Zelfs al werden de regels van het spel hier en daar veranderd : Michael Schumacher is ook in het komende Formule-1-seizoen de te kloppen man. Op de achtergrond woedt een ware stellingenoorlog.

Zondag, in de voor ons vroege uurtjes (vier uur ’s morgens), weerklinkt in het Australische Melbourne het startschot voor het Formule-1-seizoen 2005. De nieuwe campagne heeft twee gezichten. Het eerste, het sportieve plaatje, ziet er veelbelovend uit : enkele nieuwe reglementen moeten het verloop en de uitslagen van het kampioenschap onzekerder maken en meer spanning garanderen. De andere kant behelst het politiek-financiële verhaal – een verhaal dat in de eerste plaats mensen boeit die kicken op geld en cijfers. Toch laat dit verhaal zich lezen als een thriller, die stijf staat van de intriges. Absoluut zeker is ook dat op dit niveau over de toekomst van de Formule 1 wordt beslist. Bevinden we ons werkelijk op de vooravond van een schisma ? De pessimisten zijn ervan overtuigd, de optimisten geloven dat finaal het gezond verstand zal zegevieren.

Geld speelt in dit dossier een cruciale rol. De verdeling van de inkomsten van de Formule 1 – bij benadering 615 miljoen euro per jaar – valt momenteel en tot eind 2007 onder de regie van de Concorde-akkoorden. Samengevat komen die erop neer dat Bernie Ecclestone het grootste stuk van de taart pakt. De jongste seizoenen gingen almaar meer en almaar luider stemmen op om de buit rechtmatiger te verdelen. De grote autoconstructeurs (BMW, Daimler Chrysler, Honda, Renault en Toyota) leggen al hun gewicht in de schaal en drijven het zo ver dat ze de organisatie van een nieuw, parallel wereldkampioenschap – vanaf 2008 – aankondigen.

Verzameld binnen de GPWC (Grand Prix World Championship) vertegenwoordigen deze industriereuzen een verschrikkelijke kracht. Ze hebben intussen ook al het team Minardi voor hun zaak gewonnen – een betere verdeling van de winsten klinkt de armoedige Minardi-baas Paul Stoddart als muziek in de oren. Ook Sauber is een parallel WK genegen, het team zou zijn wagens vanaf 2006 BMW-input kunnen meegeven.

Twee kleine teams willen zichzelf eerst wat tijd gunnen om zich over de kwestie te beraden alvorens partij te kiezen. Red Bull en Midland (ex-Jordan) debuteren in de Formule 1 en aarzelen want voelen er voorlopig niet veel voor om meteen de grote bonzen voor het hoofd te stoten.

En dan is er uiteraard Ferrari. De Scuderia ligt al dwars tegenover de andere ploegen met betrekking tot de beperking van het aantal testritten. Dat Ferrari bovendien al de verlenging van de Concorde-akkoorden tot 2012 heeft ondertekend, wordt in het kamp van de constructeurs ervaren als een regelrechte provocatie. Die onderwerping aan het gezag van Ecclestone legt de Rode Brigade overigens geen windeieren – er is sprake van 120 miljoen euro per jaar, bijzonder welkom geld in een moeilijke periode voor de Italiaanse auto-industrie. Ferrari houdt in deze stellingenoorlog natuurlijk wel een slag om de arm. In de bepaling van haar positie verschaft de Scuderia zichzelf veel manoeuvreerruimte. Officieel luidt het dat Ferrari “deel uitmaakt van de GPWC, maar zich het recht voorbehoudt om autonome beslissingen te nemen.”

Om die gordiaanse knoop te ontwarren heeft Ecclestone inmiddels een nieuw voorstel geformuleerd : vijftig procent van de jaarlijkse inkomsten van de Formule 1 zou verdeeld worden onder de teams die de Concorde-akkoorden signeren. Stilte is tot dusver de enige respons op deze aanbieding.

Ver van al deze agitatie stoomden de teams zich klaar voor het nieuwe seizoen. Die campagne draait rond twee cruciale vragen. Behaalt Michael Schumacher zijn achtste wereldtitel – zijn zesde opeenvolgende ? En blijft Ferrari de Formule 1 domineren ?

De twee vragen zijn, vanzelfsprekend, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als de rode bolide niet aan prestatiekracht heeft ingeboet, zal Schumi moeilijk te kloppen zijn. De Duitser toont zich, ondanks een onwaarschijnlijk aantal overwinningen (83 !), helemaal geen volgevreten vedette. Integendeel, in Schumacher woedt nog de dadendrang van jonge wolven.

