De Belgische mannen spelen momenteel zeker niet slecht. Maar noch Xavier Malisse, noch de broertjes Rochus haalden de tweede week van Wimbledon.

Al op de eerste dag van Wimbledon was de zon van de partij en meteen moesten met Xavier Malisse en Christophe Rochus ook twee Belgen in de arena. Het toeval wilde bovendien dat ze het bij winst in de tweede ronde tegen elkaar zouden opnemen. Dat het niet zo ver kwam, is niet verwonderlijk. Rochus – die al niet graag op gras speelt en zich ook niet veel moeite had getroost om zich terdege op deze ondergrond voor te bereiden – kreeg met Roger Federer de nummer vijftien op de wereldranglijst tegenover zich. Bovendien steekt de Zwitser, die al het hele jaar een uitstekende vorm etaleert, niet onder stoelen of banken dat hij graag tot de nummer 1-positie wil doorstoten.

Federer heeft daar beslist ook voldoende talent voor. Hij liet Rochus alvast nooit in de wedstrijd komen en de strenge 6-2, 6-3 en 6-2 die al snel op het scorebord prijkte, liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Rochus had na de wedstrijd vooral de pest in het groene gras. “Dat was geen tennis”, zei hij. “Federer deed alles helemaal alleen : aces, volleys, directe fouten en dubbele fouten. Ik ga natuurlijk niet beweren dat de Zwitser geen talent heeft, anders zou hij niet zo hoog staan op de wereldranglijst, maar van een duel was echt geen sprake. Ik denk dat hij op den duur liever opzettelijk de bal mis sloeg dan te spelen en mij zo de kans te bieden om in het ritme te komen. Tegen de score heb ik niets in te brengen, maar als dat de manier is waarop tennis wordt gespeeld op gras, dan kom ik liever niet meer. Ik ben niet echt ontgoocheld, maar ik wil Wimbledon nu zo snel mogelijk vergeten. Na enkele dagen rust, thuis in Auvelais, wil ik de training op gravel hervatten.”

De frustratie zat bij Rochus zo diep dat hij zelfs overwoog zich helemaal niet meer voor te bereiden op grastoernooien. “Volgend jaar kom ik naar hier op de vooravond van de wedstrijd en dan zie ik wel wat er gebeurt. Ook de lotingen zaten mij hier in Engeland beslist niet mee. In Nottingham viel ik meteen tegen Thomas Johansson, de latere winnaar, en hier tref ik Federer, die ook een notoir grasspecialist is. Ik denk dat je er je moet bij neerleggen dat er tegen sommige specialisten op een bepaalde ondergrond gewoon niets te beginnen valt.”

Dat België in september in de Davis Cup tegen Marokko in Luik ook op een snelle ondergrond moet spelen, lijkt Rochus nochtans niet te storen. “Daar hebben we zelf voor gekozen, en dat is goed ook. In de Davis Cup kies je beter voor een ondergrond waarop de tegenstander niet zo goed uit de voeten kan dan voor een ondergrond die je zelf goed ligt. Maar los daarvan denk ik niet dat ik in september zelf zal worden ingezet voor enkelspel. Normaal zal dat iets zijn voor mijn broer Olivier en voor Xavier Malisse. Op een snelle ondergrond zijn zij nu eenmaal sterker dan ik.”

Door de uistchakeling van Rochus stond meteen vast dat er geen Belgisch duel zou komen in de tweede ronde. Maar de hoop was gewettigd dat Malisse wel de eerste ronde zou overleven. Hij nam het daarin op tegen de Spanjaard Jacobo Diaz, 68ste op de ATP-lijst, en beslist geen grasspeler. Malisse had inderdaad weinig moeite met hem en stuurde hem wandelen met 6-2, 6-3 en 6-3. “Het was een ideale opwarmer voor het toernooi”, verklaarde de in veel opzichten een stuk rustiger en professioneler geworden Kortrijkzaan. “Ik had het niet echt moeilijk, temeer omdat zijn volleyspel ondermaats was. Telkens hij naar het net kwam, hamerde ik de bal naar zijn racket. En elke keer ging hij opnieuw in de fout. Dat ik gestart ben met een zege is in ieder geval goed voor het vertrouwen.”

En dat had Malisse nodig, want in de tweede ronde moest hij dus de wei in tegen Federer, de killer van Rochus. “Xavier heeft een kans op voorwaarde dat hij goed serveert”, probeerde die de moed erin te houden in het Belgische kamp. Malisse had alvast de verdienste niet op voorhand bij de pakken te gaan zitten. “Als ik goed serveer en zijn services goed retourneer, dan kom ik misschien tot een tiebreak en daarin is altijd alles mogelijk. Ik moet gewoon proberen te profiteren van de fouten die ook hij onvermijdelijk zal maken”, praatte hij zichzelf moed in.

