Velen waren in zijn plaats ten prooi gevallen aan fatale berusting, maar met de gave van het eeuwige optimisme worstelde Sébastien Bruzzese (26) zich voorbij tal van obstakels tot in het doel van Club Brugge. Daar moest hij even plaatsmaken voor Sinan Bolat, maar sinds vorige week staat hij weer tussen de palen bij blauw-zwart. Relaas van een hobbelig parcours.

Wie vorig seizoen geregeld de trainingen van Zulte Waregem bijwoonde, zag de mondhoeken van sommige spelers vaak halfstok hangen – logisch gezien de belabberde campagne van Essevee. Niet zo echter bij Sébastien Bruzzese: energie en spelvreugde uitstralend uit elke porie van zijn lichaam, met een glimlach en twinkelende ogen die je spontaan zou imiteren. Alsof het lied ‘Always look on the bright side of life’ van hem is, en niet van Monty Python.

Nochtans had de keeper redenen om minder opgewekt te zijn, want hij verzamelde vooral splinters op de bank. Sammy Bossut was immers Francky Dury’s nummer een, en die was/is zelden of nooit geblesseerd. Op die ene keer na, net voor play-off 1 van Essevees (bijna) kampioensseizoen 2012/13. Bruzzese kreeg plots zijn kans, en gréép die ook. Onder meer met een sterke partij tegen… Club Brugge, toen hij in het slot met een schitterende redding op het schot van Maxime Lestienne de spectaculaire 3-4-zege voor Zulte Waregem veiligstelde. ‘De match van de bevrijding’, noemde de keeper het achteraf. Bevrijd van het ongeduld dat hem had gekweld na al die wedstrijden als tweede/derde doelman. Eindelijk beloond voor het harde werk na vele blessures en tegenslagen.

Het sprookje bleef echter niet duren, want drie matchen later zette Dury de opnieuw fitte Bossut weer in doel voor de laatste vier play-off 1-duels. Ook de twee volgende seizoenen kwam Bruzzese, ondanks een voorbeeldige mentaliteit, niet in actie in de competitie. In 2013/14 kon hij wel proeven van de succesvolle bekercampagne van Essevee – tot en met de (verloren) finale op de Heizel tegen Lokeren -, vorig seizoen beperkte zich dat echter tot amper 270 minuten, met drie cupmatchen tegen Lierse (1) en Anderlecht (2). Sinds zijn laatste match op 21 januari vertoefde de Luikse doelman in de anonimiteit bij de beloften. Geen haar op zijn intussen kort geschoren hoofd dat er toen aan had durven denken dat hij enkele maanden later, als lid van Club Brugge, op Old Trafford zou keepen, voor 76.000 supporters. En deze keer had de immer vrolijke Bruzzese nog meer reden tot lachen, want ondanks de drie tegengoals leverde hij een prima prestatie af. Een bevestiging van de (grote) kwaliteiten die veel ex-keeperstrainers van de Luikenaar hem al van bij de jeugd toedichten. En dat zijn niet de minsten: Christian Piot, Filip De Wilde, Jacky Munaron, Michel Preud’homme en Jan Van Steenberghe – weinig Belgische doelmannen zullen allicht met zo’n reeks toppers hebben gewerkt.

EERST VELDSPELER

Voor Bruzzese, geboren op 1 maart 1989, begint het allemaal in Bressoux, de Luikse deelgemeente van 11.500 zielen. Niet toevallig daar, want hoewel zijn moeder Belgische is, heeft Séba ook Italiaanse roots. Zijn grootouders aan vaders kant waren afkomstig uit Calabrië, de voorkant van de Laars. Zij verhuisden na de Tweede Wereldoorlog naar België om hier in de mijnen te werken. In Bressoux bindt hun kleinzoon zijn eerste voetbalschoenen aan bij de plaatselijke derdeprovincialer. Later verhuist hij naar RFC Luik, toen een derdeklasser. Als véldspeler, want pas op zijn veertiende belandt Bruzzese voor het eerst in doel door een blessure van de keeper. Een late switch – in wedstrijdjes met vrienden van de wijk en in zijn minivoetbalploegje bleef hij zelfs veldspeler -, waardoor meevoetballen nog altijd een van zijn grootste kwaliteiten is.

De talenten worden eerst geboetseerd door Philippe Boussard. Voor Bruzzese meer dan zomaar een trainer: een tweede grootvader, steun en toeverlaat tijdens moeilijke momenten thuis, wanneer zijn ouders scheiden. Op zijn zestiende promoveert de jonge Luikenaar naar de eerste ploeg van RFC Luik, waar monument Christian Piot hem twee jaar onder handen neemt. Fysiek heel zware trainingen. Wanneer Bruzzese een bal loslaat op het modderige veld, moet hij de hele serie opnieuw afwerken. Lessen in focus en concentratie. En mentale hardheid, want Piot waarschuwt zijn poulain ook voor de slechte kanten van het topvoetbal. Over hoe je ineens kunt worden afgedankt, zoals hij indertijd bij Standard – Bruzzese knoopt het goed in zijn oren.

