Hoe vergaat het ondertussen Theo Janssen na een half seizoen bij Racing Genk ? ‘Er zijn nog zoveel wedstrijden, ik heb nog kansen zat om te laten zien wat ik kan.’

T heo Janssen, woensdag : “Privé gezien gaat het goed, maar voetballend kan het beter. Ik heb natuurlijk pas elf wedstrijden of zo in de basis gespeeld. Mijn passing, normaal gezien een van mijn sterke punten, is wat slap. Maar dat is een kwestie van tijd, dat komt vanzelf goed. Hoe spelers lopen en hoe ik daarop kan inspelen, dat moet gewoon nog groeien.

“Passes geven naar voren, dat deed ik in de eerste paar wedstrijden wel, maar daarna ben ik met Bernd(Thijs, nvdr) meer op zekerheid gaan spelen. Ik kende hem helemaal niet als voetballer, dus dat was eerst wennen, eventjes kijken wat zijn kwaliteiten zijn. Die zijn, denk ik, een beetje dezelfde als de mijne : we kunnen allebei in de bal voetballen, allebei diep gaan, allebei een goeie pass. Dus ik denk dat het een heel goed middenveld kan zijn, als we op elkaar ingesteld raken. Maar op een gegeven moment ging dat gewoon niet meer. Want telkens als we een tegenstander kregen die met drie centrale middenvelders voetbalde, stond er een verdedigende middenvelder als er een van ons diep ging én hadden zij ook nog eens een man over. Het was, met z’n tweeën centraal op het middenveld, heel moeilijk.

“Tegen Sint-Truiden, met drie, ging het gelijk behoorlijk beter. Met Chatelle in de ploeg staat Bernd iets meer naar achteren en kan ik iets meer naar voren staan. Dat betekent dat ik meer diep kan gaan en dat maakt het voor een voetballer als mij makkelijker naar voren voetballen. Want je weet dat er nog iemand naast en achter je staat. Voor de balans is dat erg goed. De wedstrijd daarna was ik geschorst en tegen Anderlecht begon ik op de bank omdat ik daarvoor weinig had getraind. Acht dagen niet. Heeft te maken met wrijving in m’n knie omdat ik veel in het bos heb gelopen. Ik kan er niet genoeg tegen om te lang één tempo te lopen. Voor mij is het beter om bij wijze van spreken een minuut rustig te lopen en dan een minuut heel erg snel. Daar zijn we nu achter gekomen, dus als er nu een bosloop is, doe ik dat apart. Ik heb nog wel wat last, maar niet overdreven.

“Ik hoop dat ik nu kan laten zien dat dit nieuwe systeem ook voor mij een stuk beter is, dat ik meer aanvallende acties in mijn spel kan leggen. Ik heb wel het gevoel dat ze wat dat betreft heel veel op mij letten. Als je ziet dat Bernd en ik een beetje hetzelfde spelen en Bernd een keer of zeven scoort, dan is het al snel van : die jongen heeft veel meer diepgang. Terwijl we dat allebei hetzelfde hebben, denk ik. Het lijkt alleen maar alsof er veel verschil op zit. Ik ga wél veel diep, maar mensen zien dat niet zo omdat je dan niet scoort of de bal net niet krijgt. Want we beschikken ook op de flanken en voorin over hele goeie voetballers.

Marco(Ingrao, nvdr) is een heel andere speler dan Koen(Daerden, nvdr). Koen is iemand die heel hard werkt en daar heel belangrijk is. Marco is technisch gezien misschien wat beter en kan daarom tegen een mindere tegenstander heel belangrijk zijn omdat hij heel creatief is. Verdedigend laat-ie inderdaad wel eens een steekje vallen, maar dat wisten ze hier twee jaar geleden ook al. Cédric(Roussel, nvdr) is heel sterk, wil de bal veel in de voeten, terwijl Kevin(Vandenbergh, nvdr) bijna altijd op de goeie plaats staat en de laatste tijd op training ook weer heel goed bezig is.”

Janssen : “Ik zeg wat in me opkomt en als mensen dat niet bevalt, tja, jammer voor hen. Ik zal mezelf daar niet voor veranderen. Maar zo zijn er hier wel meer spelers hoor. Jan(Moons, nvdr) heeft ook altijd zijn mening klaar. Hij heeft een heel belangrijke rol. Als er wat geregeld wordt, is het al heel snel hij die het doet. Zoals altijd, hoor ik.

“Ik denk alleen dat er meer gesproken kan worden in een wedstrijd. Spelers moeten vaker hun mond open trekken en dat hoeft niet altijd positief te zijn. Terwijl ik hier zie dat het altijd heel positief is. En het blijft ook altijd heel positief. Maar ik vind : als het twee keer niet goed is, hoeft de derde keer niet meer positief te zijn. Dan brand je die jongen beter helemaal af. Ik denk dat dit een instelling is die er meer in moet komen. Je kan niet blijven herhalen of iemand asjeblief daar of daar wil gaan staan.

