Engeland is al enkele jaren de favoriete bestemming van de betere voetballers en dus ook van onze Belgische internationals. Worden ze vooral verleid door het grote geld? Een analyse.

Niet zo lang geleden hadden we alleen maar Carl Hoefkens bij West Bromwich. Of de korte episode van Emile Mpenza bij Manchester City, dat toen nog ver verwijderd was van zijn huidige status. In de zomer van 2008 veranderde alles: Vincent Kompany voegde zich op kousenvoeten bij de Citizens en zou er enkele jaren later uitgroeien tot een van de zwaargewichten van het internationale voetbal. Vinny (zoals men hem in Engeland noemt) werd al snel gevolgd door Marouane Fellaini, voor 20 miljoen aangekocht door Everton (op dat moment een recordbedrag voor een Belgische voetballer). De transfermolen begon te draaien en de voetballende Belgen werden meer en meer gewild. Alle toppers (met uitzondering van Axel Witsel, die de roebels bij de miljoenen ging opscheppen in Rusland) migreerden naar de Premier League. Zelfs Thibaut Courtois en Kevin De Bruyne, momenteel aan de slag bij respectievelijk Atlético Madrid en Werder Bremen, zijn eigendom van een Engelse club, Chelsea. Sport/Voetbalmagazine ging de wegen na van tien Rode Duivels die zich hebben laten verlokken om naar het beloofde eiland te trekken.

CHRISTIAN BENTEKE (Aston Villa)

In een donkerblauwe training, de muts diep over de oren getrokken, schudt hij ritmisch het hoofd achter En2k, de rapper uit Droixhe, in diens videoclip Tu m’reconnais. Die werd een jaar geleden opgenomen en net als zijn maat Mehdi Carcela wilde Christian Benteke zijn jeugdvriend een duwtje in de rug geven. Een mooie daad van vriendschap vanwege Big Ben, die zich normaal gezien het liefst wat gedeisd houdt. Al kan vriendelijkheid ook omslaan in naïviteit: de aanvaller van Aston Villa mocht dat vorige week tot zijn scha en schande ondervinden toen hij voor de correctionele rechtbank van Luik moest verschijnen voor carjacking. Benteke kwam er zonder straf af, hij speelde alleen een passieve rol in de hele affaire. De druk en de stress die de hangende zaak met zich meebracht, is wel een goede les voor hem.

De lange Luikenaar is aardig op weg om zijn criticasters bij Standard de mond te snoeren: hij versierde een mooie transfer naar Engeland (met een contract tot 30 juni 2016) en werd beetje bij beetje een belangrijke pion bij de Rode Duivels. Nu moet hij nog proberen te bevestigen in de Premier League, zodat hij op een dag zijn ultieme droom kan waarmaken: net als zijn idool Thierry Henry het shirt van de Gunners dragen.

MOUSSA DEMBÉLÉ (Tottenham)

Moussa Dembélé aan het werk zien doet terugdenken aan de voetbalromantiek van weleer. Zo mooi, vloeiend en moeiteloos voetbalt de Antwerpenaar. Zelfs de moeilijkste dribbels schudt hij met gemak uit zijn sloffen. Romantiek is evenwel niet meer van deze tijd en dus deed de jongen die er van alle beloften in Peking 2008 het snelst leek te komen er bijna het langst over. Dembélé toonde zijn kunnen bij Willem II en AZ, maar toen al werd pijnlijk duidelijk dat hij niet meteen het type is dat de doelpunten zal opstapelen. De Premier League – toch niet meteen de competitie waar je Moussa zou verwachten – bood hem evenwel een uitweg. Fulham mag dan wel maar een middenmoter met een charmant stadion zijn, Dembélé werd er door Martin Jol wel voor het eerst als centrale middenvelder uitgespeeld. Hij was de regulator en hoefde zich dus geen zorgen te maken over doelpunten scoren, dat zou Clint Dempsey wel doen. Dembélé zorgde voor de aanvoer en deed dat zo goed dat Tottenham prompt 15 miljoen euro op tafel legde om hem in te lijven na het vertrek van Luka Modric. Tottenham is nog niet de top van de top, maar Moussa komt er wel. Stap voor stap.

MAROUANE FELLAINI (Everton)

Marouane Fellaini heeft de poort naar de Premier League open gebeukt. Nu ja, zijn kapsel ging hem eigenlijk vooraf wat populariteit betreft. Amper een paar maanden nadat Fellaini voor een recordbedrag van 20 miljoen euro door Everton werd ingelijfd, liepen de supporters massaal met een pruik rond die aan Fellaini doet denken. In België liet de lange middenvelder zich vooral opvallen door zijn indrukwekkende fysieke kwaliteiten, maar in Engeland charmeerde de ex-Standardspeler vooral met erg eenvoudig en direct spel. Hij verfijnde zijn techniek – en kwam zelfs even in de beruchte tabloids te staan toen hij het nichtje van Wayne Rooney wist te versieren – maar hij pikte vooral erg snel het hogere niveau op. Dat kwam zijn populariteit bij de fans uiteraard alleen maar ten goede. Vandaag is Fellaini de vaakst geïmiteerde speler en doet hij het, sinds het vertrek van Mikel Arteta en Tim Cahill, samen met Leighton Baines en Steven Pienaar erg goed in de clubshop.