Aan de kwaliteit van de rijder moet uiteraard niet meer worden getwijfeld. Schumacher is snel en ervaren en kan leiding geven. Zijn misschien enige zwakke punt : onder druk bezondigt hij zich al eens aan overhaasting. Duidelijk is dat er bij Ferrari meer vraagtekens achter de wagen staan dan achter de coureur. In het begin van het seizoen gooit Ferrari een overgangswagen in de strijd in afwachting van de lancering van de nieuwe auto. De tests voor het seizoen overtuigden de tifosi niet. De 2004M (die M staat voor Modificata, aangepast dus) moest het telkens afleggen tegen de concurrentie.

De Italiaanse clan bewaart de kalmte. Michael Schumacher zelf sprak geruststellende taal : “Testritten weerspiegelen nooit perfect het potentieel van een wagen in wedstrijdomstandigheden. Voor een precieze diagnose wachten we beter het verdict van Melbourne af.” In de coulissen etaleert het nummer twee van het team veel minder zelfvertrouwen. “Het is duidelijk”, bekent Rubens Barrichello, “dat we een deel van onze voorsprong van vorig jaar zijn kwijtgespeeld.” Al voegt hij er met-een aan toe dat pronostikeren delicaat is gezien de gewijzigde reglementen : “Alleen al het reglement dat stipuleert dat er twee grote prijzen met één en dezelfde motor moeten worden gereden, zal voor veel verandering zorgen. De betrouwbaarheid van een motor zal een belangrijke rol spelen.”

En hoe zullen de banden zich gedragen ? Geconfronteerd met een gloednieuwe situatie – één stel voor de testritten van vrijdag en zaterdag en één stel voor de kwalificatieritten en de race zelf – moesten Michelin en Bridgestone weer van nul vertrekken. Momenteel schijnt de balans over te hellen in het voordeel van het Franse merk, maar men kent het reactievermogen van de Japanners. “Bridgestone lijkt inderdaad een beetje achter te liggen, maar heeft ons in het verleden vertrouwd gemaakt met spectaculaire inhaalmanoeuvres”, zegt Michael Schumacher ter zake.

Hoewel het wachten is op de eerste wedstrijden om besluiten te trekken, onthullen de testritten tijdens de winter al enkele trends. Zo was de Renault R25 manifest efficiënt, net als de McLaren-Mercedes MP4/20. Minder hoopgevend is de balans voorlopig bij BAR-Honda. De nieuwe 007 stemde wel leider Jenson Button tevreden, maar zijn kompaan Takuma Sato sloot zich niet bij die vreugdekreten aan. Evenmin onverdeeld optimisme bij de clan Williams-BMW. De chrono’s van Mark Webber en Nick Heidfeld spraken zelden tot de verbeelding. Bij Toyota staan de gezichten nu al op zuur en bij Sauber hebben Jacques Villeneuve en Felipe Massa de nieuwe bolide veel-eer verwenst dan aan het hart gedrukt.

Mogelijk kan Red Bull links en rechts voor een verrassing zorgen. Het rekent daarbij op David Coulthard, die kennelijk zijn tweede jeugd heeft gevonden. Bij Midland (ex-Jordan) vatten ze een overgangsseizoen aan en bij Minardi kondigde baas Stoddart aan dat in Australië de (niet eens aan de nieuwe reglementen aangepaste) wagen van 2004 aan de start verschijnt. De nieuwe wagen is nog niet klaar, maar zal revolutionair zijn, belooft Stoddart. In afwachting doet Minardi mee om de hoop te vergroten en Stoddart voelde zich niet te beroerd om dat ook op min of meer die wijze te formuleren. “Vorig jaar waren onze wagens per ronde vier seconden trager dan de anderen, dus zie ik niet goed in hoe ze dit jaar naar de overwinning zouden grijpen. Maar er zijn nu eenmaal twintig deelnemers nodig om een grote prijs valabel te maken.” Voorzitter Max Mosley van de FIA was not amused. Hij liet al weten dat Minardi de stand niet zal verlaten indien het in Melbourne de wagens van vorig jaar laat aanrollen. Ambiance !

