Een halfjaar na de pijnlijke breuk met Club Brugge is Stijn Stijnen weer doelman. Theo Custers hielp er hem mentaal en fysiek mee bovenop.

Vorige week tekende Stijn Stijnen (30) voor vier jaar bij Beerschot. In februari was het tot een scheiding gekomen met Club Brugge, de club waar hij groot werd en onder meer 30 A-caps voor België verzamelde. Wegens “het schenden van contractuele afspraken, het toebrengen van schade aan het algemeen belang en imago van Club Brugge” werd hij toen aanvankelijk naar de B-kern verwezen. Gebleken was dat van zijn computer via schuilnamen naar internetfora berichten verstuurd waren waarin hijzelf werd verheerlijkt en enkele ploegmaats en het nieuwe management bekritiseerd werden. ’s Anderendaags werd er een financieel vergelijk gevonden en werd in onderling akkoord zijn contract tot 2015 verbroken. Zijn broer en zijn vriendin, inmiddels zijn echtgenote, namen alle verantwoordelijkheid op zich.

De Stijnen die Beerschot voorstelde, zag er scherp uit en woog naar eigen zeggen zes kilo lichter. Via zijn zaakwaarneemster Renée Vandermeersch wisten we dat hij na de zware shock de voorbije maanden onder leiding van Theo Custers op provinciale veldjes was beginnen trainen en beter op zijn eet- en drinkgewoonten lette. “Ik wou dat Stijn een club vond en dat hij weer de keeper werd die we allemaal kennen”, vertelt Custers, die Stijnen van nabij leerde kennen toen hijzelf keeperstrainer was van de Rode Duivels. “Samen met zijn zaakwaarneemster zegden we ‘we zullen het proberen’ en tot nu toe is het gelukt. Het ging erom: weer willen werken en weer willen afzien. Toen ik voor het eerst bij hem kwam, had hij zeven of acht weken niet getraind en stond zijn moreel absoluut niet hoog. Hij zei: ‘O, voor mij hoeft het niet direct, hoor.’ Ik vond van wel. Een man van dertig jaar die zegt ‘ik stop misschien met voetballen’, dat is bullshit. Uiteindelijk is hij waarschijnlijk toch een beetje tot het inzicht gekomen dat het zo niet verder kon, nam hij de draad weer op en is hij keihard met mij beginnen werken. Chapeau voor Stijn!”

Volgens Beerschotvoorzitter Patrick Vanoppen is Stijnen net als hijzelf recht voor de raap en past zo’ n “directe aanpak” in de stijl van het huis. “Binnenkort”, gooide hij er ook nog uit, “bezit Beerschot misschien wel een nationale doelman.” Custers houdt zich op de vlakte. “Wie ben ik om daar voorspellingen over te doen?”, repliceert hij. “Het is nu aan Stijn om bij Beerschot prestaties te leveren en op basis daarvan kunnen er dan eventueel conclusies getrokken worden met betrekking tot de toekomst en de vraag of hij ooit nog in aanmerking kan komen om de nummer één in België te worden. Bij Club Brugge leverde hij topprestaties, waarom zou dat nu niet meer kunnen? Er zijn dingen gebeurd, waar ik zelf ook het fijne niet van weet, maar ik hoop dat iedereen die bladzijde kan omslaan. Door ballen en punten te pakken, zal dat moeten slijten; en hoe sneller hij presteert, hoe sneller dat vergeten zal zijn. Daar zal hij zeker de kans toe krijgen: als hij bij Club Brugge twee ballen per wedstrijd moest pakken, dan zullen dat er nu vijf of zes zijn. Maar geef hem wat tijd. Twee, drie, vier maanden. In december moet Stijn kunnen zeggen: hier ben ik weer.”

door christian vandenabeele

“Ik hoop dat iedereen die bladzijde kan omslaan.” Theo Custers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content