Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Over een week oefenen de Rode Duivels in Brussel tegen Polen. Of Michal (Anderlecht) en/of Marcin Zewlakow (Moeskroen) van de partij zullen zijn, weten ze zelf nog niet. ‘De kritiek is ongelooflijk hard geweest na het WK.’

Druk, heel druk hadden ze het. En daarom kon dit verhaal niet worden gemaakt met de tweelingbroers Zewlakow samen. Sinds dit seizoen wonen Michal, de oudste (een verschil van vijf minuten), en Marcin op ruim honderd kilometer van elkaar en de agenda’s zaten vol. Dus trokken we naar de een op maandag en naar de ander op dinsdag. Een vreemd déjà vu-gevoel overviel ons bij de ontmoeting met nummer twee. Beide broers lijken dan ook ontzettend goed op elkaar, en dat niet alleen fysiek. In de loop van het huidige seizoen raakten beiden ook hun plaats in de nationale ploeg kwijt en allebei zijn ze niet direct bezig aan hun beste jaargang. Komt het door de scheiding, na tot vorige zomer altijd samen voor dezelfde ploeg gevoetbald te hebben ? Deels wel. Maar ze vechten terug.

De club

Michal Zewlakow, bankzitter bij Anderlecht : ”Als speler die het gewoon is altijd te spelen, beleef ik een moeilijke periode. Maar wat kan ik eraan doen ? Ik concentreer me op mijn prestaties en heb de indruk dat ik vooruitgang boek. Ik was geblesseerd, maar sinds een maand ben ik weer klaar voor de strijd. Aan de coach om een beslissing te nemen. Maar op dit moment ziet hij me niet staan, en dat moet ik accepteren.

“Ik denk dat ik goed aan het seizoen begonnen ben, maar toen ze gaan schuiven zijn met mij, ben ik moeilijk beginnen krijgen. Ik kwam op posities te staan, waar ik voorheen nooit gespeeld had. Gezien de omstandigheden dacht ik nog dat ik het niet zo slecht had gedaan, maar ik geef toe dat het moeilijk was. Toen kwam die vervelende blessure en ben ik in een gat gedonderd waar ik nog steeds niet uit ben. Dit is ook mijn eerste jaar bij een echte topclub : voor het eerst ben ik geconfronteerd met druk. Er is ook veel discussie geweest over mijn positie. Normaal is dat linksachter, maar na acht wedstrijden kwam ik centraal te staan, of op het middenveld, rechts, of links… Als je een verdediger centraal op het middenveld zet, zoals met mij tegen Bordeaux gebeurde… ik had nauwelijks referentiepunten.

“Ik denk dat ze me nu stilaan klaarstomen voor de positie van rechtsachter. Van nature ben ik rechtsvoetig. Ik ben geen groot technicus, maar een eenvoudige voetballer die zich altijd geeft, goed kan verdedigen en aanvallend zijn plan trekt. Dat probeer ik op training te bewijzen, meer kan ik niet doen.”

Marcin Zewlakow, aanvaller van Moeskroen : “Voor mij was dit seizoen ook nieuw, met veel jonge spelers rond mij, soms noodgedwongen door blessures. Moeskroen probeert te bouwen aan een nieuwe ploeg. Een gebrek aan regelmaat is de prijs die we daarvoor betalen. Ik probeer mijn best te doen, maar als je elke wedstrijd aan iemand anders wordt gekoppeld, werkt dat niet onmiddellijk. Voor een spits is het belangrijk dat er een goeie verstandhouding is met het middenveld, maar ook daar wordt er door omstandigheden constant gewisseld. Ik geef toe, het is een vreemd seizoen. Moeskroen was altijd een ploeg die op dit moment van de competitie nog voor iets meestreed : hetzij voor een Europese plaats, hetzij in een beker. Nu hebben we al maanden niks meer te winnen of te verliezen. Je voetbalt in de leegte, dit is un point mort. En we staan op quatre pattes, uitgeteld. De bodem is bereikt, dat in alle geval.