Piots opleiding werpt snel vruchten af. In zijn tweede seizoen vervangt de dan 17-jarige invallersdoelman de geschorste eerste keeper tegen Bocholt. Met succes: de nul gehouden, inclusief enkele supersaves. Jacky Munaron, keeperstrainer van Anderlecht die lovende commentaren gehoord heeft over ‘de nieuwe Piot’, woont de match en later ook nog reservewedstrijden en trainingen bij. Hij is onder de indruk van Bruzzeses reflexen, explosiviteit, snelheid, traptechniek én positieve houding op en naast het veld. Munaron belt Piot op, die hem indertijd bij Luik zelf heeft gekneed. ‘Een ruwe diamant, heel volwassen voor zijn leeftijd, harde werker, niet twijfelen’, antwoordt die. Bruzzese neemt de laatste twijfels weg wanneer hij bij de nationale U18, als enige speler van derde klasse, een wereldpartij keept tegen Frankrijk, met onder meer een gestopte penalty. ‘Le grand portier belge‘, klinkt het in de Franse pers.

Op Munarons voorspraak tekent Bruzzese eind mei 2007 voor vier jaar bij Anderlecht, als vierde keeper na Daniel Zitka, Silvio Proto en Davy Schollen. Zijn studie boekhouden voortzetten – hij volgde net als Axel Witsel, Marouane Fellaini en Mehdi Carcela les aan het Institut Marie-José in Luik – is geen optie meer. De kans om profvoetballer te worden laat hij niet liggen, ook al is de stap naar Anderlecht als Luikenaar niet vanzelfsprekend. Bovendien is het even schrikken wanneer paars-wit Munaron opzijschuift en hem vervangt door Filip De Wilde. Uiteindelijk geen nadeel, want van de perfectionist De Wilde steekt Bruzzese op vlak van techniek en coördinatie veel op, mede omdat hij van één specifieke keeperstraining per week bij Luik naar één à twee sessies per dág gaat.

Als sociale kerel integreert hij zich ook opvallend vlot. Vooral met Proto, toen pas tweede doelman na Zitka, schiet hij goed op. Zelfs van druk bij het ‘grote’ Anderlecht heeft hij weinig last, want coach Frank Vercauteren werkt met een vaste kern van 18 à 20 spelers, terwijl assistent Ariël Jacobs zich bezighoudt met de rest, onder wie Bruzzese, Vadis Odjidja en Walter Baseggio. Ook wanneer Jacobs in november de ontslagen Vercauteren opvolgt, kan de Waal rustig in de schaduw groeien. Tot Zitka en Proto in maart 2008 geblesseerd uitvallen en hij in het thuisduel tegen Roeselare plots op de bank zit, als stand-in voor Schollen. ‘Als Davy uitvalt, is het aan jou’, pompt De Wilde hem in, maar de 19-jarige Bruzzese geeft geen kick. ‘Ik ben klaar!’ Die geniet van zijn eerste opwarming in het Vanden Stockstadion en is ook daarna nog tien matchen tweede doelman.

VEEL BLESSURES

Dan begint echter de ellende: in april bij een botsing in een beloftewedstrijd een hersenschudding plus een breuk aan de oogkas, drie maanden out. Het volgende seizoen (2008/09) een spierscheur in de dij, weer een paar weken langs de kant. En bij zijn comeback in februari, tijdens het beloftetoernooi van Viareggio, slaat het noodlot nog harder toe: schouder zwaar ontwricht. Herstelperiode van een jáár – misschien dreigt zelfs het einde van zijn carrière. Bruzzeses wereld stort in elkaar.

Na een operatie bij topchirurg Geert Declercq begint Bruzzese aan een lange revalidatie bij kinesist Marc Walravens, gesteund door Anderlechtteammanager José García, intussen een heel goede vriend, en andere langdurige geblesseerden bij paars-wit. De gedrevenheid van Daniel Zitka, toen herstellend van een kuitbeenbreuk, blijkt een sterke motivatie, en ook met Nicolás Frutos, zijn buurman in de kleedkamer, brengt Bruzzese veel tijd door. Frutos’ Argentijnse wonderdokter Juan Mendoza behandelt hem zelfs een paar keer.

Na zes maanden keiharde revalidatie staat de Luikse doelman alweer op het veld, maar het blessureleed heeft zijn ontwikkeling afgeremd. Filip DeWilde stelt een uitleenbeurt voor aan een tweede- of derdeklasser, ook omdat Anderlecht met Michaël Cordier en Nicaise Kudimbana intussen zés keepers telt. Bruzzese wil echter blijven om op topniveau te kunnen blijven trainen. Tot AA Gent hem in de laatste dagen van de wintermercato 2010 als derde doelman wil binnenhalen – keeperstrainer Jan Van Steenberghe heeft van Munaron immers lovende commentaren opgevangen. Die stap wil Bruzzese wél zetten, ook omdat Van Steenberghe en hoofdcoach Michel Preud’hommehem beloven dat hij bij de start van het nieuwe seizoen op gelijke hoogte met Bojan Jorgacevic en Frank Boeckx zal beginnen.

