Thibaut Peyre

© belgaimage

Ondanks een karrenvracht aan tegendoelpunten blijft de 27-jarige Franse centrale verdediger met KV Mechelen strijden voor een PO1-ticket.

1. Heb je schrik van het coronavirus, dat eventueel – net zoals in de Serie A – zou kunnen leiden tot het spelen van wedstrijden achter gesloten deuren?

‘Nee. Helemaal niet. We moeten gewoon rustig en alert blijven. Mijn bezorgdheid gaat eerder uit naar mijn familie. Maar het leidt zeker niet tot angst, want je staat er wat machteloos tegenover. Het kampioenschap moet sowieso verder gaan en hopelijk kan dat met publiek. Ons stadion zonder twaalfde man zou voor ons een ferme handicap zijn. Ondertussen gebruiken we iets meer handgels dan anders, maar er worden nog altijd handen geschud en zelfs kussen gegeven. Hier in België eentje, bij ons in Frankrijk twee, drie of vier. Maar van de technische staf of het bestuur kregen we geen specifieke richtlijnen mee.’

2. Na de promotie naar 1A en de beker staat KV Mechelen voor een nieuwe mijlpaal, want voor het eerst sinds de invoering van de play-offs in seizoen 2009/10 lonkt een plaats bij de eerste zes. Wat brengt dat emotioneel teweeg?

‘Veel vreugde en nieuwsgierigheid. Ik beleef hier topseizoenen en het is uitzonderlijk hoe de prestaties elk jaar weer groeien. Een PO1-ticket zou daarin perfect passen. Het is een droom om de opstanding van deze ambitieuze club met geschiedenis mee te maken. Alle omstandigheden zijn aanwezig om opnieuw iets unieks te realiseren.’

3. Hoe bestaat het dat een ploeg die meer dan veertig tegentreffers slikt uiteindelijk toch in PO1 kan belanden?

‘Heel eerlijk: ook wij begrijpen dat niet zo goed. Als verdediger doet zoiets pijn. Het komt vooral door onze aanvallende speelstijl. We wonnen een keer met 1-0, maar ons publiek was niet echt tevreden. Zij willen dat we meer scoren en vol de offensieve kaart trekken, wat dan weer als nadeel heeft dat daardoor veel ruimte ontstaat. Arjan Swinkels en ik zijn niet van de snelsten, maar we compenseren dat met onze ervaring en strijdershart, wat soms gepaard gaat met wat bloed als we er letterlijk ons hoofd voor leggen. Ik moet het vooral hebben van mijn opbouwende kwaliteiten en tackles, Arjan is meer het Engelse type die er altijd vol voor gaat. Toch willen we met ons positiespel, intelligentie en anticipatievermogen nog meer tegengoals vermijden.’

4. Traint Wouter Vrancken niet te hard, want iedereen moet er altijd honderd procent voor gaan en de wisselmogelijkheden lijken ook niet eindeloos?

‘Nee, toch niet. Want fysieke paraatheid en die hoge intensiteit blijven een heel belangrijke factor in het Belgisch voetbal. Zeker ook door het voetbal met pressing op de helft van de tegenstander dat wij spelen. En de coach beheerst als geen ander een duidelijke communicatie. Alles gebeurt weloverwogen en geen enkele speler mag het groepsbelang schaden; iedereen moet mee in dat denken. Fred Vanderbiest zorgt voor de motivatie bij de jongens die er soms even naast vallen, hij weet als ex-prof welke prikkels zij nodig hebben. Veel teams houden niet van ons atletische engagement.’

5. Hoe belangrijk voor de spelersgroep is de contractverlenging tot 2021 van een ervaren speler als Igor de Camargo?

‘Als 36-jarige blijft hij een rolmodel. Op en naast het veld is zijn meerwaarde groot. Hij mist net als Arjan geen enkele training, gaat altijd voorop in de strijd en scoort vlot. En hij begeleidt de jongeren perfect, als een echte peoplemanager. Niet zo streng als Onur Kaya, maar Igor doet het natuurlijker en zachter. Een uitzonderlijke prof en persoon, die we nog lang moeten koesteren. Ook door zijn tactisch denken. Voor mij is hij naast een goede vriend als een grote broer. Een toekomstig coach of spelersmakelaar.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content