“Mijn seizoen? Ook heel moeilijk, zeker de start, en daarna heb ik een lelijke blessure opgelopen die me ver terugsloeg. Na het WK dacht ik dat we verder de stijgende lijn zouden doortrekken, maar nu moet ik constateren dat het naar beneden ging. Ik probeer er kalm onder te blijven en verder te werken. Ik heb mijn transfer gemist, maar dat is niet door mijn hoofd gaan spoken, neen. Dat, noch de scheiding van mijn broer leggen alles uit. Het was een samenloop van omstandigheden. Ik had na het WK nauwelijks verlof, slechts tien dagen, maar in die korte tijd heb ik geen afstand kunnen nemen van het voetbal. Je keek televisie en werd bekritiseerd, je sloeg de kranten open en het ging over het WK : ik kon het voetbal geen minuut vergeten. Toen ik op de club terugkeerde, was ik niet fris. Fysiek was ik misschien niet moe, maar mentaal wel.”

De scheiding

Michal : “Dat heeft niks met voetbal te maken, vind ik, dat is mijn privé-leven. Oké, ik mis mijn broer een beetje, we waren tot dusver heel ons leven samen, maar we wisten allebei dat er op voetbalvlak een moment zou komen waarop onze wegen zouden scheiden. Uitleggen dat Marcin of ik niet goed spelen omdat we niet zonder elkaar kunnen, vind ik net iets te makkelijk. Misschien zit er een stukje waarheid in, maar niet de héle waarheid. De eerste maanden heb ik hem gemist, toen raakte die scheiding me wel. Maar ik heb me aangepast : ik kom naar hier, werk hier, werk voor mijn familie, het is elk voor zich. En nu zijn we aangepast, er zijn geen sporen meer, denk ik.

“We zijn ook harde karakters. Het is niet dat zo’n scheiding ons mentaal onderuit haalt. Maar het is wel juist dat je in moeilijke periodes, zoals nu, veel vaker praat met je broer dan anders. Soms legt hij dingen uit, soms troost hij gewoon. Maar anderzijds ligt er honderd kilometer tussen onze woonplaatsen. Nu we ook zo vaak op zondag speelden, stel ik vast dat ik hem niet zoveel meer zie.”

Marcin: “Het gevoel van wederzijds begrip is heel sterk. Ik durf toe te geven dat ik hem mis, en dat ik nu nog beter begrijp hoe leuk het destijds was om samen te spelen. We waren een klein team binnen een groot team, en dat is nu weg. Vóór een wedstrijd konden we elkaar aankijken en met één blik begrijpen. Op het veld schreeuwden we aanmoedigingen naar elkaar, we hadden ons eigen kleine wereldje naast ons gewone leven.

“In het begin was het vreemd, ja. Normaal maakte ik vóór de wedstrijd altijd een drankje klaar voor Michal. Op een dag deed ik het onbewust weer. Toen zei ik tegen mezelf: con, hij speelt bij Anderlecht, stop daar nu mee ! Van die kleine dingen… Ik ben een volwassen man die nu zijn eigen leven uitbouwt, maar ik mis hem en ben niet te beroerd om dat te zeggen. Onze wegen lopen, sinds we in België zijn, langzaam uit elkaar en we passen ons aan die nieuwe realiteit aan. Misschien was het voor mij iets makkelijker, maar Michal kwam in Anderlecht op een andere planeet terecht. In het leven zijn er momenten dat je krijgt en momenten dat je moet geven. Wij hebben al zoveel gekregen in België, nu is het tijd om wat te geven. Het leven is wiskunde : de optelsom van min en plus is uiteindelijk altijd gelijk.”

Michal : “Ik hoop dat de eenheid ooit nog wordt hersteld. ( Begint te lachen) Als het hier zo verder gaat, zet Anderlecht me straks aan de deur. Of ik twijfel ? Neen, maar soms zijn er dingen die je niet kan uitleggen, of die je niet begrijpt. Wat loopt er hier verkeerd ? Is het mijn schuld, of is er iemand die Zewlakow in Anderlecht niet graag ziet spelen ? Op de duur denk je aan alles. Andere spelers zeggen dat ik het me allemaal niet zo hard mag aantrekken, en dat ik gewoon correct moet proberen te zijn. Maar het probleem is dat ik het niet van me af kan zetten. Ik kan nu niet naar buiten kijken en zeggen dat de zon schijnt en dat het bijna vakantie is. Daarvoor speel ik te graag. Dus is het nu vooral knarsetanden. En niét van het mooie weer genieten.”

