Het vertrek van Rik Van de Velde is ook een persoonlijke nederlaag voor Gaston Vets. De voorzitter van Lierse, niet de fijnzinnigste communicator, wordt achtervolgd door zijn stijl en het verleden.

Dat Rik Van de Velde Lierse de rug toekeert, kan – zeggen ze in Lier – maar één reden hebben : dat er weer geld is bij KV Mechelen. De 40-jarige West-Vlaming maakte nooit een geheim van zijn ambities als voetbaltrainer. Zelfs zijn huwelijk moest ervoor wijken. Met KV Mechelen, een derdeklasser, promoveert hij in het gunstigste geval over twee jaar naar eerste klasse. Bij Lierse had hij zolang nog een contract lopen en het hoofdtrainerschap was hem toegezegd. Financiële (on)zekerheid deed hem daar uiteindelijk van afzien.

“Ik wil niet opnieuw moeilijkheden ondervinden om mijn gezin te onderhouden”, vertelt Van de Velde. “Het is niet zo dat ik bij KV Mechelen meer ga verdienen. Alleen waren de condities er beter omlijnd en sneller afgesproken. Meer moet je er echt niet achter zoeken. Lierse deed een naar mijn normen heel mooi voorstel. Voor gevestigde namen als René Vandereycken, Paul Put of Erik Gerets is het waarschijnlijk peanuts. Zij zouden er niet eens voor in hun wagen stappen. Maar dat interesseert me niet : ik hoef niet naar iemand anders te kijken om zelf gelukkig te zijn.”

Breekpunt voor Van de Velde was een clausule over de betalingsmodaliteiten, waar Liersevoorzitter Gaston Vets moeilijk over deed. Net als vier andere clausules (die vooral met zijn privé-situatie, scheiding en vier kinderen, te maken hadden) had hij ze met zijn advocaat op papier gezet. Tot zijn verbazing vond hij ze niet terug in het contract dat Vets hem tien dagen geleden ter ondertekening voorlegde.

Van de Velde : “Ik vroeg om de vijftiende van de maand over mijn vaste en variabele vergoedingen te kunnen beschikken. Ik wilde voorkomen dat we weer twee maanden achterstand zouden oplopen, zoals dit seizoen sinds september voor alle medewerkers van Lierse het geval is. Vandaag zijn we 2 april en februari is nog altijd niet betaald. Er stond ook dat de voorzitter bij niet-betaling borg zou staan dat de betaling voor het einde van de maand gebeurde. Als er dan niet betaald was, kon ik eenzijdig contractbreuk inroepen en zonder schadevergoeding opstappen.”

Dat laatste was er Vets te veel aan. Van de Velde : “Hij schrapte die laatste regels met zijn balpen. ‘Als ik je zeg dat je betaald zal worden, zal dat ook zo zijn’, zei hij. Ik moest hem maar vertrouwen, maar daarvoor maakte ik al te veel mee in het voetbal. Ik heb geleerd niet te goedgelovig te zijn. Dat mij nu woordbreuk wordt verweten, is onterecht. Ik was gewoon op mijn hoede. Als de voorzitter zijn woorden echt meende, zou hij er toch geen probleem mee mogen hebben om het op papier te zetten ? Uiteindelijk deed ík nog water in mijn wijn : hij mocht de passage over de persoonlijke borgstelling schrappen. Maar mijn handtekening zetten kon ik niet, omdat die vijf clausules dus nog niet in het contract stonden. Toen we afscheid namen, feliciteerde hij me, maar dat gevoel deelde ik niet echt. Ik was ervan overtuigd dat ik die dag mijn contract zou tekenen. Hadden die clausules erin gestaan, was dat ook gebeurd. Dan was ik nu trainer van Lierse. Ik betreur het dat de voorzitter er achteraf mijn kinderen bij heeft gesleurd. Dat was over de schreef.”

De indruk die al maandenlang een eigen leven leidt, is dat Lierse ternauwernood het hoofd boven water houdt. Van de Veldes relaas past daarin. Toch zouden de cijfers een ander verhaal vertellen. Vreemd dat Gaston Vets er niet beter over communiceert. “Lierse heeft de situatie onder controle”, zegt een nauw bij de financiële reorganisatie betrokken insider. “Dat de cashflow niet riant is, is duidelijk. Maar na volgend seizoen al, dus midden 2005, zal het wellicht zo goed als break even draaien. Dan is Lierse een vrijwel schuldenvrije club. Een jaar eerder dan vooropgesteld !”

