Zondag 4 oktober staat de Merseyside derby op het programma: Everton ontvangt dan Liverpool. Sinds dit seizoen is dat ook een duel tussen de Belgische spitsen Christian Benteke en Romelu Lukaku. Door een hamstringblessure moet die eerste misschien wel vanaf de zijlijn toekijken.

Zelf hebben ze een hekel aan vergelijkingen of de discussie wie nu de beste is – volgens hen zijn ze twee verschillende types van spitsen – maar hoe je het ook draait of keert: Christian Benteke (24) en Romelu Lukaku (22) zullen steeds concurrenten en collega’s zijn van elkaar. Ook bij onze Belgische nationale ploeg laait de discussie over de kwaliteiten van onze aanvallers weer hoog op nu ze al een tijdje droog staan: Benteke maakte één goal in zijn laatste dertien interlands, Lukaku twee goals in zijn laatste veertien interlands.

Sport/Voetbalmagazine legde in aanloop naar de Merseyside derby tussen Everton en Liverpool het oor te luister bij mensen die hen van nabij kennen of volgen en liet ook de protagonisten zelf aan het woord.

HOE FUNCTIONEREN ZE BIJ HUN CLUBS?

Journalist Andy Hunter is voor de Britse krant The Guardian volger van het voetbal in Liverpool. Hij legt de competitiestart van Benteke en Lukaku in de weegschaal: ‘Een vergelijking is niet helemaal eerlijk, want Lukaku is aan zijn derde seizoen bezig bij Everton, waar hij ondertussen uitgroeide tot Mister Popular. De fans zijn dol op hem en de hele ploeg draait rond hem. Manager Roberto Martínez zal geregeld roteren op de offensieve posities, maar aan Lukaku raakt hij nooit. Everton nam een verrassend goede start, ze gaan wellicht een mooi seizoen tegemoet. De ploeg staat of valt met de vorm van Lukaku. Soms is hij top, soms dramatisch. Maar wanneer hij zijn dag heeft, zoals tegen Southampton, is hij unstoppable.

‘Voor Benteke en Liverpool liggen de kaarten anders. Er zit veel druk op hem, de coach en het team. Door de dramatische start van vorig seizoen is een nieuwe gemiste start uit den boze. Benteke kostte veel en hoewel hij zeker geen slechte speler is, hebben vele waarnemers en fans toch vragen bij zijn aanwerving. Toen Brendan Rodgers drie jaar geleden bij Liverpool aantrad, stuurde hij meteen Andy Carroll weg omdat hij geen targetspits wilde waar lange ballen naar gegooid zouden worden. Hij wilde combinatievoetbal met veel korte passing. Daarbij terend op beweeglijke, snelle spitsen die pressing zetten. Zoals er gespeeld werd met Luis Suárez. Met Benteke is er nu toch weer een type targetman gehaald en zie je de verdedigers al te snel naar de lange bal grijpen.’

Zo kan je spelen als er aansluiting is, maar dat gebeurt niet bij Liverpool, weet Hunter. ‘Benteke staat vaak op een eiland. Uit videoanalyse tegen Manchester United bleek dat de dichtstbijzijnde ploegmaats dikwijls op twintig meter afstand stonden. Maar hij werkt hard en is al belangrijk geweest. Vooral zijn treffer tegen Bournemouth, een lastige wedstrijd die Liverpool met 1-0 won, was van cruciaal belang voor de ploeg en manager Rodgers. Ook zijn wondergoal tegen Man U oogstte applaus. Benteke’s start is dus eigenlijk best goed, maar hij kwam in een team terecht dat niet draait. In die zin had Tim Sherwood, zijn trainer bij Aston Villa, gelijk toen hij stelde dat hij de keuze van Benteke niet goed begreep: Liverpool was vorig seizoen de ploeg die het minste aantal voorzetten trapte. Net waarmee je hem moet voeden. Ik heb eigenlijk wat met Benteke te doen.’

ZIJN ZE FYSIEK EN MENTAAL TE VERGELIJKEN?

Revalidatiespecialist Lieven Maesschalck werkte al verscheidene keren samen met Benteke en Lukaku. Bovendien leerde hij hen nog beter kennen als lid van de technische staf bij de Rode Duivels. Hij vindt beide spitsen karakterieel en fysiek wel te vergelijken: ‘Op en top profs, constant bezig met hun vak en een enorm positieve attitude.