“Op zich is de aanpassing voor mij niet zo groot geweest. Ik denk dat het nu een kwestie is van goed blijven trainen. Mensen dachten vooraf ook dat ik hier absoluut niet zou kunnen wennen, maar dat is toch vrij vlot gedaan. Maar in Nederland heb je, voetballend gezien, wel meer tijd om acties te maken. Je kan het vergelijken met de eerste divisie in Nederland, niet qua niveau, wel qua speelwijze : altijd heel kort op de bal, druk zetten en zo. Maar dat is niet verkeerd, denk ik. Daar leer je alleen maar van.

“En wat ik al geleerd heb ? Aerobics, stabiliteit… (lacht). Dat zijn natuurlijk niet mijn favoriete bezigheden. Ik hou van voetballen en voor het voetballen ben ik naar Genk gekomen, maar die dingen horen er nu eenmaal bij. Maar daar pas je je in aan. In het begin was dat wel moeilijk. Dat de trainer vond dat ik er meer voor moest gaan in plaats van daar met tegenzin te staan. Dat is natuurlijk logisch, want hij biedt je iets aan. Maar ik had zoiets van : aerobics, pfff. Maar goed, geen probleem.

“Mijn vriendin heeft werk gevonden in Maastricht, dus het bevalt ons hier allebei goed. Het is alleen even wennen dat ik hier een heel stuk minder vrij heb dan in mijn ouwe club. Dat was even aanpassen. Normaal hadden we morgen vrij, maar vandaag kreeg ik te horen dat ik met het tweede elftal moet voetballen. Dat wist je bij Vitesse van tevoren. Soms is dat wel irritant, want je maakt natuurlijk ook zelf je planning. Meestal rij ik û als mijn vriendin en ik samen vrij zijn û naar Arnhem. Maar nu moet ik dus met het tweede spelen en dan denk je : shit. Ik had bij wijze van spreken liever twee uur getraind, weet je. Maar goed, in een wedstrijd kan een trainer beter zien hoe goed iemand er staat.”

Janssen : “Ik ben in elk geval fitter nu dan afgelopen seizoen. Conditioneel sta ik sterker. Mijn gewicht is bijna hetzelfde gebleven, maar mijn vetpercentage is naar omlaag. Het is belangrijk bij Genk dat je tussen 11 en 12 zit. Nou, daar zat ik in het begin bijlange na niet tussen. Dat hoefde bij Vitesse ook niet. Nu zit ik daar wel tussen en daar heb ik veel voor moeten laten. En nog steeds. Da’s wel eens lastig omdat je dat niet gewend bent. Ik drink nu de hele dag water en bij koffie neem ik geen suiker. Dat zijn dingen waar je op moet letten. Het was de bedoeling dat ik het geleidelijk zou doen, niet in één week en dan daarna weer omhoog schieten. In het begin ging het vrij snel, maar op een bepaald moment bleef het hangen. Dus is het goed dat iemand je erop wijst dat je ook de suiker uit je koffie kunt laten.

“Mijn vriendin zegt wel tegen mij dat mijn vetpercentage niet verder omlaag moet, anders wordt ze bang dat ze me niet meer vast zal kunnen houden (grijnst). Maar het is nou wel goed, vind ik, want ik moet ook nog mezelf kunnen zijn. Anders ben je fitter dan ooit, maar raak je helemaal geen pepernoot meer. En ach, als ze mij dikkerdje noemen, stoort mij dat niet eens, maar dat ik de koning van de middencirkel genoemd word, dat stoort mij wel. Asjeblief zeg ! Ga maar eens meten wat ik loop in een wedstrijd. Dan denk ik dat je ervan schrikt. Van zulke dingen baal ik omdat er heel weinig van klopt.

“Het verwachtingspatroon van de mensen naar mij was, denk ik, groter dan van mij naar de rest. Ik had zoiets van : ik kan weer lekker gaan voetballen. Op de bank zitten tegen Anderlecht û één van de mooiste wedstrijden die er zijn in de competitie û is verschrikkelijk balen natuurlijk. Want dan kan ik û dat was ook in Nederland zo û altijd iets extra’s brengen. Tegen Ajax had ik zo verschrikkelijk last van m’n scheenbeen, moest ik zelfs pijnstillers nemen om te kunnen meedoen. Maar ik kan me dan altijd op die manier motiveren dat ik toch goed speel. Ik stond op VanderVaart en ik heb hem helemaal zoek gespeeld.

“Tegen toppers maakt het mij helemaal niet uit of ik een hele week wel of niet getraind heb. Daarom baalde ik ook verschrikkelijk tegen Anderlecht. Mijn halve familie en vrienden, een stuk of vijfentwintig man, zat op de tribune. Andere week zijn het er ook een stuk of acht, negen. Maar ach, er zijn nog zoveel wedstrijden, ik heb nog kansen zat om te laten zien wat ik kan. Ik moet gewoon lekker voetballen, dan komt het vanzelf goed.”

door Raoul De Groote

‘Spelers moeten vaker hun mond open trekken en dat hoeft niet altijd positief te zijn.”Ik drink nu de hele dag water en bij koffie neem ik geen suiker. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content