Het gaat goed met Knack Roeselare. De Belgische landskampioen in het volleybal won dit seizoen al zijn officiële wedstrijden. Na de zege in de supercup tegen Maaseik gingen de West-Vlamingen niet alleen door op dat elan in de Ethias Volley League, ook in de Champions League staan ze halfweg de poulefase bovenaan. Afgelopen week plaatste Roeselare zich bovendien voor de halve finales van de beker, waar een Liga B-ploeg wacht en de finale met andere woorden wenkt. “Nochtans was die kwartfinalewedstrijd in de beker tegen Asse-Lennik de moeilijkste van het seizoen”, verrast libero Stijn Dejonckheere. “Als we in de Champions League een goede match spelen maar verliezen, dan is dat op zich geen ramp. Tegen Asse-Lennik was winnen een must. Bovendien kenden we een collectieve offday, veel spelers haalden niet hun beste niveau. Dat we in een haast verloren positie niet afgeven, zegt veel over onze vechtersmentaliteit. Dat is dan ook een van onze belangrijkste kwaliteiten. Het is immers moeilijk om een ploeg te verslaan die nooit opgeeft.”

De teamspirit en positieve groepssfeer werden vorig seizoen al bewierookt in Roeselare. Aangezien de kern nauwelijks wijzigingen onderging, blijft dat een grote troef, meent Dejonckheere. “Matthijs Verhanneman kwam erbij, maar hij speelde hier in het verleden en is al langer bevriend met enkele spelers. Hij past perfect in het plaatje. We zoeken elkaar ook op na de trainingen en wedstrijden.”

Volleybaltechnisch maken vooral de floatservices dit seizoen van Roeselare een moeilijk te bekampen ploeg. Ook in receptie en verdediging laat Knack weinig steken vallen. “Het ene is een gevolg van het andere”, aldus de libero. “Omdat we ook op training vaak op die floats werken, zijn we in het achterveld extra geoefend in receptie.” Het goed afgewogen trainingsritme, zo zegt Dejonckheere nog, is een andere factor die het succes bepaalt in drukke wedstrijdweken met competitie, beker en Europees volleybal. “We trainen met verstand, in functie van het programma. We vinden een goede afwisseling tussen hard werken als het kan en rust inbouwen als de spelers daar nood aan hebben.”

Een pluim op de hoed van coach Emile Rousseaux, die ook tactisch indruk maakt op zijn spelers. “Dat merken we vooral in de Champions League, waar we tegenover spelers komen te staan die op elke positie sterker, sneller en groter zijn dan wij”, weet Dejonckheere. “We spenderen heel veel tijd aan videoanalyse, soms tot drie uur, om een tegenstander te doorgronden. De coach steekt heel veel tijd en energie in de voorbereiding van wedstrijden en trainingen, wat aanstekelijk en motiverend werkt voor de groep.”

Verloren energie is het alvast niet. In zijn Champions Leaguepoule haalde Roeselare negen op negen. “Ook voor onszelf is dat meer dan verwacht. De tweede ronde halen is nu meer dan ooit onze ambitie. Vorig jaar vielen we nipt buiten de groep van beste tweedes ondanks een mooie poulefase. Dat zorgde toch een beetje voor een zure nasmaak. Als we ons huidige niveau kunnen aanhouden en in de komende matchen, met nog twee zware verplaatsingen, punten kunnen sprokkelen, dan is kwalificatie ditmaal mogelijk.”

Het niveau aanhouden moet lukken, meer zelfs. “Het team is nog niet op volle sterkte. Thomas Rousseaux en Matthijs Verhanneman komen terug uit blessure. Zij zullen week na week progressie maken. Zelf voel ik ook dat ik nog kan groeien. Twee jaar geleden dacht ik dat ik mijn top bereikt had in Menen, maar bij Roeselare en de nationale ploeg ging ik er absoluut op vooruit.”

DOOR ROEL VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content