Op Belgische kampioenschappen zat het Wout van Aert nog nooit mee, maar voor eigen volk in Lille mag het zondag niet mislopen. Sport/Voetbalmagazine ging graven in de vruchtbare Lilse aarde en stootte er ook op de wortels van Paul Herygers en Erwin Vervecken.

Wekenlang al telt Lille dag per dag af naar het BK. Iedere ochtend, voor dag en dauw, plaatst dakwerker Koen Van Mechelen een ladder tegen de zijgevel van zijn huis en hangt hij op een groot zwart-geel-rood geschilderd houten paneel een nieuw cijfer op. Rijd je door de hoofdstraat van het Kempense dorp, dan lees je er af over hoeveel dagen de opvolger van Klaas Vantornout bekend zal zijn.

Van Mechelens woning paalt aan De Crawaett, ‘het kleinste café met de grootste bieren’, aan het kerkplein van Lille. De Crawaett is het lokaal van De Moedige Supporters, de club die instaat voor de organisatie van het 99e BK veldrijden. Iedere veldrijder met naam en faam in de gemeente was ooit bij deze club aangesloten. Allemaal weten ze dat zonder DMS er van Lille als veldritgemeente nooit sprake was geweest.

Het verhaal begint in 1967, wanneer de vereniging wordt opgericht als supportersclub voor de toen zeventienjarige August ‘Staf’ Herygers. ‘Staf had de Stijn Vandenbergh van zijn tijd kunnen zijn’, vertelt zijn twaalf jaar jongere broer Paul (53) in een achterzaaltje van De Crawaett. ‘Staf koerste op de weg, was een hardrijder, maar won weinig. De koers zat bij ons in het bloed. Onze pa was ook profrenner.’ Papa Louis Herygers: stamvader van het koersgekke Lille.

Al in de jaren zeventig beginnen De Moedige Supporters in Lille ook de eerste veldritten te organiseren. Aanvankelijk nog niet op het fraaie recreatiedomein De Lilse Bergen, dat pas in 1981 wordt opengesteld en waar komend weekend het BK plaatsvindt. ‘Het kloppend hart was het Zavelkot naast het jeugdhuis Pax’, zegt Paul Herygers met glinsterende ogen. ‘Nu staan daar huizen, maar toen was dat een groot braakliggend stuk grond met van dat witte zand, eigen aan de streek. Later, toen ik zelf begon te crossen, waren daar iedere winter twee, soms zelfs drie B-crossen, meetellend voor De Moedige Veldrijder, het Antwerpse regelmatigheidscriterium waarin ik nog steeds het recordaantal overwinningen heb. Veertig! Zelfs Sven Nys pakt me dat nooit meer af.’ (lacht)

NIEUWE SVEN NYS

Toen Pauls broer Staf nog bij de junioren reed en onderweg was naar de koers, zat Jef Van den Broeck (62) als prille tiener bij hem op de achterbank van de wagen. Vandaag is Van den Broeck de gedreven voorzitter van DMS. ‘Het BK is de 25e editie van onze cross op De Lilse Bergen (de Krawatencross: zie kader, nvdr). In 1992 waren we de eerste A-cross in Lille. In het begin kwam er een duizendtal toeschouwers. Stap voor stap zijn we gegroeid. Toen ik in 1999 voorzitter werd, heb ik als voorwaarde gesteld dat we onze cross van derde naar eerste categorie moesten brengen en een BK moesten binnenhalen. Dat is in enkele jaren gelukt. Vorig jaar hadden we 15.000 toeschouwers – voor een zaterdagcross is dat top. Nu organiseren we voor de tweede keer het BK én hebben we de garantie dat we nog minstens tot 2019 tot de Bpost Bank Trofee behoren.’

De Moedige Supporters staan ingeschreven als vzw. Uniek is dat een deel van de winst van de veldrit ieder jaar weer in de Lilse jeugdrenners wordt geïnvesteerd. ‘Ik ken geen enkel ander dorp waar zoiets gebeurt’, zegt Paul Herygers, die sinds kort weer in Lille woont. ‘Als jong rennertje moesten wij in het toenmalige clublokaal iedere keer zelf gaan melden waar we dat weekend zouden koersen. Dat werd dan op een bord geschreven en daarvoor kregen we telkens honderd frank. Dat had zijn charmes en werkte stimulerend.’