EDEN HAZARD (CHELSEA)

Rapper Seyfu staat niet bepaald bekend om zijn verfijnde woordenschat. Zijn liedje Molotov 4 werd nochtans door Eden Hazard gekozen om op te voeren voor zijn ploegmaats bij Chelsea tijdens het klassieke ontgroeningsmoment van de nieuwkomers. Het nummer 17 van The Blues zorgde er al snel voor dat de verkoop van het shirt met de naam Hazard floreerde op Stamford Bridge. Dat de kleine Belg er altijd relaxed – kwatongen zullen zeggen ‘nonchalant’ – bijloopt, wil geenszins zeggen dat hij niet ambitieus is. Hij koos voor Chelsea “omdat het de Champions League had gewonnen”. Doordat hij al op veertienjarige leeftijd zijn familie achterliet, moest hij al snel volwassen worden en dan wil er weleens een kleine misstap tussenkomen, zoals het beruchte Hamburgergate. Maar de beste speler van de Ligue 1 in 2011 en 2012 is weerom rijper geworden en accepteert het nu gemakkelijker dat hij eens op de bank moet zitten, hetzij bij Chelsea, hetzij bij de nationale ploeg, waar hij erg goed opschiet met Marc Wilmots.

VINCENT KOMPANY (Manchester City)

Vince The Prince is uitgegroeid tot een ware vorst – ook al wankelt zijn troon momenteel even. Robin van Persie verdiende volgens zijn collega’s dan wel de prijs van Speler van het Jaar, het was Vincent Kompany die door de Premier League zelf tot beste speler werd gekroond. En als in een competitie waar offensief voetbal wordt gespeeld een verdediger tot beste speler wordt uitgeroepen, wil dat wat zeggen. Je hoeft maar een blik te werpen op de andere verdedigers die op de erelijst staan om je ervan te vergewissen wat voor een beresterk seizoen Kompany speelde. Hij heeft bij Man. City de tijd gekregen om te groeien. Want laten we eerlijk zijn: we vroeger ons in 2008 allemaal af wat een blessuregevoelige, nonchalante verdediger/middenvelder in de Premier League ging doen. Vier jaar later is Kompany samen met Micah Richards de enige speler die de revolutie van sjeik Mansour overleefde. Hij toont zich heer en meester in de duels, won enorm veel spiermassa bij en speelde maar liefst 133 wedstrijden in vier seizoenen. Als fysiek en technisch superieure speler spreekt het bijna voor zich dat Kompany ook de aanvoerdersband om de gespierde biceps kreeg. Onze landgenoot is een voorbeeld op vlak van talent, aanpassingsvermogen en uitstraling.

ROMELU LUKAKU (Chelsea, uitgeleend aan WBA)

Romelu Lukaku is een wonderkind. Een speler die zijn gelijke niet kende in België en van wie je er slechts één ontdekt om de tien jaar. Een beetje zoals Kompany in de verdediging en Hazard op het middenveld. De 16-jarige Lukaku maakte bij Anderlecht meteen indruk met zijn gespierde torso en deed dankzij zijn indrukwekkende verschijning zelfs denken aan krachtige spitsen zoals Daniel Amokachi, Rashidi Yekini en (zijn idool) Didier Drogba. Chelsea geloofde meteen in de kwaliteiten van de youngster en besliste onmiddellijk te handelen. De Engelsen legden ettelijke miljoenen op tafel voor een diamant waar nog heel wat slijpwerk aan is. Sinds die transfer is de ster van Lukaku evenwel tanende. Er werd gesproken van een verloren jaar. Een jaar waarin hij alleen maar foto’s van zichzelf en zijn idolen heeft kunnen maken. Lukaku kreeg amper speeltijd, en dat in een seizoen waarin Chelsea heel wat problemen met zijn spitsen kende. Nicolas Anelka zocht andere oorden op, Didier Drogba en Salomon Kalou waren lange tijd weg naar de Afrika Cup en Fernando Torres sukkelde van de ene vertrouwenscrisis in de andere. Zelfs in die chaos kwam Lukaku niet aan spelen toe en dus was een uitleenbeurt de enige optie. Bij West Bromwich Albion voelt het Belgische supertalent zich duidelijk beter in zijn vel. Dat kan ook moeilijk anders aangezien hij daar wel speeltijd krijgt en hij er zelfs al een keer wist te scoren.