‘Christian is misschien iets introverter, hij stelt zichzelf steeds in vraag, maar gaat op een serene manier om met teleurstellingen. Kijk naar de manier waarop hij zijn forfait voor het WK verwerkte: op amper zes maanden stond hij er weer na zijn achillespeesblessure. Hij is een droom om mee te werken: plichtsbewust, levert je altijd de juiste informatie en denkt mee. Dat vertaalt zich in een grote loyauteit, die je ook terugziet in zijn omgeving. Zowel naar ouders, manager als mijzelf toe toont hij veel vertrouwen.

‘Romelu is uitgesprokener, speelser ook, maar de inhoud is eigenlijk dezelfde als bij Christian. Rom ademt voetbal en is enorm gretig.’

Hun bijnamen in de Premier League liegen er niet om: The Tank (Lukaku) en The Beast (Benteke). Zo word je niet genoemd vanwege je fijne voetjes of korte dribbelpasjes. Hun fysieke capaciteiten maken zelfs over Het Kanaal indruk. Maesschalck weet dat zulke krachtpatsers een bijzondere aanpak vereisen: ‘Met die nuance dat Romelu iets robuuster van lichaamsgebouw is dan Christian, die toch wat ranker is. Maar ze waren beiden vroegrijp en hebben de typische fysionomie van een sprinter: holle rug en een vooruitgeschoven bekken. Dat vraagt om oefeningen die de mobiliteit en stevigheid van hun heupen versterken.

‘Gelukkig konden ze op jonge leeftijd groeien bij goed geleide clubs in België. Alles in zijn context gezien zijn ze eigenlijk weinig geblesseerd. Romelu heeft zelfs nog nauwelijks spierblessures gehad.’

WIE IS DE BESTE AFWERKER VAN DE TWEE?

Jean-François Gillet stond als derde doelman bij de nationale ploeg al meermaals oog in oog met beide spitsen. Hij legt de afwerkingscapaciteiten van Romelu Lukaku en Christian Benteke naast elkaar: ‘Het zijn allebei spitsen die de tegenstander angst inboezemen en veel aandacht van de verdedigers vragen. Daar profiteren de ploegmaats van. Dat is soms frustrerend voor hen, want het zijn spitsen: die willen scoren.

‘Er wordt te vaak vergeten dat ze nog jong zijn: 22 en 24 jaar. In principe kunnen ze nog tien jaar bij de nationale ploeg aan de slag, ze zullen alleen maar beter worden. Want dat hebben ze gemeen: ze zijn heel leergierig. Bij de nationale ploeg blijven ze haast elke training na: voorzetten, op snelheid naar doel trappen, een-tegen-eenacties, controle en meteen schieten… werkelijk op alles trainen ze bij.

‘Romelu heeft een snoeiharde wreeftrap met zijn linker, maar kan ook binnenkant voet goed plaatsen. Christian heeft een iets beheerstere, geplaatste trap. Het typeert hun speelstijl wel een beetje: Romelu is een brok natuurkracht, hij speelt erg fysiek. Als hij op doel afstormt, is het als doelman uit je doppen kijken dat hij je niet omverloopt. Christian is meer het voetballende type, iemand met wie het makkelijk samenspelen is: je kunt bij hem altijd de bal kwijt en hij laat een elftal beter spelen. Wanneer hij in een-tegen-eensituaties komt, valt mij op dat hij kleinere pasjes neemt dan Romelu. Een kwaliteit van hem is natuurlijk zijn kopspel: zijn sprongkracht is fenomenaal.’

VRAGEN VUUR ROMELU LUKAKU

Wat is je eerste herinnering aan de Rode Duivels?

‘Ik weet nog dat ik de dag voordien op school zat. Toen ik mijn selectie vernam, ben ik eerst nog bij Anderlecht langs geweest en vervolgens naar het Conrad Hotel in Brussel gereden. Mijn debuut vierde ik tegen Kroatië: moeilijke match, 1-0 verloren. Maar ik wist dat het een begin van een leuk verhaal kon zijn.’

Welke liedje zong je ter introductie bij de nationale ploeg?

If I can’t van 50 Cent. Ken ik helemaal uit het hoofd.’

Welk was je mooiste Rode Duivelsmoment tot nog toe?

‘Mijn eerste twee goals, eveneens tegen Kroatië. Ik zou ook het WK in Brazilië kunnen zeggen, maar toen zat ik in een periode waarin ik niet veel fun beleefde aan het voetbal.’

En het slechtste moment?

‘Mijn wissel tegen Rusland op het WK. Toen toonde ik een kant van mezelf die weinig mensen kennen, normaal gezien houd ik altijd mijn gevoelens onder controle.’

Wat zou het voordeel zijn van een aanvalsduo Benteke – Lukaku?