Vandaag is het bord gedigitaliseerd, maar de plaatselijke wielerjeugd een duwtje in de rug geven, dat is altijd de missie van DMS gebleven. ‘Ieder jaar verdelen we ongeveer 6000 euro onder onze leden’, verklaart Van den Broeck. ‘In het begin draaide het alleen om Staf Herygers, inmiddels ondersteunen we een twintigtal jongeren: ongeveer evenveel jongens als meisjes, hoofdzakelijk veldrijders maar ook wegrenners, die tot hun 23e of tot hun eerste profcontract bij ons lid kunnen blijven. Ze krijgen wat centen telkens als ze een overwinning behalen of meedelen welke wedstrijd ze zullen rijden, welk resultaat ze behaald hebben of als ze op onze website een verslagje plaatsen. Voor iedere renner is er een minimum van ongeveer 150 euro per jaar. Wout van Aert ging natuurlijk altijd met meer aan de haal, maar ook de mindere talenten worden gestimuleerd.’

‘Onze jeugd rijdt niet sneller van dat geld,’ weet Van den Broeck, ‘maar voor hun ouders, die het niet altijd even breed hebben, is het een welkome steun. De belangrijkste verklaring echter voor de vele veldrittalenten in Lille is volgens mij de jeugdinitiatie: traditioneel de woensdag voor de cross, dit jaar uitzonderlijk al afgelopen zondag. Kinderen van zes tot twaalf leggen dan enkele rondjes af op het parcours en krijgen de smaak van het veldrijden te pakken. Andere A-crossen organiseren ook zo’n initiatie, maar nergens is het zo’n succes als hier. Meer dan vierhonderd kinderen komen erop af. Elders zijn ze al dik tevreden als ze aan honderd geraken. Als je uit zo’n vijver kunt vissen, komt daar vroeg of laat een grote vis uit. Ooit zei ik in de micro: ‘Hier zit een nieuwe Sven Nys tussen.’ Iedereen lachte toen. Maar een van de kinderen toen was Wout van Aert, bleek achteraf.’

INSPIRERENDE VOORBEELDEN

Dat de jeugdinitiatie in Lille zo veel deelnemertjes lokt, komt om te beginnen door het kindvriendelijke parcours, legt Van den Broeck uit. ‘Geen moeilijke klimcross of modderige weidecross. Komen de kinderen bij ons ten val, dan is het in het losse zand en doen ze zich nauwelijks of geen pijn. Ouders vinden dit ook belangrijk. En dan is er natuurlijk nog de uitstraling van de initiators zelf: naast bondscoach Rudy De Bie, Roland Liboton en Kris Wouters (ploegleider Telenet-Fidea, nvdr) twee coryfeeën uit ons dorp, Paul Herygers en Erwin Vervecken. Nergens hebben de kinderen zo veel inspirerende voorbeelden. Ze spiegelen zich aan hen en willen even goed doen.’

‘Daar begint het natuurlijk mee’, beaamt Herygers. ‘Mijn idool was Liboton, maar hier in het dorp had je Guy Vandijck, een jaar ouder dan ik en zeer getalenteerd. In mijn allereerste cross, als nieuweling aan de Galgenberg in Poederlee, een deelgemeente van Lille, werd ik tegen hem uitgespeeld. Dat beeld van toen vergeet ik nooit: zijn Belgische kampioenstrui, dat afgetrainde lichaam, zijn stuurmanskunst. Ik keek naar hem op. Guy won en ik werd tweede. Op een wegfiets dan nog, maar ik had wel de weddenschap met mijn vader gewonnen – een topvijfplaats behalen – en kreeg een crossfiets cadeau.’

Begin jaren tachtig wordt Herygers een eerste keer wereldkampioen in het veld, bij de militairen. Tussen de toeschouwers in Gent staat een negenjarig jongetje met een supporterspetje op voor Herygers: Erwin Vervecken. ‘Op het parcours lagen er strobalen van wel vijftig centimeter hoog’, herinnert de nu 43-jarige ex-crosser zich. ‘Paul sprong daar heel spectaculair en acrobatisch in één keer over. Dat was ongezien en werkte heel inspirerend. Ik keek naar hem op. Toen hij een beginnende B-renner was, ging ik vaak kijken. Later, in zijn topjaren, werd ik natuurlijk een concurrent, hoewel we vandaag nog steeds prima met elkaar opschieten.’