SIMON MIGNOLET (Sunderland)

Met zijn witte rolkraagtrui en zijn beige geklede broek ziet Simon Mignolet er voor de Britten als de ideale schoonzoon uit. Met zijn schattige babyface doet hij het hart van de Sunderlandfans op hol slaan en ook zijn coach is dol op hem – zij het dan om andere redenen. “Na een test van amper een halfuur kreeg hij een contract onder de neus geschoven”, weet makelaar Nico Vaesen nog. De grote slanke reus die altijd glimlacht, straalt vooral rust en sereniteit uit. Louis Vuitton, al te hippe sportwagens of andere blingbling zijn aan hem niet besteed. Mignolet behaalde liever zijn diploma politieke en sociale wetenschappen aan de KU Leuven. Toch is voetbal het allerbelangrijkste in zijn leven. Toen hij na zijn transfer van STVV naar Sunderland meteen in het diepe werd gegooid “bleef hij niet gewoon boven water, hij deed dat met een sierlijke vlinderslag”, aldus zijn voormalige coach Steve Bruce. Het grootste probleem voor Mignolet was het feit dat hij zijn familie en vrienden zo hard mist in Engeland. Ondanks de afwezigheid van de hem zo vertrouwde familiale cocon wist The Mig zich van een plaats in doel – en in de harten van de supporters – te verzekeren.

KEVIN MIRALLAS (Everton)

Kevin Mirallas heeft altijd al van de Engelse competitie gedroomd. Net zoals van de Spaanse en de Italiaanse. Aan talent en lef ontbrak het hem immers nooit. Op een bepaald punt in zijn carrière ging hij zelfs de confrontatie met Lille OSC aan om zijn transfer naar Saint-Etienne te kunnen afdwingen. Die clash heeft hem toch enkele jaartjes doen verliezen. In die periode leerde de jonge Mirallas zichzelf ongetwijfeld beter kennen en het spreekt dan ook in zijn voordeel dat hij zich via een schitterend seizoen bij Olympiacos eindelijk opwerkte tot de topcompetitie waar hij al zo lang van droomde. Dat hij voor Everton en niet voor Arsenal koos, heeft alles te maken met Fellaini, die hem vertelde dat trainer David Moyes zijn transfers echt het volste vertrouwen geeft. De Engelse fans hadden nog nooit van Mirallas gehoord, maar na amper een paar maanden heeft hij zich dankzij zijn snelheid en techniek van een plaats in hun hart verzekerd. Al kan het ook dankzij zijn toegewijde speelstijl zijn, daar zijn ze in de Premier League immers dol op.

THOMAS VERMAELEN ( Arsenal)

Op en top professioneel, dat is waar je meteen aan denkt wanneer iemand de naam Thomas Vermaelen laat vallen. Het leven van Vermaelen lijkt op dat van een jongen die zijn zaakjes goed voor mekaar heeft. Ondertussen wordt de kapitein van Arsenal zowat aanbeden door de fans vanwege zijn eenvoudige spel vol opoffering en zijn sobere levensstijl, maar dat was niet van bij het begin het geval. Aanvankelijk werden er immers heel wat vraagtekens bij zijn transfer geplaatst. Dat hij maar ruim 1m80 groot is, maakte hem volgens velen te klein voor de Premier League, maar daar dacht Arsène Wenger anders over. Het enige waar de tabloids even een kluifje aan gehad hebben, is zijn relatie met BBC-presentatrice Polly Parsons. Voor het overige valt er niets dan goeds te zeggen en te schrijven over onze landgenoot. Hij deed het prima bij Ajax en na zijn overstap naar Arsenal trapte de Antwerpenaar niet in de val van het verleidelijke Londense nachtleven. Een ideale avond voor Vermaelen is er eentje vol voetbalwedstrijden op tv. Professioneel of obsessief, het is maar hoe je het noemt.

JAN VERTONGHEN (Tottenham)

Een doelpunt was al wat Jan Vertonghen nodig had om de voltallige Premier League van zijn talent te overtuigen. Het was dan ook niet zomaar een doelpunt. Het kwam er na een heerlijke slalom op Old Trafford en de namiddag eindigde met een haast historische zege tegen het grote Manchester United. Jan Vertonghen maakte zich overal onmisbaar, zonder dat men ook maar ergens absoluut zeker wist wat zijn beste positie is. Hij begon als verdedigende middenvelder bij de Rode Duivels – en dan vooral bij de beloften in Peking – maar werd iets later tot Speler van het Jaar uitgeroepen bij Ajax als centrale verdediger. Nu wordt hij zowel bij Tottenham als bij de nationale ploeg op de linksbackpositie uitgespeeld. Vertonghen heeft niet alleen een meer dan gemiddelde techniek voor een verdediger, hij springt er ook uit wat vechtlust en inzet betreft. Als je Vertonghen in je kern hebt, laat je hem spelen. Bij de Rode Duivels heeft hij aan Vincent Kompany en Thomas Vermaelen twee pittige concurrenten in het hart van de defensie en dus dweilt Vertonghen tegenwoordig de linkerflank af. Met Vertonghen weet je evenwel nooit, niets zegt dat hij binnen een paar maanden niet op een andere positie zal worden uitgespeeld.

DOOR JULES MONNIER, ROMAIN VAN DER PLUYM EN STEPHANE VANDE VELDE BEELDE: IMAGEGELOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content