Tegen Cercle Brugge toonde RC Genk drie keer wat de bedoeling van het spel ook alweer was. ‘Ik zeg altijd : maak je niet druk, goals komen vanzelf.’ Sef Vergoossen over zijn aanvalslijn.

Voor 23.251 toeschouwers en WesleySonck, zoals de stadionomroeper meedeelde, kregen Cédric Roussel en Kevin Vandenbergh zondag tegen Cercle Brugge de kans de voormalige topschutter te laten zien dat ze in Genk ook zonder hem best kunnen scoren.

“De erfenis van deze jongens”, zegt trainer Sef Vergoossen, “is dus dat ze met Wesley en Moumou(Dagano, nvdr) twee spitsen moeten vervangen die samen in twee jaar tijd een stuk of vijfentachtig goals maakten. En je moet ook kijken wat errond gebeurt : daar hebben we eigenlijk nauwelijks vastigheid gehad. Als je dat bij elkaar optelt en je ziet hoe de spitsen functioneren, dan moet je gewoon hartstikke tevreden zijn. Naarmate dat beter op elkaar afgesteld raakt, worden Cédric en Kevin alleen maar sterker. Wij zeggen : wij beoordelen jullie niet op goals, goals komen vanzelf. Maar je gaat pas scoren als je het elftal aan het draaien krijgt. Daar spelen zij een hele wezenlijke rol in. Wesley had ook een periode van vijf weken na elkaar zonder doelpunt. Nou, dan zeg ik : maak je daar niet druk om. Kijk, Moumou stond bekend als iemand die zélf kansen kon afdwingen, maar heel weinig scoorde, terwijl je nu met twéé mensen staat van wie je weet dat ze gemakkelijk een goal kunnen maken.”

Maar Kevin Vandenbergh zoekt dit seizoen nog naar zijn beste niveau als het op scoren aankomt. Zoals hij in de drieënvijftigste minuut de bal aan de middenlijn oppikte en een aanval lanceerde, bleek hij zich meermaals als schakel tussen middenveld en aanval aan te dienen, maar liet de afwerking op zich wachten : nauwelijks één minuut later verloor Vandenbergh in het strafschopgebied de bal tussen drie Cercle-verdedigers. “Kevin is op dit moment wat minder scherp in de eindacties,” weet Vergoossen, “maar hij is vóór dat moment natuurlijk véél meer in actie dan hij ooit is geweest. Dat is wat Kevin erbij heeft gekregen. In onze speelwijze en ook voor hem, in zijn ontwikkeling als voetballer, is dat hartstikke belangrijk. De volgende stap is dan de scherpte in de eindacties, maar dat komt wel.”

Leunen deed Genk voor zijn doelpunten totnogtoe vooral op Roussel, die in de negentiende minuut tussen twee man een voorzet van Ingrao binnen kopte.

“Cédric is iemand die je vanaf de achterlijn makkelijker kan bereiken dan Moumou, die moest je echt in de vrije ruimte hebben”, zegt Vergoossen. “Cédric kan ook onder druk een bal pakken en scoren. Moumou kon er wel een afleggen, maar onder druk scoren zag je hem nooit doen. Maar Cédric stelt zich soms nog te kwetsbaar op. Als je nu bijvoorbeeld de hoge bal neemt, dan zie je dat hij die met de tegenstander in de rug probeert te verlengen. Dus ik zeg : Cédric, draai daar nou eens ín (met de zij naar de verdediger, nvdr). De kopbeweging is dan veel makkelijker, je kan verder naar voren komen en je maakt je breder. Dat zijn dingen waarmee je bij hem heel veel bezig moet zijn. Links afzetten, rechts afzetten, daar zat bij hem een heel groot verschil op. Nou, dat mag niet. Negentig procent van de rechtsbenigen zet met links af en dénkt dat er een verschil in kracht is, maar het is puur een kwestie van feeling. Met Cédric hebben we het ook gehad over wat zijn voorkeurlooplijnen zijn en zo. Met andere woorden : waar staat hij als we de achterlijn halen ? Daar moet hij variatie in leggen, anders gaan mensen zich daarop instellen.”

Maar voor die variatie in zijn eindlooplijnen is hij ook afhankelijk van de andere spits. Wanneer moet je ver uit elkaar staan ? Wanneer mag je dicht bij elkaar staan ? Wanneer moet je diagonaal staan ? Tegen Cercle kon het tussen hem en Vandenbergh beter.

Vergoossen : “Er moest wat meer overleg zijn in het strafschopgebied en sneller besloten worden. In de zestien ging alles fout. Wat ik aangeef is : ga niet te dicht bij elkaar staan op het moment dat we op onze eigen helft spelen, anders is één tegenstander genoeg om twee mensen uit te schakelen. Zorg dat de ruimte onderling groter wordt. Sta je in de buurt van de goal van de tegenstander en kan je tot eindacties komen, ga dan dichter bij elkaar staan, want dan heb je steun aan elkaar. Maar dan op het moment van aanspeelbaarheid onderling van plaats wisselen heeft geen enkele zin : een slimme tegenstander blijft dan gewoon staan. Dus hoe kom je nou vrij ? Kom in de richting van de bal. Gaat de verdediger niet mee, ben je vrij. Gaat hij wel mee, ligt er ruimte in de rug voor de andere spits. Speel je tegen een vaste mandekking, dan moet je wat meer diagonaal staan. En staat er nog een libero ook, kom je meer in de ruimte in de hoeken terecht, om die te bespelen.”

Dan is het nog louter kwestie van elkaar beter aan te voelen, zag Vergoossen. “Zoals Moumou en Wesley heel goed deden : het over een bal heen stappen en voor de ander laten lopen, bijvoorbeeld. Als je dat wéét van elkaar, kan je veel langer wachten voor je vertrekt, want iedereen verwacht dat de ander de bal gaat aannemen. Dát zijn automatismen en dán krijg je het tempo omhoog en kan je massale verdedigingen openbreken. In het begin van het seizoen zat dat gewoon niet goed : we hadden gewoon telkens één actie te veel nodig.”

En ondertussen staat Genk dus dankzij één goal van Roussel en twee van Bernd Thijs fraai tweede met twintig punten. “Ik had niet gedacht dat we in deze fase al die punten zouden hebben. Dat is mooi. Nu is het een kwestie van vasthouden.”

door Raoul De Groote

‘Ik had niet gedacht dat we in deze fase al die punten zouden hebben.’ (Sef Vergoossen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content