‘Je hebt er eentje die sterk is met de rug naar doel en eentje die sterk is met het gezicht naar doel. Dat is de complementariteit die je nodig hebt in een tweespitsensysteem. Het is niet omdat we even groot zijn dat we dezelfde speelstijl hebben. Christian is iemand die graag de combinatie opzoekt, terwijl ik meer zelf acties wil maken en scoren. Bij Everton spelen we nu ook in een 4-4-2, waarbij Arouna Koné fungeert als ‘mijn Benteke’. Hij staat het diepst en ik zwerf daarrond, ik krijg veel vrijheid van de trainer.’

Jullie scoren makkelijker in de Premier League dan destijds in de Jupiler Pro League. Hoe verklaar je dat?

‘Een betere aanvoer. Bij Anderlecht had ik Biglia, Suárez en Boussoufa, dat was zeker niet slecht, maar nu is het allemaal nog beter. Ik ben ook slimmer geworden.’

Met welke trainer hoop je ooit nog te werken?

‘Mourinho op één. (denkt verder na) Guardiola en Wenger. In die volgorde.’

Wie is de vervelendste tegenstander in de Premier League?

Jan Vertonghen. Hij is snel – sneller dan je denkt. Bij de nationale ploeg blijkt dat minder omdat hij er op de back moet spelen. Vincent Kompany is ook vinnig en deelt graag tikjes uit. Na de match voel je dat, hoor. John Terry: oersterk. En ik verwacht ook veel van Kurt Zouma bij Chelsea, binnen twee à drie jaar is dat een internationale topper.’

Welk is het leukste stadion in de Premier League (je eigen club buiten beschouwing gelaten)?

‘Stamford Bridge en Old Trafford.’

En het minst leuke?

‘Geen enkele, want in de Premier League spelen is een droom. In België kan ik er wel tien noemen.’ (lacht)

Hoe vaak nam je Match of the Day al op?

‘Geen enkele keer. Sinds deze zomer doe ik een paar dingen anders. Zoals: minder met voetbal bezig zijn. Vroeger overdreef ik daarin. Nu kijk ik enkel nog naar livewedstrijden. Match of the Day is trouwens te laat: als ik op zondag moet spelen, lig ik dan te laat in bed. Maar als er iets over mij gezegd wordt, bellen mijn broer en mijn moeder.’

Op welke manier scoor je het liefst?

‘Een goal zoals ik die tegen Zweden maakte, een knal vanop 25 meter. Wanneer je voelt dat je de bal lekker geraakt hebt. Of mijn eerste goal voor Everton, tegen West Brom: aannemen buiten de zestien en meteen schieten.’

Wat is de vervelendste gewoonte in Engeland?

Brown sauce! Dat is echt vreselijk. En die bonen ’s ochtends, dat begrijp ik nog steeds niet. Nochtans eten wij Congolezen graag bonen, maar dat: neen.’

Wat kan je zeggen over de steden Londen, Liverpool en Manchester?

‘Ik woon in Manchester, niet in Liverpool, maar Liverpool is een echte voetbalstad.’

Wie was je jeugdidool?

Ronaldo, de Braziliaan. Later Anelka en Drogba, toen ik het spelletje meer probeerde te begrijpen.’

Met wie zou je graag samen in de spits spelen?

Wayne Rooney. Vind ik echt een goede voetballer. Hij is sterk aan de bal en scoort makkelijk. We speelden al vaak tegen elkaar, maar ook bijna mét elkaar: tijdens een galamatch ter ere van Duncan Ferguson. Helaas moest ik toen geblesseerd afhaken, heb ik nog altijd spijt van.’

Wat is het grootste misverstand over jou?

‘Als ik iets presteer, volgt er altijd een ‘maar’. Als ik scoor, zeggen ze: ‘ja, maar’ de verdediging was slecht. Het respect dat ik in Engeland voel, krijg ik in eigen land niet. Terwijl ik een talent heb: scoren. Beseffen ze dan niet dat ik goed ben in wat ik doe?!’

CHRISTIAN BENTEKE

Wat is je eerste herinnering aan de Rode Duivels?

‘Met de A-ploeg? Dat weet ik zelfs niet meer, ik heb een slecht geheugen. (glimlacht) Ik weet wel dat het in het Koning Boudewijnstadion was, maar vraag me niet tegen welke ploeg.’ (in 2010 thuis tegen Bulgarije, resultaat 2-1)

Welke liedje heb je ter introductie bij de nationale ploeg moeten zingen?

