Op 18 december kreeg Ruud Boffin zijn vervroegd kerstgeschenk, toen hij met West Ham in de Premier League debuteerde. ‘Hij kan deel uitmaken van de toekomst van deze club’, zei manager Avram Grant achteraf. Op bezoek bij de 23-jarige Limburger, een jonge Hammer met een droom.

West Ham United Football Club. Bij de oudere voetballiefhebber een naam die klinkt als een klok. Een FA Cup in 1964 en winst in de UEFA Cup een jaar later, met een team gebouwd rond Bobby Moore, Geoff Hurst en Martin Peters. De drie Hammers leidden Engeland, na 4-2-winst tegen West-Duitsland, op 30 juli 1966 in Wembley naar de wereldtitel. Hurst was met drie doelpunten de held van de natie, Peters scoorde één keer. Moore mocht als eerste en enige England Captain de Jules Rimetbeker in de lucht steken en kreeg na zijn dood in 1993 een eigen tribune – Bobby Moore Stand – op Boleyn Ground, de thuishaven van de Hammers (in de volksmond Upton Park genoemd). Ook in The West Ham United Hotel, dat huist in de West Stand en waar alle kamers uitkijken op de grasmat, zijn de drie prominent aanwezig met oude, vaak vergeelde, shirts en ploegfoto’s. WHUFC is trots op zijn geschiedenis en koestert de schaarse sportieve hoogtepunten als waren ze een vlucht uit de grauwe realiteit waarin de club zich momenteel bevindt. Voorlaatste in de Premier League, maar elke veertien dagen zitten 35.000 toeschouwers op elkaar gepakt. Voetbal als schaars lichtpunt van een uitzichtloos bestaan in het verpauperde West Ham, een van de dertien wijken van het Oost-Londense Borough of Newham. Een buurt naar het beeld van het voetbal dat er gespeeld wordt.

Maar Londen is een stad van contrasten. Nauwelijks tien kilometer noordoostwaarts, in Chadwell Heath, oogt het straatbeeld vrolijker. Aan het einde van een doodlopend straatje, Saville Road, heeft West Ham United zijn training ground, waar bezoekers voorbij een portier moeten. Alleen wie een afspraak heeft in The Academy of Football, mag erin. Op de parking trekt een witte Ferrari F430 met Franse nummerplaat de aandacht. Kostprijs: 150.000 euro. “Van Julien Faubert. Een van zijn vier wagens. Afhankelijk van het weer kiest hij voor een Aston Martin, een Bentley of een ‘gewone’ Land Rover”, weet de portier. Hij trekt de schouders op. Gold diggers, horen we, terwijl hij naar andere wagens wijst. Mercedes SLS AMG, BMW M6, Range Rover Sport 4.4 V8, Porsche Cayenne…

Voetballers in de Premier League zijn miljonairs. Zélfs bij West Ham, dat na het faillissement van zijn IJslandse eigenaar in augustus 2009, begin dit jaar opnieuw in Britse handen kwam. Maar ook de nieuwe eigenaars – David Sullivan en David Gold, die hun fortuin in de porno-industrie vergaarden – krijgen de rekeningen niet in orde. “Bij elke bladzijde die we omdraaiden, doken er nieuwe problemen op. Nooit zag ik een bedrijf met zulke slechte cijfers”, aldus Gold in The Telegraph. De financiële problemen zijn ook merkbaar op The Academy, waar op elkaar gestapelde containers kantoren en medische kabinetten moeten voorstellen. “Alles is in verval en er is geen geld om het op te knappen. De eerste ploeg heeft amper anderhalf terrein ter beschikking”, zegt de portier, die met weemoed terugdenkt aan vroeger. “West Ham was synoniem voor mooi en technisch verzorgd voetbal. Onder andere Rio Ferdinand, Frank Lampard, Joe Cole, Michael Carrick, John Terry en Jermaine Defoe kregen hier hun opleiding.” Even later, wanneer de training bezig is, zal zich een vreemd tafereel afspelen: een van de eigenaars, de 72-jarige David Gold, landt met zijn zelfbestuurde helikopter op het oefenveld. De training wordt even stilgelegd. De portier zucht. “Maar”, blijft hij positief, “de club is aan het bouwen aan een toekomst, zónder dure vedetten. Jonge talentvolle spelers moeten de club in de Premier League proberen te houden.”