Ferrari

1 : Micha el Schumacher (Dui), 211 GP’s, 83 overwinningen, 7 keer wereldkampioen (1994, 1995 en van 2000 tot en met 2004)

2 : Rubens Barrichello (Bra) 198 GP’s, 9 overwinningen

Motor : Ferrari

Banden : Bridgestone

Het rode leger van generaal Jean Todt blijft de referentie bij uitstek en de cijfers van de jongste jaren bewijzen waarom : zes opeenvolgende wereldtitels bij de constructeurs, vijf opeenvolgende wereldtitels bij de rijders – met dank aan Schumacher. Misschien is de gewoonte van het winnen wel het grootste gevaar voor de Scuderia, al verstaat Todt de kunst om zijn mensen scherp te houden. In een technische terugval gelooft eigenlijk niemand, maar de nieuwe reglementen kunnen natuurlijk bij elk team wel een beoordelingsfout ontlokken. Evenzeer is het waar dat Rory Byrne, die de vorige Ferrari’s tekende, stilaan afbouwt om in 2006 definitief de scène te verlaten. Byrne droeg nu al het merendeel van zijn verantwoordelijkheden over aan zijn adjunct Aldo Costa. Ferrari vangt het seizoen aan met de 2004M, een verbeterde versie van de wagen waarmee Schumacher vorig jaar wereldkampioen werd. De nieuwe wagen is geprogrammeerd voor het begin van de Europese campagne.

+ : Het enorme technische en menselijke potentieel, de kracht van de heilige drievuldigheid Jean Todt (directeur) û Ross Brawn (manager en tacticien) û Rory Byrne (technisch directeur), een stevig budget, de onvoorwaardelijke toewijding van Bridgestone, een eerste rijder die boven alle anderen uitsteekt en een tweede rijder die alle teams maar al te graag als kopman zouden binnenhalen.

– : De gewoonte van het winnen, misschien.

BAR-Honda

3 : Jenson Button (G-B), 84 GP’s

4 : Takuma Sato (Jap), 36 GP’s

Motor : Honda

Banden : Michelin

De Engels-Japanse formatie was in 2004 de revelatie van het seizoen en staat nu voor een enorme uitdaging : nog beter doen is synoniem van winnen. Dat geldt ook voor Jenson Button, van wie men hoopt dat hij onbeschadigd tevoorschijn komt uit de juridische veldslag waarin hij met zijn werkgever verwikkeld raakte : hij wilde naar Williams vertrekken, maar werd verplicht bij BAR te blijven. Het organigram van het team werd aangepast als gevolg van het vertrek van David Richards en de belangenvermeerdering van Honda. De Japanse motorbouwer wil aanknopen met zijn presti-gieuze verleden en zijn grote rivaal Toyota een striemende nederlaag toedienen. De V10 leek in de testritten zowel bijzonder sterk als fragiel en dat laatste is niet zonder betekenis nu een motor het gedurende twee GP’s moet uitzingen. Van Jenson Button verwacht het team dat zijn eerste overwinning de ban zal breken en tot meerdere zeges zal leiden. Takuma Sato heeft meer regelmaat nodig : tijdens de winter ging hij verscheidene keren van de piste. Het volstaat uiteraard om als eerste Japanner een grote prijs te winnen om zich in zijn land onsterfelijk te maken.

+ : Het technische potentieel van Honda, een krachtige motor, briljante en gemotiveerde rijders.

– : De V10 toonde zich in de testritten fragiel, het vertrek van David Richards als tweede, soms te onstuimige rijder.

Renault

5 : Fernando Alonso (Spa), 51 GP’s, 1 overwinning

6 : Giancarlo Fisichella (Ita), 141 GP’s, 1 overwinning

Motor : Renault

Banden : Michelin

Patrick Faure, de patron van de Franse renstal, draait er niet omheen : “Wedstrijden winnen in 2005, de wereldtitel in 2006.” Duidelijker kan moeilijk, de troepen van de Italiaanse teamleider Flavio Briatore zijn gewaarschuwd. Op basis van de resultaten in de testritten lijkt de nieuwe Renault R25 bekwaam om een rol op het voorplan op te eisen. Tussen tests en wedstrijden gaapt echter vaak een wereld van verschil. Met het duo Fernando Alonso-Giancarlo Fisichella beschikt Renault over twee rijders van allure, maar complementair zijn ze niet : hun ambitie bestaat erin elkaar te overvleugelen. Het team krijgt bovendien bijkomende druk te verwerken : de komst van Carlos Ghosn als grote baas bij Renault, nadat hij eerder op briljante wijze Nissan opnieuw heeft gelanceerd. De Argentijn laat zich niet leiden door vals sentiment : het engagement van Renault in de Formule 1 dient om meer wagens te verkopen, punt uit. Ook van die kant worden er met andere woorden overwinningen verwacht.

+ : Het uitgesproken efficiënte chassis van de R25, een goed gebruik van Michelin, ambitieuze en bekwame rijders.

– : Grote prestatiedruk, de rivaliteit tussen de twee rijders.