Malisse had eerder in de Davis Cup trouwens al eens van Federer gewonnen, maar de omstandigheden waren toen heel anders want die wedstrijd werd op gravel gespeeld. Maar ook op gras had Malisse zowel in zijn eerste wedstrijd, als in de voorbereiding tijdens het toernooi van Rosmalen een goed gevoel gehad. Malisse betrad court nummer 18 dan ook met behoorlijk wat vertrouwen. Een zege tegen Federer zou hem in de derde ronde wellicht naar een wedstrijd tegen Jonas Björkman loodsen, waarna een achtste finale zou wenken tegen niemand minder dan Pete Sampras, de zevenvoudige Wimbledonkampioen.

Maar aanvankelijk zag het er voor de West-Vlaming beroerd uit. De Zwitser domineerde makkelijk de eerste set en won hem met 6-3. In de tweede bouwde hij een 5-3 voorsprong op, maar dan toonde Malisse zijn vechtersmentaliteit al een eerste keer. Hij kwam terug tot 5-5 alvorens uiteindelijk toch met 7-5 het onderspit te delven. Velen dachten dat de partij toen al definitief gespeeld was, maar het ex-vriendje van Jennifer Capriati bleef op de tanden bijten. Zijn service kwam steeds beter aan en hij haalde naar hartelust zijn geliefde wapen , het passing shot, boven. En dat zowel met de forehand als met de backhand.

Het leidde tot dubbele setwinst, 6-3 en 6-4, zodat Malisse in de vijfde set een kans kreeg om de al bij al toch wat lome Zwitser helemaal murw te slaan. Bij een 2-3 break leek dat ook te gaan lukken. “Maar op dat moment heb ik het verkeerd aangepakt”, zei Malisse achteraf. “In plaats van 4-2, werd het 3-3. En bij een 4-3-achterstand op mijn service, maakte ik een voetfout. Ik verloor de controle over mezelf en begon te vloeken. Dat was tegen mezelf gericht, maar wel terwijl ik in de richting gedraaid was van de andere lijnrechter. En die ging het de scheidsrechter natuurlijk signaleren dat ik gevloekt had, waarna ik een strafpunt kreeg. Dat is nu eenmaal het reglement.”

Malisse was helemaal de kluts kwijt, en Federer maakte de set simpel af met 6-3. Van frustratie klopte Malisse nog zijn racket stuk alvorens zijn tegenstander een hand te geven. De umpire begroeten deed hij echter niet. “Het is echt godgeklaagd om op die manier een wedstrijd te verliezen”, jammerde hij. “Nog nooit in mijn loopbaan is een nederlaag zo hard aangekomen, want ik was echt goed aan het spelen. Bon, ik moet proberen hieruit weer wat te leren. Dat ik beter mijn emoties moet beheersen bijvoorbeeld. Ik zal daar beslist eens met mijn coach David Felgate over spreken. Deze spijtige nederlaag mag mijn goede seizoen niet kelderen. Eind juli ga ik er in Los Angeles weer tegenaan.”

Ook Oliver Rochus overleefde de tweede ronde niet. In de eerste ronde had hij met 6-7 (5-7), 6-3, 6-3 en 6-3 de maat genomen van de Argentijn Augustin Callieri, tachtigste op de wereldranglijst. Hij had er hard voor moeten vechten, temeer omdat hij last had van een zware verkoudheid. In de tweede ronde kreeg hij met Hicham Arazi een nieuwe taaie brok voorgeschoteld. De Marokkaan, met de fameuze linkshandige service, bleek inderdaad te sterk voor onze landgenoot.

In een partij die langdurig werd onderbroken omwille van de regen, haalde Arazi het in drie sets, weliswaar telkens na een tiebreak. “Bij de belangrijke punten speelde hij geconcentreerder dan ik”, verklaarde Rochus. “Het is jammer dat ik er op die manier uit ga, want ik was niet slecht bezig. Tijdens de pauze slaagde ik er ook in rustiger te worden en dat deed me goed. Zijn backhand passing shots waren zeer precies. Maar als we in september tegen Marokkko voor de Davis Cup spelen, zal ik meer dan gemotiveerd zijn om revanche te nemen. Daar kan je nu al donder op zeggen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content