Marcin: “Terug samen? Als het kan : graag, ja.”

De nationale ploeg

Michal : “Voor het WK zat ik vol enthousiasme. Ik dacht dat we ginder iets konden halen. Nu hou ik er enkele slechte herinneringen aan over. Een gebrek aan ervaring is ons zuur opgebroken, en dat we niet dezelfde discipline als in de kwalificaties aan de dag legden. We verloren onze eerste wedstrijd, waarna de druk heel groot werd en gingen vervolgens ook nog eens met 4-0 de boot in tegen Portugal. Dan zit je moreel heel laag. De laatste wedstrijd hebben we afgewerkt omdat het moest, om het imago van het land te verdedigen. In de kwalificaties vormden we een héél sterk collectief dat uitging van zijn eigen kracht, maar op het WK zijn we ons te veel op de tegenstander gaan concentreren. Zo verloren we ons eigen spel uit het oog.

“Van onze thuiskomst ben ik erg geschrokken. Wegens ons slechte toernooi werd er van bondscoach gewisseld. Begin juli kwam BoniekJerzy Engel vervangen, maar in december vertrok hij alweer, zogezegd wegens privé-problemen. Zijn probleem echter was dat hij de ploeg helemaal door elkaar schudde in plaats van te behouden wat goed was. Dat er een paar oudere spelers verdwenen, daar had ik geen problemen mee. Maar in plaats van vijftien van de twintig WK-gangers te behouden en daar jongeren aan toe te voegen, hielden ze er nog vijf over en moest de rest gaan. Dat was veel te veel geëxperimenteer. Zijn opvolger, Pawal Janas, die nog voor Legia en Auxerre speelde, grijpt nu weer terug naar de spelers die op het WK meededen. Die vult hij aan met spelers uit het Poolse kampioenschap.

“Na het WK heerste er in het land een ontzettende boosheid op de spelers. De kritiek die we moesten slikken, was ongelooflijk hard. Dat leidde tot grote ruzie tussen de pers en de spelers. De processen die gemaakt werden, hadden veel van strafprocessen in de rechtbank. Er werd veel geschreven over dingen die absoluut tot de privé-sfeer behoren : geld, premies, commerciële verbintenissen die we aangingen… Ik begrijp dat de mensen in Polen minder verdienen en boos zijn als ze zien dat wij niet presteren zoals ze denken dat het zou moeten, maar om daar een proces van te maken… Wij waren geen voetballers meer, maar acteurs in een slechte film die gekraakt moest worden. In werkelijkheid wisten wij nauwelijks ergens van : de spelers hadden een advocaat aangesteld die de commerciële aanbiedingen voor ons in de hand moest houden. Is die man te loslippig geweest, of wilden andere mensen van deze gelegenheid gebruik maken om jongeren in de ploeg te brengen ? En was Boniek de goede keuze ? Hou een enquête onder de spelers in Polen en je zal niet veel voorstanders van hem vinden. In Italië is het met zijn trainerscarrière ook niks geworden, hé.”

Marcin: “Wat mij het meeste frappeerde, was dat wat we in twee jaar tijdens de kwalificaties hadden opgebouwd, na amper twee weken en drie wedstrijden tot de grond weer werd afgebroken. Spelers en coach werden in de aanloop naar het WK op een voetstuk geplaatst. We waren echte helden, op tv werden we opgevoerd in andere dan de sportprogramma’s. Maar twee weken later moesten al die voetstukken weer worden vernield. En met de grote hamer : ça tue. Het was niet objectief meer, en dat heeft ons geraakt. Het ontslag van meneer Engel deed me pijn. Hij had twee jaar lang mooi werk geleverd en leek na de president de tweede belangrijkste Pool te zijn geworden. Engel was een vedette, je hoorde alleen maar positieve dingen over hem. Maar twee weken later was iedereen tegen hem. Toen besefte ik plots dat succes eerder vijanden creëert dan dat het voordelen heeft.

