ogen van Frutos, die in Argentinië tijdens de week een lichtere aanpak gewend was, is hij dat wel.

Te zelden ging Anderlecht voluit. De winnaarsmentaliteit waarmee het in de Belgische competitie al eens een scheve situatie rechttrok, toonde het Europees te zelden. Te vaak trok het zich, al dan niet bewust, bij een voordelige situatie terug. Alleen op Lille en Milan toonde het, eenmaal op achterstand, dat het wel over voldoende veerkracht en aanvallende kwaliteiten beschikte om zelf ook gevaarlijk te zijn. Tegen Lille thuis, op AEK en thuis tegen AEK ging het zich eenmaal op voorsprong in dat comfort nestelen en teren op de verdediging, wat, zoals bekend, niet het sterkste wapen is van Anderlecht dit seizoen.

Omschakelen qua tactiek gebeurde stroef. Te vaak staarden spelers bij een wissel of tactische ingreep minutenlang naar de bank, alsof ze niet begrepen wat van hen verlangd werd. Te vaak concludeerde (ook in de competitie) de trainer dat zijn spelers wel gebriefd waren over wat te doen, maar het niet uitvoerden. Ofwel hebben zijn spelers de les nog niet begrepen, zijn ze niet in staat dat te doen, of moet de boodschap simpeler.

Na zes maanden kan Anderlecht met zo veel nieuwkomers nog geen goed geolied geheel zijn. Als ploeg moet het met het aanwezige materiaal nog groeien. Enkele spelers presteerden Europees op een aanvaardbaar niveau : Zitka, Deschacht (op Lille uit na), Frutos (als hij fit is) en Biglia bijvoorbeeld. Tchité kon de efficiëntie die hij in de competitie toont, Europees niet bevestigen. Boussoufa kan de Champions League aan, maar wisselde net als Hassan sterke met mindere prestaties af. Dat heeft ook te maken met de concurrentie. AA Gent speelde in dienst van hem, bij Anderlecht loopt zo veel aanvallend talent dat Vercauteren ze onmogelijk allemaal tegelijk op hun beste positie kan uitspelen. Als Boussoufa à la Keita meer tijd krijgt en op het veld minder geremd wordt door andere aanvallers rondom hem, moet hij in de Champions League van volgend jaar – als Anderlecht die haalt – helemaal ontploffen.

Te hoge verwachtingen

In een goeie dag had Anderlecht van AEK en Lille kunnen winnen, of tegen Milan een punt pakken. Zo’n goeie dag had paars-wit dit jaar geen enkele keer.

Over zes wedstrijden was Anderlecht niet een van de beste twee ploegen van zijn groep. Een schande is dat niet. Met de huidige machtsverhoudingen kan een Belgische ploeg dat in de CL eigenlijk nooit meer zijn. Wat het wél kan, is zich overtreffen, als alles meevalt en alle spelers die op het veld staan tegelijk een hoog niveau halen. Zoals Anderlecht toen het in 2000/01 de tweede ronde van de CL haalde.

Van die tweede ronde werd ook dit jaar, ondanks de vele verschuivingen, gedroomd. Misschien lagen de verwachtingen vooraf té hoog, gaf trainer Vercauteren woensdagnacht na de uitschakeling aan. Zelden investeerde paars-wit zo veel geld om een team samen te krijgen dat competitief moest zijn om in Europa te overwinteren. Lucas Biglia is met 3,5 miljoen euro de duurste aankoop ooit voor paars-wit, op de binnenlandse markt haalde Anderlecht ook Mbark Boussoufa voor veel geld weg. Al die investeringen leverden wél meer strijd maar exact evenveel punten op als vorig jaar.

Voor een paar weken riep Van Holsbeeck dat Biglia wel veel kostte, maar nu al minstens het dubbele waard is. Blijft dat zo, als de Argentijn zich de komende maanden alleen nog kan meten met andere Belgische teams ? Wordt Biglia daar wel beter van of krijgt hij de indruk dat hij de komende maanden in de Belgische competitie zijn tijd verliest ?

Kunnen de andere nieuwe buitenlanders die naar Brussel kwamen om zich via de Champions League te laten opmerken, zich straks nog opladen voor duels tegen pakweg Westerlo, Bergen en Lierse ?

Ook mét het zoethoudertje CL en de snelle opeenvolging van de wedstrijden kon Vercauteren niet al zijn vedetten de speeltijd geven die ze voor zichzelf wilden. Zo lang de Europese kwalificatie in de lucht hing, werd het aanwezige ongenoegen zelden naar buiten geventileerd, op een paar kleine incidenten na. Dat wordt na Nieuwjaar anders. De komende maanden zal blijken wie de teamspelers zijn en wie eigen succes (een snelle transfer) nastreeft. Welke motivatie houdt de vedetten straks koest als ze tegen een modale Belgische ploeg al eens op de bank verzeilen en ’s avonds de Champions League op tv moeten aanschouwen ?

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content