‘Te veel trainers werken nog zoals tien jaar geleden’

© TWITTER

Na vijftien jaar reizen en werken in drie verschillende continenten is Stijn Vandenbroucke sinds dit seizoen fysiotherapeut bij Feyenoord. Het verslag van een avontuurlijke reis, die in China begon.

Het is lunchtijd in Brasserie Feyenoord, de horecazaak in het hart van De Kuip. Bart Goor, die er meer dan tien jaar geleden een seizoen aan de zijde van Dirk Kuyt voetbalde, zit met enkele vrienden aan tafel. De rode leren zitjes, waarin het Feyenoordlogo haarfijn werd ingewerkt, zijn druk bezet. Op het menu staan eigentijdse schotels, aangevuld met enkele streekklassiekers: Rotterdamse kroketten, een gevarieerde Plank van Zuid, zalm die drie keer per week koud gerookt wordt met het gras uit De Kuip, Rotterdamsche Oude Kaas…

Stijn Vandenbroucke is stipt op tijd. De neef van Joseph Allijns, voorzitter van KV Kortrijk, was sinds februari 2014 Head of Medical and Sports Science bij West Ham United, maar ging deze zomer aan de slag bij de Nederlandse landskampioen. ‘Terug naar de basis: werken met geblesseerde spelers, zoals ik na mijn studie ben begonnen. En: er is hier een nauw contact tussen de medische en technische staf, terwijl bij de meeste clubs in de Premier League de verschillende departementen – medisch, video, sports science, technisch – te ver van elkaar staan. Bij West Ham heb ik mijn nek uitgestoken om één groot voetbaldepartement te vormen en samen rond de tafel te zitten, maar dat bleek niet vanzelfsprekend. Hier spreken we wel dezelfde taal. Een verademing.’

De West-Vlaming had nochtans concrete aanbiedingen van Olympique Marseille en Zenit Sint-Petersburg op zak, maar wilde absoluut dichter bij huis werken. ‘De voorbije twee jaar woonden we in Londen, maar ik vond dat mijn zoon – die naar het eerste studiejaar moest – in België moest opgroeien.’ Vandenbroucke voegt eraan toe: ‘Ik ben al vijftien jaar onderweg.’

Dat was niet gepland. Hij voetbalde tot zijn vijftiende bij White Star Lauwe en ging na zijn studie in 1999 aan de slag in de APRA-kliniek van dokter Marc Martens in Antwerpen, waar geregeld voetballers over de vloer kwamen. Hij werkte samen met Move To Cure, de praktijk van LievenMaesschalck, die als een rode draad door zijn carrière zou lopen. ‘Lieven is een mentor, mijn inspiratiebron. Ik noem hem altijd Picasso.’ Toen Maesschalck in het voorjaar van 2002 de kapitein van de nationale ploeg van China – Weifeng Li – behandelde, ging de bal aan het rollen.

‘De manager van Li was dezelfde als die van Arie Haan, op dat moment de Chinese bondscoach, die een kinesitherapeut aan zijn staf wilde toevoegen. Op maandag werd ik gevraagd, woensdag zat ik op het vliegtuig en nog een dag erna in de dug-out. Ik had nog nooit bij een voetbalploeg gewerkt, na 20 minuten riep Haan: ‘Komaan Belg, er ligt iemand op de grond.’ Zo ben ik erin gesukkeld. (lacht) Een intrigerend land: als ik na de interlands eens naar België ging en een paar weken erna terugkeerde, dan stond er wel ergens een nieuw gebouw.’

Toen de Nederlander China niet kon plaatsen voor het WK in 2004 en anderhalf jaar later aan de slag ging bij Persopolis (topclub in Iran), ging Vandenbroucke mee. ‘Een stadion van 120.000 man, waar geen enkele vrouw in de tribunes zat. Een echte mannencultuur. Een trainingscomplex was er niet, maar de groep was hecht. Toen Arie werd ontslagen, mocht ik blijven. Maar ja… Ik werd elk moment van de dag gevolgd door twee man van de religieuze politie.’