In 2006 viert Lierse zijn honderdjarig bestaan. Een paar jaar geleden richtte het een crisiscomité op, bestaande uit een aantal bedrijfsleiders met business-seats in het stadion. Hun voornaamste opdracht was de club in operationeel evenwicht te brengen tegen het feestjaar. Op die timing zou dus een voorsprong zijn genomen. Lierse stak de voorbije vijf jaar 10,5 miljoen euro in de modernisering van zijn stadion. Daarvan zou vandaag nog een langetermijnschuld van 2,5 miljoen euro openstaan, 300.000 euro uit het afbetalingsplan met de RSZ, en een garantie van 25.000 euro bij de stad. De rest, waaronder een kortetermijnbankkrediet, is afbetaald.

“Niet vergeten ook”, zegt de insider, “dat er twee vennootschappen zijn : de vzw Lierse en de NV Stadion. Die laatste is eigenaar van het onroerend goed, maar de vzw heeft 84 procent van de aandelen van de NV. Lierse is dus een casharme, maar eigendomrijke club : het heeft tenminste die aandelen nog ! Vroeger stond het stadion op bouwgrond, maar daar heeft de club zelf recreatiegrond van kunnen maken zodat ze er kon blijven spelen. De verkoopswaarde van die grond zal altijd minstens gelijk zijn aan de nog openstaande schuld van 2,5 miljoen euro.”

Twee voorwaarden moeten blijvend ingevuld worden om volgend jaar al break even te draaien : het sportieve budget moet omlaag en de exploitatie van het stadion moet beter worden ingevuld. Voor het eerste zijn alle noodzakelijke stappen al genomen : er is gesnoeid in de uitgebreide technische staf van Emilio Ferrera en met Geir Frigaard (brutoloon : 250.000 euro) is de duurste vogel van de hand gedaan. Twee weken geleden werd, in aanwezigheid van de stad, het budget voor volgend seizoen goedgekeurd. Alleen al door zich van de zwaarste contracten te ontdoen ziet Lierse zijn loonlast met 20 tot 25 procent krimpen. “Nu al kent de club exact haar uitgaven voor volgend seizoen”, aldus de betrokken financieel adviseur.

Om het vernieuwde stadion dringend beter te laten renderen, ten slotte, zouden er vergevorderde gesprekken lopen met een projectontwikkelaar als commerciële partner. Andere kandidaten staan op een wachtlijst. De stad zit mee aan tafel, maar het is niet de bedoeling dat ze investeert.

De problemen van Lierse kiemden op het succes uit de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw. De ploeg werd landskampioen in 1997 en won twee jaar later de Belgische beker. Daartussen nam hij deel aan de Champions League. Een vergiftigd geschenk. Het Vanderpoortenstadion voldeed niet aan de Uefanormen en dus week Lierse voor zijn thuiswedstrijden noodgedwongen uit naar Gent. Commercieel werd het Europese avontuur een flop, mede ook doordat de ploeg slechts één punt puurde uit zes duels.

Lierse had geen andere keus meer dan het Lisp te moderniseren. Grootste plannen voor een volledig nieuw stadion aan een invalsweg buiten de stad hadden eerder tot niets geleid. Eerst werd de eretribune volledig vernieuwd (2,5 miljoen euro), daarna de rest (8 miljoen euro). Gevolg was dat een hele lichting spelers vertrok – moést vertrekken. Dat bracht ruim 6 miljoen euro in het laatje, waarvan 1,25 miljoen opnieuw in – vooral jonge – spelers werd geïnvesteerd. Regi Van Acker, trainer in het seizoen 2001/02, zweette bloed en tranen om er een ploeg van te maken. Lierse was rond (toen al) met Gilles De Bilde, maar toen die uiteindelijk naar Anderlecht trok, haalde het gauw Geir Frigaard. Aan zijn contract én dat van Igor Nikolovski vertilde de club zich helemaal.

Een jaar later pakte Emilio Ferrera 65 punten. Helaas was er gebudgetteerd op slechts 40 punten. Tot overmaat van ramp viel Lierse als vierde net buiten de Europese prijzen, zodat Vets zich blauw betaalde aan premies en het pensioenfonds. De broeksriem werd verder aangespannen. En, voorspelt Rik Van de Velde, het wordt niet beter volgend seizoen. “Ik vreesde voor degradatie naar tweede klasse. Ik zag tien vogels in de lucht, maar had niks in de hand. Een pak spelers mag weg, ondanks nog lopende contracten. Jongens die financieel niet meer houdbaar zijn en die in de vitrine worden geplaatst. Lierse lijkt meer op een zinkend schip. Ik zie het somber in.”