“Of Boniek echt moest komen, daarover spreek ik me niet uit. Hij bleef ons selecteren, daar niet van. Met de nieuwe coach heb ik nooit gewerkt, hem ken ik enkel van zien, omdat hij trainer was in de Poolse competitie. Op dit moment sta ik ver van de nationale ploeg als ik de kranten mag geloven. Vandaag nog stond er te lezen dat de bondscoach eraan denkt een spits van Bielefeld te selecteren. Ik vrees het ergste.”

Michal: “Na vier wedstrijden staan we eerste in onze kwalificatiegroep voor het EK 2004, maar dat wil niks zeggen. Letland heeft evenveel punten en kwam bij ons winnen met 0-1. En Zweden telt slechts twee punten minder, en staat met een wedstrijd minder gespeeld. In juni moeten we naar Zweden, die wedstrijd kan van kapitaal belang zijn.

“Voor mij is het op dit moment moeilijk bij die nationale ploeg. Vóór nieuwjaar heb ik alles meegedaan, maar de laatste wedstrijd heb ik niet gespeeld. Ik heb al met de nieuw bondscoach gepraat : hij rekent nog op mij, maar wil dat ik speel bij Anderlecht. Ik weet niet of ik geselecteerd word voor de wedstrijd in Brussel. Ik probeer er niet op te hopen, want als ik in negatieve zin verrast word, is de ontgoocheling des te groter. Uiteraard is het belangrijk voor mij, omdat het de laatste voorbereidingswedstrijd betreft op dat duel in Zweden. In de nationale ploeg ben ik altijd linksachter. Ik heb er dertig interlands op die positie gespeeld : ze zullen er niet doen zoals mij op Anderlecht is overkomen…”

Marcin: “Ik was vooral de supersub : de eerste invaller, die dan scoorde of iets extra bracht. Ik mis dat wel, hoor, die nationale ploeg. Ik hoop dat ik er zo snel mogelijk terugkeer.”

Twee karakters

Michal : “Marcin is breekbaarder. Ik ben soms heel gek, denk niet aan de gevolgen, doe wat ik denk te moeten doen zonder er verder veel bij stil te staan. Marcin is rationeler, weegt meer pro en contra af voor hij een beslissing neemt. Ik ben meer het type bulldozer. Beveren vond ik een moeilijk moment in mijn loopbaan. Marcin heeft toen lang op me moeten inpraten, want ik wilde in het begin dat contract bij Moeskroen niet tekenen. Ik wilde terug naar Polen, mijn vriendinnetje was daar nog en ik miste haar ontzettend. Maar Marcin overtuigde me en dat ik ben gebleven, is de beste beslissing uit mijn leven geweest.”

Marcin: “Michal kan van de ene seconde op de andere een beslissing nemen, ik niet. Ooit deed ik als 21-jarige een stage in Israël. Na een paar dagen merkte ik dat het daar niks voor mij was. Te groot cultuurverschil. Toen het aanbod van Beveren kwam, heb ik Michal, die direct entoesiast wilde tekenen, gezegd: opgelet, je tekent geen contract om twee, drie dagen later spijt te hebben en terug te willen. Denk goed na! Hij vond dat onzin, wilde desnoods zonder mij vertrekken. Uiteindelijk zijn we allebei gegaan en later heb ik hem inderdaad moeten overtuigen om in België te blijven. De beste beslissing uit onze carrière, zegt hij nu, maar toen… Ik ben anders, ik neem een probleem mee naar bed, slaap erover, denk na en neem dan mijn beslissing. Hij zou ze op één seconde nemen. Anderzijds loop ik misschien net om dezelfde redenen wat langer met een probleem rond dan hij.

“Michal is de oudste. Maar je weet dat Engelse wetenschappers beweren dat degene die eerst geboren wordt, de jongste is van de twee. Daar herinner ik hem geregeld aan. ( Glimlacht breed) Als er straks iets te erven valt, komt het mij dus toe : hij is pas de tweede in lijn!”

door Peter T’Kint

‘Op het veld hadden we ons eigen kleine wereldje. We waren een team in het team.’

‘Op dit moment sta ik ver van de nationale ploeg. Ik mis dat wel.’ (Marcin)

‘De nieuwe bondscoach rekent nog op mij, maar hij wil dat ik speel bij Anderlecht.’ (Michal)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content