Williams

7 : Mark Webber (Aus), 50 GP’s

8 : Nick Heidfeld (Dui), 84 GP’s

Motor : BMW

Banden : Michelin

Alles is nieuw of toch bijna bij de Engels-Duitse renstal. Het FW27-chassis moet zijn voorganger – erg vernieuwend maar niet sterk presterend – doen vergeten. De V10 BMW werd iets minder krachtig gemaakt maar moet het twee grote prijzen lang kunnen uithouden. En Mark Webber en Nick Heidfeld debuteren beiden bij een topteam. Dat drukt de verwachtingen in het tweetal niet. De Australiër en de Duitser worden geacht zich met regelmaat in de kopgroep op te houden. Webber heeft alles om door te groeien tot een topper : snelheid, mentale kracht, technische vaardigheden en een smoel die groupies niet onverschillig laat. Heidfeld zit in het team omdat BMW per se een Duitser achter het stuur wou. Zijn passage bij Jordan heeft hem mentaal gekreukt, Heidfeld ligt er nu vooral op gebrand de bazen van Mercedes te bewijzen dat ze hem ten onrechte hebben gedumpt. Een probleem is en blijft : human ressources is niet het kopje thee van baas Frank Williams en zijn rechterhand Patrick Head.

+ : Gemotiveerde en mentaal sterke rijders, sterke motor, de drang om weer naar de top door te stoten.

– : Het chassis moet zijn degelijkheid nog bewijzen, de omgang met mensen.

McLaren

9 : Kimi Räikkönen (Fin), 68 GP’s, 2 overwinningen

10 : Juan-Pablo Montoya (Col), 68 GP’s, 4 overwinningen

motor : Mercedes

Banden : Michelin

De magere jaren moeten stoppen : de grijze garde kan zich niet blijven vergenoegen met schaarse uitschieters. Ron Dennis, de baas van McLaren, en zijn alter ego bij Mercedes Norbert Haugg stellen hun hoop in de nieuwe MP4-20 – slechter dan zijn voorganger kan die wagen bezwaarlijk zijn. Voorts verwachten ze veel van de combinatie van ijs (Kimi Räikkönen) en vuur (Juan-Pablo Montoya), al kan het samensmeden van tegengestelden velerlei effecten sorteren. De Fin is volstrekt ongevoelig voor stress, maar zijn recente extra-sportieve fratsen (lees : uitspattingen in het nachtleven van Ibiza en Londen) tonen hem menselijker dan velen hadden vermoed. De Colombiaan heeft van niets of niemand schrik, Michael Schumacher inbegrepen. De Duitser onderkent in McLaren de belangrijkste tegenstander van Ferrari.

+ : Een gedeukt blazoen als bron van motivatie, financiële mogelijkheden, explosieve rijders.

– : De last van het recente verleden, (te) explosieve rijders.

Sauber

11 : Jacques Villeneuve (Can), 133 GP’s, 11 overwinningen, wereldkampioen in 1997

12 : Felipe Massa (Bra), 34 GP’s

Moter : Ferrari (herdoopt in Petronas)

Banden : Michelin

Het Zwitserse team neemt langzamerhand afstand van Ferrari. Dat blijkt onder meer uit de keuze voor Michelin ten nadele van Bridgestone en uit de mededeling dat de wagens in 2006 niet meer volledig in Maranello zullen worden vervaardigd. In een soort van laatste stuiptrekking produceerden de ingenieurs van Sauber de C24. Hebben ze daarbij hun hand overspeeld ? Het lijkt erop, want tijdens de testritten stond Sauber nergens. Na een lamentabele poging tot comeback in 2004 met Renault, wil Jacques Villeneuve nog eens proberen zich te profileren als waardig ex-wereldkampioen en niet louter als een simpele rijder met een grote mond. Felipe Massa heeft er dan weer alle belang bij om zijn races op een andere plaats te beëindigen dan tegen de vangrails. Sauber staat alleszins voor een cruciaal seizoen : of het sluit weer aan bij de topteams, of het moet terug naar start.

+ : (Voor de laatste keer) de steun van Ferrari, sympathieke rijders, de renstal als familiebedrijf.

– : De weinig vernieuwende aërodynamica, de aanpassing aan Michelin, rijders die zowel tot het beste als tot het slechtste bekwaam zijn.