Dat vooruitzicht ziet Bruzzese aanvankelijk verdampen wanneer Preud’homme en Van Steenberghe eind dat seizoen (2009/10), na de tweede plaats en bekerwinst, vertrekken bij de Buffalo’s. Groot is echter de opluchting wanneer uitgerekend Munaron, zijn ‘ontdekker’, Van Steenberghes plaats inneemt. Ook de nieuwe coach Francky Dury ziet wel wat in de dan 21-jarige Waal, die in de eerste maanden van het volgende seizoen een rij opschuift, als doublure voor Jorgacevic.

De stijgende lijn knikt echter weer naar beneden wanneer Bruzzese begin februari 2011 na een nachtje stappen in slaap valt achter het stuur van de Mercedes van ploegmaat Christophe Lepoint. Hij knalt op een vrachtwagen en komt ongedeerd uit het ongeval. Lepoint, die op de achterbank ligt, breekt echter zijn scheenbeen. AA Gent legt beide spelers een onbekende sanctie op, maar laat Séba niet vallen. Met name Munaron ontfermt zich als een (strenge) vader over zijn keeper en drukt hem op het hart dat hij hard moet blijven werken en vooral moet antwoorden óp het veld. ‘Wanneer je glimlach terugkomt, volgt de rest vanzelf.’

Bruzzese beseft wat er op het spel staat en stort zich nog fanatieker dan voorheen op zijn job. Met succes, want in play-off 1 krijgt hij door een blessure van Jorgacevic en enkele blunders van Boeckx zijn – volgens Dury – verdiende kans, uitgerekend tegen… Anderlecht. De Luikenaar laat die niet liggen en redt op het einde zelfs een punt voor de Buffalo’s door in de voeten van Dalibor Veselinovic te duiken. Een prima debuut dat hij drie dagen later, op Racing Genk, voortzet door al in de twaalfde minuut een penalty van Jelle Vossen te stoppen. AA Gent zakt echter weg in de tweede helft en Bruzzese krijgt, zonder een fout te maken, nog drie goals om de oren. De volgende match, op Standard, keert de opnieuw fitte Jorgacevic terug, maar de drie PO-wedstrijden – ook de laatste speeldag op Club Brugge staat hij in doel – geven de keeper een flinke vertrouwensinjectie.

(GEEN) GATENVULLER

Opnieuw krijgt het opgeschroefde moreel een knak wanneer Trond Sollied Dury aflost en na de komst van Sergio Padt Bruzzese tot vierde doelman gedegradeerd wordt. Hij blijft zich in zijn laatste contractjaar wel voorbeeldig inzetten op training, maar speelt geen minuut meer. Als veldspeler moet hij tijdens trainingspartijtjes zelfs de gaten opvullen omdat AA Gent met een pak geblesseerden kampt.

Lang aarzelt hij dan ook niet wanneer Dury, intussen weer aan de slag bij Zulte Waregem, hem naar de Gaverbeek wil halen, om de concurrentie voor Sammy Bossut aan te scherpen. Die krijgt weliswaar de voorkeur, maar met zijn invallersstatus kan Bruzzese leven, beter dan in het verleden. Dankzij onder meer zijn nieuwe vriendin Aurélie, die zijn ongeduld kan temperen. Bruzzese wacht zijn moment af tot de blessure van Bossut, net voor play-off 1. Gebukt onder de stress gaat hij tijdens de openingswedstrijd in de fout bij de 0-1 van Lokeren. De Luikenaar countert echter de kritische krantenkoppen, met als climax de ‘bevrijdingsmatch’ op Club Brugge.

Die prestaties verlossen hem de twee seizoenen erop niet van zijn rol als tweede keeper bij Essevee. Tot Vladan Kujovic stopt, Club Brugge op zoek moet naar een nieuwe tweede doelman en Jan Van Steenberghe en Michel Preud’homme zich de werklustige, talentvolle en goedlachse kerel uit hun zes maanden bij AA Gent herinneren. Oude bekenden die hem een nieuw perspectief geven, het is de rode draad doorheen de carrière van Bruzzese. Een loopbaan van vallen en opstaan, zoals ook zijn start bij Club: een ongelukkig competitiedebuut op STVV, gevolgd door (veel) betere matchen waardoor hij voorlopig weer – na een kort, maar tegenvallend intermezzo van Sinan Bolat – de nummer een is bij blauw-zwart.

Het leven heeft Bruzzese altijd van de zonnige kant – the bright side – bekéken, nu lijkt hij met beide voeten aan die zijde te stáán. Hopelijk voor hem definitief.

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S BELGAIMAGE

Piot, De Wilde, Munaron, Preud’homme en Van Steenberghe – weinig Belgische keepers hebben met zo veel toppers gewerkt.

Bij Anderlecht brengt hij veel tijd door met Frutos en laat hij zich zelfs behandelen door Juan Mendoza.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content