Volgende haltes, aan de zijde van Haan: twee wedstrijden met de nationale ploeg van Kameroen en een jaar Albanië. ‘Steeds meer spelers begonnen door te breken in Europa, waardoor het me niet verbaast dat Albanië als voetballand grote stappen heeft gezet. Dat De Adelaars zich vroeg of laat voor een groot toernooi zouden kwalificeren, zat eraan te komen. Talent, grinta én passie. Na elke training was er wel een vechtpartijtje tussen enkele spelers, maar dat was snel vergeten. Een cowboyland waar sommige mensen nog rondliepen met een revolver in de broek, maar de feestjes na de wedstrijden waren óók legendarisch. En dan dat liedje van The Beach Boys: ‘Aruba, Jamaica, oh I want to take you to Tirana…’ Een heel fijne tijd.’

Voetbalwalhalla

In het voorjaar van 2009 passeerde een nieuwe uitdaging op zijn pad: West Ham United. Op verzoek van Gianfranco Zola, de toenmalige manager van The Hammers, was hij al een paar keer ingehuurd als extern consulent, in de zomer verhuisde hij definitief naar Oost-Londen. Drieëndertig jaar en fysio in het voetbalwalhalla.

De herinneringen aan Bolyn Ground, Upton Park in de volksmond, zijn niet meer weg te poetsen. Stijn Vandenbroucke lacht. ‘Voor mij was en is West Ham United nog altijd de grootste club ter wereld.’ Werken in de Premier League, het moet de natte droom van zowat elke voetballiefhebber zijn. ‘Dag en nacht werken voor dat ene moment, de wedstrijd op zaterdag. Rusland was ook heel mooi en sommige clubs hadden budgetten die groter waren dan die van West Ham, maar in Engeland geeft de beleving dat extra pigment. Iedereen ademt er voetbal.’

We konden het zes jaar geleden, toen we Vandenbroucke in Oost-Londen bezochten, zelf vaststellen. Aan de rode gietijzeren toegangspoort van Upton Park was rond een oude boom een klein herdenkingshoekje voor overleden supporters ingericht. Sjaals, vlaggen, verkleurde bloemen, kleine houten kruisjes met vaak pakkende opschriften. Forever in our heart. Scott Lacey. 1969-2007. A true Hammer. West Ham and Proud. Forever blowing bubbles. Eeuwige trouw aan West Ham United Football Club, schaars lichtpuntje in een rauwe, verpauperde en door criminaliteit geteisterde wijk in Oost-Londen.

De West-Vlaming leidde ons rond in het stadion, dat voetbal in de sixties en seventies ademde. In de West Stand, boven de fanshop en kleedkamers, was een hotel ingeplant, waar alle gasten een uniek zicht op het speelveld hadden. In de gangen hingen foto’s van Martin Peters, Bobby Moore en Geoff Hurst, drie Hammers die de WK-finale van 1966 tegen West-Duitsland in Engels voordeel (4-2) deden kantelen. Moore stak als eerste (en laatste) Englandcaptain de World Cup in de lucht, Peters scoorde een keer, Hurst was met drie doelpunten de held van de natie. Ook de shirts waarmee West Ham in 1980 zijn laatste FA Cup won, waren prominent aanwezig in de trappenhallen. Herinneringen aan lang vervlogen tijden, als waren ze een vlucht uit de donkere periode waarin de club zich toen bevond.

En toch, benadrukte Vandenbroucke, zaten tweewekelijks ruim 35.000 supporters op elkaar gepakt. Hij wees naar de hoofdtribune, naar de plaats waar altijd twee oude dametjes zaten. Eentje in upperclass tweedelig pakje, naast een granny met het breiwerk op haar schoot. ‘Maar als de match begon, begonnen ze alle twee te tieren. You fucking twat!’ (lacht)

Hij genoot van de verplaatsingen naar Old Trafford of Anfield Road, zijn favoriete stadions, waar hij voor de match altijd even op het veld de sfeer probeerde te proeven, maar het waren vooral lange dagen. ‘Een monotoon leven: werken, slapen, werken, slapen. Bezig zijn met het lichaam, dat ons zo veel vertelt, is mijn passie. Voetbal was de extra dimensie.’

Werken in Rusland

In de zomer van 2012, na iets meer dan drie jaar West Ham United, was het tijd om te vertrekken. Vandenbroucke ruilde de Londense volksclub voor FC Anzji Machatsjkala, het speeltje van Soelejman Kerimov, van wie het vermogen door Forbes op vijf miljard euro werd geschat. Kerimov had de club uit Dagestan, een godvergeten gat en een van de armste regio’s in Rusland, in 2011 gekocht, met een duidelijk doel: de hegemonie van Zenit Sint-Petersburg en de grote clubs uit Moskou doorbreken. ‘In Rusland kan je geen kiné studeren, wat verklaart waarom er zo veel buitenlandse bewegingstherapeuten werken. Dagestan was een keuze voor het geld, ja, maar anderzijds keek ik er ook naar uit om met Guus Hiddink en die grote namen samen te werken.’