‘Een rustig chanson van een Franse zanger. Ik denk wel dat het geslaagd was…nu ja, het duurde maar dertig seconden.’

Welk is je mooiste Duivelsmoment?

‘De kwalificatie voor het WK natuurlijk, zelfs al was ik daar uiteindelijk niet bij.’

En het slechtste?

‘Mijn blessure vlak voor het WK. Aanvankelijk had ik het daar heel moeilijk mee. Zeker de eerste wedstrijd op het WK dacht ik nog: daar hoor ik te staan. Maar ik probeer altijd positief te zijn en naar de toekomst te kijken. Het hielp ook dat ik op dat moment in België omringd werd door mijn familie.’

Wat zou het voordeel zijn van een aanvalsduo Benteke – Lukaku?

‘We zijn twee verschillende types, in die zin kunnen we elkaar aanvullen. Ik pas me gemakkelijk aan aan eender wie naast me in de spits speelt. Het komt altijd op hetzelfde neer: op training moet je hard werken aan automatismen. Bij de Rode Duivels is dat soms moeilijk, want Romelu en ik staan in de onderlinge partijtjes zelden in hetzelfde team.’

Opvallend: zowel Lukaku als jij scoort makkelijker in de Premier League dan destijds in de Jupiler Pro League. Hoe verklaar je dat?

‘Ervaring. Ik kreeg in België vaak kritiek op mijn gebrek aan efficiëntie, maar ik zat toen nog in de beginfase van mijn carrière.’

Met welke trainer hoop je ooit nog te kunnen werken?

José Mourinho en Pep Guardiola. Alleen al vanwege hun palmares: ze hebben allebei alles gewonnen. Ze zijn heel anders in hun aanpak, maar net daarom zou ik eens met beiden willen werken.’

Wie is in de Premier League de lastigste tegenstander?

‘In de Premier League heb je alleen maar lastige tegenstanders. Vaak heb je zelfs meer moeilijkheden tegen de verdedigers van de zogezegd kleinere ploegen.’

Welk is het leukste stadion in de Premier League (buiten dat van je eigen ploeg)?

‘Manchester City, Arsenal en Manchester United.’

En het minst aangename?

‘Stoke City is altijd een vervelende verplaatsing.’

Hoe vaak nam je al Match of the Day op?

‘Niet vaak, want ik probeer altijd live te kijken. Ik wil de goals en samenvattingen van de andere ploegen zien. Ik ben ook benieuwd naar wat ze over mij te zeggen hebben. Als dat positief is, geeft dat een boost. In Engeland zijn ze correct in hun analyses: als je goed bent, zeggen ze dat ook. In België was dat vaak anders, maar goed, ik wil geen polemiek starten.’

De mooiste manier om een goal te maken?

‘Een afstandsschot in de kruising. Mijn eerste voor Liverpool was bijvoorbeeld een mooie.’

Vervelendste gewoonte in Engeland?

‘Er is niets dat me echt stoort. Het weer misschien. Zeker in Liverpool.’

Wat kan je zeggen over de steden Birmingham, Londen en Liverpool?

‘In Londen is veel te doen, je vindt er veel restaurants en bars. Het is toeristisch. Liverpool en Birmingham zijn toch een pak rustiger. Ik ga geregeld naar Londen, veel spelers doen dat, omdat je in Londen met rust gelaten wordt. In Birmingham leeft een zeer bonte mix van nationaliteiten samen, niet vergeten dat het na Londen de grootste stad van Engeland is. Ik voelde me er wel thuis. Maar ik hecht me nergens. Behalve aan Luik, daar waar ik opgroeide.’

Wie was je jeugdidool?

Thierry Henry. Hij straalde zowel op als naast het veld klasse uit. Maar ik heb hem nooit ontmoet. Ik ben niet het type dat zomaar op mensen afstapt. Ik vraag bijvoorbeeld ook nooit het truitje van iemand. Ik wissel enkel wanneer mij dat gevraagd wordt door een bevriende speler. Die truitjes hou ik bij om later aan mijn zoon te tonen.’

Met welke speler zou jij graag in de aanval samen spelen?

‘Opnieuw Thierry Henry. Hij zou voor diepgang zorgen en dan kan ik daarvan profiteren.’

Wat is het grootste misverstand over jou?

(denkt lang na) ‘Ik kan niet meteen iets bedenken.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S NIKE

‘Een lovende commentaar in Match of the Day geeft je een boost.’ CHRISTIAN BENTEKE

‘Kompany deelt graag tikjes uit. Na de match voel je dat, hoor.’ ROMELU LUKAKU

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content