Een van de exponenten van die nieuwe politiek is Ruud Boffin: Belg, boomlange doelman (1m96), amper 23 jaar. Na een korte zomerstage van vier dagen en een helft in de vriendschappelijke reservewedstrijd tegen Crystal Palace, tekende de Limburger eind augustus een contract voor twee seizoenen bij de Hammers. “Natuurlijk was ik verbaasd dat West Ham geïnteresseerd was, ook al omdat ik bij VVV-Venlo amper vijf wedstrijden in de Nederlandse Eredivisie speelde”, vertelt de Landenaar, terwijl hij aan een tafeltje in het kleine perszaaltje ontspannen achterover leunt.

Leren bij PSV

De zoon van Michel Boffin, in de jaren zestig doelman bij KFC Diest, debuteerde onder de vleugels van zijn vader bij de jeugd van Sparta Walshoutem, waar hij op negenjarige leeftijd door jeugdscouts van STVV ontdekt werd. Een natuurtalent, klonk het. Detail: Simon Mignolet was in zijn ploegje een verdienstelijke… veldspeler.

In 2002 stapte Ruud Boffin over naar Racing Genk, waar hij door het harde werk met keeperstrainer Guy Martens – leermeester van onder andere Davy Schollen, Logan Bailly, Sinan Bolat en Davino Verhulst – op zeventienjarige leeftijd een transfer naar PSV versierde. Ook toen was er al belangstelling uit de Premier League – Arsenal en Bolton Wanderers drongen sterk aan – maar dat vond Boffin een brug te ver. “PSV is een minder grote stap. De Engelse competitie spreekt me wel aan, maar later kan die deur misschien nog eens opengaan”, legde hij in 2005 in Het Nieuwsblad uit. Profetische woorden. Na zijn eerste seizoen in Eindhoven, waar hij afwisselend met de A1 en Jong PSV speelde en tijdens een internationaal toernooi tot beste doelman werd verkozen, startte hij het seizoen 2006/07 als derde doelman, na de ongenaakbare Heurelho da Silva Gomes en Oscar Moens. “Gomes”, zegt Boffin, “was onaantastbaar. En terecht. Ongelofelijk welke ballen hij op training pakte. Soms stonden Oscar en ik naar elkaar te kijken. ‘Dit is toch niet normaal meer?’ We hebben allebei heel veel geleerd van Gomes.”

Maar toen PSV Cássio Ramos aantrok, verkaste Boffin in juli 2007 op uitleenbasis naar FC Eindhoven, waar de Limburger zich in de kijker van MVV Maastricht speelde. In zijn eerste seizoen was hij de onbetwiste titularis aan de boorden van de Maas, maar toen de Belgisch-Turkse trainer Fuat Çapa het seizoen erna een paar wedstrijden de voorkeur gaf aan Volkan Ünlü, wou Boffin vertrekken. “Ik voelde mij er minder goed in mijn vel”, zegt de Landenaar met uitgesproken Hollandse tongval (“een erfenis van mijn periode in Eindhoven, waar ze mijn Limburgs dialect niet begrepen”). “En plots kreeg ik de kans om voor een half seizoen naar VVV-Venlo te gaan. As tweede doelman, na Kevin Begois, maar toch: het was Eredivisie. En je wist maar nooit…”

Een goede keuze, want na een handvol wedstrijden met ‘het eerste’ kon hij op stage naar West Ham United. Maar, besefte hij, ook in Oost-Londen zou hij niet veel aan spelen toekomen. Robert Green, de nationale doelman, was er untouchable, de Tsjech Marek Stech nummer twee, zodat Boffin met de Hongaar Peter Kurucz zou moeten uitmaken wie nummer drie en vier was. “Die overweging heb ik gemaakt. Maar vorig seizoen vond ik het enorm fijn om in Venlo op het hoogste niveau te trainen en ik vind: je moet de lat hoog durven te leggen. Kan ik hier niet doorgroeien, dan zal ik het toch gemakkelijker hebben om een andere ploeg te vinden, want dan zal ik het gewend zijn om op een hoger niveau te trainen en te spelen. Bij reservewedstrijden is er niet veel volk, maar het tempo en de intensiteit zijn echt wel te vergelijken met de Belgische eerste klasse. De aanpassing was enorm, ook omdat keeperstrainer David Coles nog van de oude stempel is.” Want, zegt Boffin: “Er wordt enorm hard gewerkt. De zwaarste training bij MVV is hier een recuperatietraining. Niet normaal! Toen ik in het begin van het seizoen een oefenwedstrijd speelde, kregen we de dag erna een sessie van drie uur. Zelfs Green, die aan zijn vijfde seizoen bij West Ham bezig is, komt soms nog naar binnen met de tong uit zijn mond. Hij vertelde me dat hij het in het begin óók moeilijk had.”