Vervecken behaalde op het vorige BK in Lille, in 2004, de zevende plaats. ‘Een atypische editie, want we reden toen heel de vijver rond en het had een paar weken enorm veel geregend, waardoor er veel modder lag en weinig zand. Voor mij een nadeel. En vooral had ik ook een mindere dag, wat mij op kampioenschappen niet vaak overkwam. Ik reed heel die koers met Sven Nys in de achtervolging op Mario De Clercq en Bart Wellens, die uiteindelijk won. Op twee ronden van het einde zat ik er helemaal door en werd ik nog voorbijgereden.’

Enthousiaste toeschouwer langs het parcours toen: de negenjarige Wout van Aert, supporter van ‘de Lange van Lille’. ‘Ik heb een foto teruggevonden van toen ik wereldkampioen was in 2006 en gevierd werd in mijn supporterscafé De Wissel’, vertelt Vervecken. ‘Ik geloof niet dat Wout, toen elf, ooit echt een idool had, maar hij staat wel op die foto.’

LIGGING EN LANDSCHAP

Vervecken wijst op nog een andere voedingsstof voor de Lilse veldrittraditie: de geografische ligging. De Nederlandse grens is maar een steenworp ver en dat werkt voordelig. ‘Zo kon ik op heel jonge leeftijd in Nederland gaan crossen, de kanten van Baarle-Nassau en Eindhoven, ten noorden van Turnhout. In Nederland mag je al vanaf vijf jaar crossen, in België pas vanaf twaalf. Er bestaan bij ons wel miniemenproefjes, maar daar mag geen uitslag op geplakt worden. Het is precies op die jeugdige leeftijd dat je je techniek ontwikkelt. Kracht kan je op latere leeftijd nog bij kweken, maar de achterstand in techniek haal je niet meer op. Mijn eigen kindjes laat ik nu ook crossen vlak over de grens, in de West-Brabantse Veldritcompetitie, de regio van Huijbergen, Hoogerheide en Ossendrecht, ten noorden van Antwerpen. Driekwart van de aanwezige kindjes zijn Belgen.’

Ten slotte is er nog het landschap, een trainingsparadijs voor veldrijders. Vervecken: ‘Lille ligt vlak bij de Kempense Heuvelrug, een vijftien meter hoge bosstrook van pakweg vijftien op drie kilometer. De ondergrond is zand. Je leert er dus op jonge leeftijd in het zand en in het bos rijden. Als je opgroeit in West- of Oost-Vlaanderen is de kans groot dat je je eerste crossjes in vlakke weiden zult rijden en pas op je achttiende of negentiende met dit soort parcoursen in aanraking komt. Dit verklaart voor een groot deel waarom alle Lilse crossers zo goed in het zand kunnen rijden.’

Veel zand ligt er ook op de BK-omloop langs de waterplas van De Lilse Bergen. Om het kostenplaatje van 700.000 euro – zowat het drievoud van in 2004 – rond te krijgen rekenen de organisatoren op 25.000 toeschouwers over heel het weekend. De ruim 16.000 inwoners van Lille mogen gratis binnen. ‘We verwachten een 5000-tal Lillenaren’, zegt Van den Broeck. ‘In bijna elke categorie heeft ons dorp een kandidaat voor het podium of de titel: bij de tweedejaarsnieuwelingen Arno Van Den Broeck, overigens geen familie van mij, bij de junioren Jarne Driesen, bij de beloften Jelle Schuermans, bij de elite zonder contract Kevin Cant, bij de dames zijn zus Sanne en uiteraard Wout bij de elite met contract. Er doen over alle categorieën heen elf renners van De Moedige Supporters mee. Sinds ik voorzitter ben, mochten we al ieder jaar minstens één titel vieren: een Belgische, Europese of wereldkampioen. Maar voor mij went het nooit en een Belgische kampioen hier in Lille, dat zou na twee jaar hard werken aan de organisatie een heel emotionele bekroning zijn.’

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Nergens is de jeugdinitiatie zo’n succes als in Lille. Vroeg of laat moest daar een grote vis uit komen.’ ORGANISATOR JEF VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content