Een zoveelste maandagmorgen na alweer een druk voetbalweekend. Net dochterlief afgezet aan de schoolpoort en met een paar kranten en een overheerlijke koffie aan de ontbijttafel krijg ik ineens een vreemde ingeving. Ik sla de sportkaternen open en met een roze markeerstift in de hand overloop ik het voetbalnieuws om vervolgens alle op- en aanmerkingen aan te duiden die over de scheidsrechters gaan. De ene na de andere bladzijde kleurt roze en als ik nadien mijn werk overschouw, lijkt het wel alsof ik deze morgen in mijn Lebbeekse krantenwinkel de Gazzetta dello Sport heb gekocht.

Is dit nieuw? Neen, natuurlijk niet. Kan dat de bedoeling zijn? Neen, natuurlijk niet. Kunnen we daar iets aan veranderen? Ja, misschien wel.

Videobeelden om de man in het zwart te assisteren, hoor ik jullie denken. Neen, daar moeten we niet alle heil van verwachten. In slechts een paar gevallen kan het een oplossing bieden, als men daarvoor al niet onnodig het ritme uit een voetbalwedstrijd moet halen. Een bal die duidelijk achter de lijn was, kan door een camera worden geregistreerd. In veel andere situaties blijft er zelfs na het zien van de beelden ruimte voor discussie. De debatten aan de tafel van Extra Time zijn hier een voorbeeld van. Na talloze herhalingen en overwegingen is de onenigheid tussen voetbalkenners daar soms nog groter dan in sommige politieke dossiers.

Waar volgens mij wel een stuk van de oplossing ligt, is bij de trainers en de scheidrechters zelf. Het kan niet zo zijn dat je team alleen maar wint omdat je het tactisch weer allemaal zo goed hebt neergezet en dat de nederlaag de schuld is van de man in het zwart. Trainers in het nauw maken soms gekke sprongen, maar door zich op deze manier voor hun werk te verdedigen trekken ze hun kwaliteiten alleen maar meer in twijfel.

Geef mij dan maar Stuart Pearce, mijn toenmalige trainer bij Manchester City. Hoewel zijn bijnaam Psycho anders doet vermoeden, was hij de enige trainer die ik nooit ofte nimmer een verkeerd woord over de scheidsrechter heb horen vertellen. Zelfs na een nederlaag in de FA Cup tegen het kleine Doncaster Rovers, in de hand gewerkt door enkele stevige missers van het arbitrale trio, kwam het niet in hem op om daar de schuld te leggen. Integendeel, direct na de wedstrijd had hij het in de kleedkamer over enkele wissels waarin hij een mogelijke oorzaak zag van ons falen. Heel het stadion sprak schande over the ref die avond, maar Stuart Pearce steeg op hetzelfde moment met stip op mijn ranglijst van goeie trainers met wie ik mocht werken.

De communicatie bij scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen en zijn manschappen is volgens mij een tweede mogelijkheid om veel discussies in de kiem te smoren. De manier waarop het duo Raes & Joos onlangs de handspelregels nog eens duidelijk maakte aan iedereen mag als een voorbeeld gelden voor de communicatie waar ik op doel. Hoe breed een tape op de kousen mag zijn of al dan niet een nekverwarmer, dat gaat het voetbal echt niet beter maken. En ja, iedereen maakt fouten, ook scheidsrechters. Als ex-doelman besef ik maar al te goed hoe zwaar die verantwoordelijkheid soms weegt. Dat achteraf ook gewoon durven toe te geven en niet staalhard het tegendeel blijven verkondigen, ook al geven de beelden je ongelijk, is je kwetsbaar opstellen. Je bouwt er echter een geloofwaardige reputatie mee op, iets wat je carrièrekansen ten goede komt.

Zou het allemaal zo simpel op te lossen zijn? Waarschijnlijk niet. Maar alle beetjes helpen. En nu moet ik hier aan mijn twee tieners uitleggen welke janet de krant vanmorgen roze gekleurd heeft.

De column van Geert De Vlieger verschijnt tweewekelijks.

GEERT DE VLIEGER

“Ja, iedereen maakt fouten, ook scheidsrechters.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content