Aan de container, Gymnasium gedoopt, staat: Welcome to The Cave. What we do in the dark, will show in the light. “In de voormiddag trainen de vier doelmannen van kwart voor elf tot één uur. Na de maaltijd gaan we opnieuw naar het oefenveld of trekken we naar het krachthonk. Trainen met gewichten, sit-ups, boksen… Alles met de bedoeling om sterker te worden, want keepers krijgen hier meer te verduren dan in andere competities. Mijn lengte spreekt in mijn voordeel, want een keepertje van 1m75 heeft hier niets te zoeken.”

Onverhoopt debuut

Het leven in Londen is goed maar duur, zegt Boffin. “Ondanks de mindere resultaten is de sfeer goed. Ik arriveerde hier als onbekende doelman, maar voelde mij meteen thuis. Het is natuurlijk anders dan in Maastricht, waar ik geregeld op straat aangesproken werd. Hier is het veel anoniemer, in mijn eerste maanden ben ik op straat maar één keer tegenhouden. Are you Roed Boffin? Ruud kunnen ze hier moeilijk uitspreken, de meeste van mijn ploegmaats noemen mij Rudy. Het heeft wat tijd gekost om mij te settelen. Ik woon nu samen met mijn vriendin Koralien en mijn zoontje van vijf maanden, Maxim, op een appartementje. Ik pas me overal snel aan. Uiteindelijk sta ik al sinds mijn negentiende op eigen benen. Toen ik bij PSV speelde, woonde ik een tijdje bij een gastgezin, maar dat was niets voor mij. Te weinig vrijheid. Liever op een appartementje met Francesco Carratta, die toen ook bij Jong PSV speelde. ’s Avonds kwamen er nog andere jongens op bezoek en maakten we afwisselend het eten klaar. Een fijne periode.”

In zijn eerste drie reservewedstrijden met West Ham bleef Boffin ongeslagen, maar een lichte blessure aan de elleboog hield hem een tijdje van het oefenveld. Maar ook dat heeft hem gesterkt, zegt hij. “Ik heb in die paar maanden al meer karakter moeten tonen dan in vijf seizoenen Nederland.”

Het harde werk wierp op 18 december 2010 – een datum die Boffin voor de rest van zijn leven zal bijblijven – vruchten af. Green, Stech en Kurucz waren niet fit, in de trein hoorde de Limburger dat hij op het terrein van Blackburn Rovers zou debuteren. “Toen ik hoorde dat ik zou starten, ben ik meteen naar het toilet gerend. Maar na een telefoontje met de mental coach voelde ik mij gerustgesteld”, vertelde hij aan de Newham Recorder, een lokale krant.

The giant Belgian let nobody down. Boffin is already at the top of the class. ” Boffin sleepte in Ewood Park een puntje uit de brand (1-1) en toonde in moeilijke omstandigheden maturiteit. “Een schitterende ervaring. In het begin was ik wat zenuwachtig, maar na een goede save op een vrije trap van Morten Gamst Pedersen en met de steun van onze meegereisde fans – ze scandeerden zelfs mijn naam – liep het als vanzelf. Een mooie dag, ja, maar als Green volgend weekend fit is, speelt hij wellicht opnieuw.” Een correcte inschatting: een week later, op Boxing Day, ziet Boffin vanop de bank hoe zijn ploeg op Craven Cottage met 1-3 wint van Fulham. Manager Avram Grant noteert op de clubwebsite: “We weten dat Ruud een heel goede doelman is. Hij kan deel uitmaken van de toekomst van deze club.”

DOOR CHRIS TETAERT

“Het tempo en de intensiteit van de reservewedstrijden is echt wel te vergelijken met de Belgische eerste klasse.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content