Red Bull

14 : David Coulthard (G-B), 175 GP’s, 13 overwinningen

15 : Christian Klien (Dui), 18 GP’s

Moter : Cosworth

Banden : Michelin

Op het einde van een lang feuilleton rijfde de producent van de energiedrank de renstal van Jaguar binnen. Dietrich Mateschitz heeft zichzelf daarmee voor een kolossale opgave geplaatst : hij wil slagen waar de groep Ford faalde. Zijn team doet alvast een nieuwe wind door de Formule 1 waaien. Bij Red Bull is er plaats voor fun en glamour, al wil het in zijn debuutseizoen nederigheid aan ernstig werk koppelen. Een aantal belangrijke pionnen van Jaguar werd opzijgeschoven en vervangen door nieuwe gezichten – wat mogelijk de homogeniteit van het team kan schaden. Met David Coulthard speelt Red Bull de kaart van de ervaring uit. Christian Klien, nochtans nauwelijks overtuigend in de Jaguar van 2004, krijgt een nieuwe kans maar de Italiaan Vitantonio Liuzzi, bijzonder imposant in de F3000, staat klaar om het roer over te nemen.

+ : Motivatie, nederigheid, de ervaring van Coulthard.

– : De vele herschikkingen binnen het team, de rivaliteit tussen Klien en Liuzzi, het onoverzichtelijke organisatieschema.

Toyota

16 : Jarno Trulli (Ita), 128 GP’s, 1 overwinning

17 : Ralf Schumacher (Dui), 127 GP’s, 6 overwinningen

Moter : Toyota

Banden : Michelin

Volgens bepaalde bronnen beschikt Toyota over het grootste budget van de hele Formule 1. Helaas vertaalde zich dat nog niet in resultaten en in de hoogste kringen van het bedrijf groeit het ongeduld. Toch tastten de Japanners nogmaals diep in de geldbeugel, ditmaal om de Britse designer Mike Gascoyne van Renault over te kopen en twee rijders aan te trekken die in het verleden al bewezen dat ze kunnen winnen. Ralf Schumacher en Jarno Trulli ventileren een zeker optimisme, op voorwaarde dat de zwakke plek van de wagen – de achterbanden verslijten vlug – alsnog wordt weggevijld.

+ : Een gigantisch budget, de indienstneming van ervaren personeel, competente rijders.

– : Een logge structuur, mentaal breekbare rijders, het ongeduld van de bedrijfstop.

Midland

18 : Tiago Monteiro (Por), 0 GP’s

19 : Narain Karthikeyan (Ind), 0 GP’s

Motor : Toyota

Banden : Bridgestone

Het Ierse team was ongetwijfeld verdwenen, had Eddie Jordan het niet kunnen verkopen aan Alex Shnaider, een jonge Russische zakenman die (te ?) vlug rijk is geworden. Shnaider mikte erop om in 2006 in de Formule 1 te debuteren met wagens van Dallara onder de naam van zijn groep, Midland. Door de renstal van Jordan over te nemen bespaart Shnaider op de toegangsrechten in de Formule 1 en graait hij dit jaar al een deel van de tv-rechten mee. Maar zijn avontuur stoelt op pure improvisatie. De wagen is een Jordan 2004, ternauwernood aangepast aan de nieuwe reglementen en voortgestuwd door een V10 Toyota. Het team wordt geleid door de Engelsman Trevor Carlin, die zijn strepen vooral in de F3 verdiende. En in de wagens zitten twee neofieten. Tiago Monteiro en Narain Karthikeyan kunnen slechts bogen op enige ervaring bij Nissan in de World Series.

+ : Het hoge budget.

– : Rijders, management en directie debuteren in het circuit.

Minardi

20 : Christian Albers (Ned), 0 GP’s

21 : Patrick Friesacher (Oos), 0 GP’s

Motor : Cosworth

Banden : Bridgestone

Minardi is een traditionele kleine garnaal in het circuit. Jaar na jaar probeert het de eindjes aan elkaar te knopen. De strakke beperkingen van het budget verplichten het team jaarlijks tot een zoektocht naar betaalbare rijders – mensen die het willen doen voor een jaarsalaris van 10 à 12 miljoen euro. Deze keer werden de Nederlander Christian Albers – vorig jaar briljant in de DTM-klasse – en de Oostenrijker Patrick Friesacher – overwegend bekend van de F3000 – gestrikt. Om het geldgebrek van het team te onderstrepen : de 42-jarige, volslagen onbekende Israëliër Chanoch Nissany kocht zich in als testrijder. Allicht houdt Bas Leinders daar zure oprispingen aan over. Er wordt een nieuwe wagen in het vooruitzicht gesteld bij de start van het Europese seizoen, maar zelfs dan zal men de Minardi’s vooral achterin moeten zoeken.

+ : De passie voor Formule 1, een rijder (Albers) die verrassend kan uitpakken.

– : Geldgebrek, het ergst mogelijke minpunt in de Formule 1.

door Eric Faure

De grote autoconstructeurs drijven het zo ver dat ze de organisatie van een nieuw, parallel wereldkampioenschap aankondigen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content