The sky was the limit. Toen Roberto Carlos zijn 38e verjaardag vierde, kreeg hij van de steenrijke eigenaar een Bugatti Veyron van twee miljoen euro en werd de Amerikaanse rapper Flo Rida ingevlogen. Kostprijs: nog eens 700.000 euro. Het aantal transfers was niet bij te houden. Russische internationals, MehdiCarcela, Christopher Samba, Lacina Traoré, Ewerton, Lassana Diarra, Mbark Boussoufa, Willian Borges da Silva: minstens 2 miljoen euro netto per jaar en een riante villa, al dan niet met zwembad, in Moskou.

Het waren dertien dolle maanden, zegt Vandenbroucke, die tijdens de opening van het nieuwe stadion in de zomer van 2013, naast Carcela en Jean-Claude Van Damme in het… toilet stond. Drie Belgen aan een urinoir in Dagestan, een bijna surrealistisch beeld. ‘De sfeer tussen de spelers was fantastisch, ook omdat we dagen bij elkaar waren. We waren wellicht de meest reizende ploeg ter wereld. De dag voor de wedstrijd vlogen we naar Dagestan, soms reisden we rechtstreeks door naar een Europese tegenstander. Daardoor ontstond er automatisch een band.’

Maar: na een vijfde en derde plaats én een bekerfinale trok Kerimov er in augustus 2013 de stekker uit. Het budget werd teruggeschroefd van 180 naar 60 miljoen euro, de leegloop volgde. ‘Intriguing to see a whole team being sold! 11 gone, a few more to go! The football circus!‘ twitterde Vandenbroucke. ‘Bijzonder jammer. Was dat niet gebeurd, dan hadden we daar alles gewonnen.’

Dinamo Moskou haalde tien (10!) Russen op in de Kaukasus. In het zog van Aleksandr Kokorin, Igor Denisov, Joeri Zjirkov en Oleg Sjatov vertrok ook de West-Vlaming naar de hoofdstad. ‘Ze hebben mij gewoon meegepakt. (lacht) Eens je door hun façade van afstandelijkheid kan kijken, blijken Russen bijzonder warme mensen. Met veel van die gasten heb ik nog altijd een goed contact.’

Rotterdam voetbalstad

In februari 2014 keerde hij terug naar West Ham United. Hij zette zijn schouders onder het nieuwe trainingscomplex Rush Green, dat hij zelf mocht uittekenen, en leidde als Head of Medical and Sports Science een team van tien mensen. ‘De voetballer van pakweg 2002 is niet meer dezelfde als die van 2017. In de Premier League is bijvoorbeeld het aantal sprints de voorbije zes jaar met 80 procent gestegen, waardoor je een andere atleet nodig hebt. Dat kan alleen als je ook ‘anders’ gaat trainen.

‘Te veel trainers werken nog op de manier zoals ze dat tien jaar geleden deden, terwijl de fysieke output enorm is gegroeid. Slaven Bilic is een fantastische en gepassioneerde man die de club in zijn eerste seizoen naar de zevende plaats leidde – ongezien voor West Ham -, maar ik vond dat we de lat nog een stuk hoger konden leggen en verschillende zaken beter konden. ?When you are on top of your game, change your game.’

En toen kwam Feyenoord op zijn pad. ‘Op persoonlijk vlak een nieuwe uitdaging en tegelijk een fantastische club met een duidelijke ambitie, filosofie en identiteit, iets wat elke club eens zou moeten uitschrijven. Wie zijn we? Op welke manier willen we voetballen? Waar willen we naartoe en hoe gaan we de lat nog hoger leggen? Hier staat een fantastisch team, met gepassioneerde vakmensen. En wat beleving betreft, zie ik veel gelijkenissen met West Ham. Geweldige fans en een fantastisch stadion dat voor elke thuiswedstrijd is uitverkocht. Je voelt hier elke dag hoe het voetbal leeft in de stad.’

DOOR CHRIS TETAERT IN ROTTERDAM – FOTO’S TWITTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content