Wie ook de nieuwe trainer wordt van Lierse, hij zal, weet Van de Velde, moeten werken met een kern van elf spelers, aangevuld met een zevental jongeren. “Dan denk je : delf ik mijn put en spring ik erin, of kijk ik uit naar iets anders ? Alleen Timothy Dreesen is misschien al klaar voor het grote werk. Dan neem je toch een groot risico ? Ik vroeg alleen maar twee offensieve spelers. Dit seizoen bleek immers dat we een goede verdediging hebben en een defensief sterk middenveld, maar dat we in aanvallend opzicht sterk tekortkwamen. Dat is niet de fout van Emilio Ferrera. Integendeel : je moet hem dankbaar zijn dat je Arouna Koné en Stein Huysegems hebt kunnen verkopen, want hij plaatste ze in de vitrine.”

“De unieke kans die ik zou krijgen,” besluit Van de Velde, “was een vergiftigd geschenk. Ga ik op mijn bek, dan keer ik waarschijnlijk niet meer terug als trainer in de hoogste reeksen. Dus was de rekening snel gemaakt.”

“Gaston Vets heeft het onder controle.” Dat zegt een voormalige werknemer, die de onheilsberichten over Lierse “overroepen” noemt. “Maar”, voegt hij eraan toe, “de voorzitter staat een beetje geïsoleerd in het bestuur. Het gevolg nog van de machtsoverdracht tussen Freddy Van Laer en Gaston Vets. Die is destijds niet goed verlopen.”

Onder het voorzitterschap van Van Laer kende Lierse zijn grootste successen : landskampioen in 1997 en bekerwinnaar in 1999. Met Gaston Vets en Van Rompaey vormde hij in die dagen de Heilige Drievuldigheid van Lierse. Toen verwacht werd dat Van Laer een stap opzij zou zetten ten gunste van Vets, op dat moment al de man die het meeste geld in de club stak, deed die dat niet. De voorzitter diende zijn ontslag in, in de hoop dat het niet aanvaard zou worden. Het kwam tot een stemming, die uitdraaide op een eclatante 9-1 voor Vets. Wegens zijn persoonlijke financiële inbreng nam Vets, een bouwondernemer en paardenliefhebber, zelf de meeste beslissingen. Vaak ook zonder de raad van bestuur te raadplegen. Medestanders begonnen zich van hem af te keren. Een aantal verliet inmiddels de club. Niet allemaal. Mogelijk heeft hier of daar nog iemand een rekening te vereffenen.

“Het gebrek aan unanimiteit binnen het Liersebestuur (zie ook pagina 17, nvdr) heeft meegespeeld, maar zeker niet de doorslag gegeven”, zegt Rik Van de Velde over zijn beslissing. “Alles in Lier draait rond de voorzitter. Hij neemt de beslissingen en duldt weinig of geen tegenwerking. Met Emilio had hij een overeenkomst op papier, maar die tekende niet onmiddellijk. Toen hij dat een paar maanden geleden toch wilde doen, antwoordde de voorzitter – even koud als ik nu deed – dat de situatie ondertussen was veranderd. Het enige verschil met mij is dat het de voorzitter niet kwalijk wordt genomen, hoewel hij even goed iemand op straat zet. Maar ik ben de pispaal : in de krant moet ik lezen dat ik hem als mens zwaar heb ontgoocheld. Tja, dan moet hij dringend voor de spiegel gaan staan.

“Ik kan moeilijk kwaad zijn op Lierse. Het bood me een uitstekende kans om het trainersvak te leren. Maar de mogelijkheden van de voorzitter zijn niet onbeperkt. Hij kon me de zekerheid niet bieden die ik vroeg. Deze affaire heeft geen winnaars. Het voetbal is een hypocriete wereld. Een hard milieu ook, waar op het scherp van de snee met elkaar wordt omgegaan. Zolang ik mezelf kan blijven, probeer ik mijn job zo goed mogelijk uit te oefenen. Het is een verslaving. Daar raak je maar moeilijk van af.”

door Jan Hauspie en Frédéric Vanheule

‘Alles bij Lierse draait rond de voorzitter.’ (Rik Van de Velde)

‘Gaston Vets heeft het onder controle.’ (Een ex-werknemer)’Ik lees dat ik de voorzitter als mens zwaar heb ontgoocheld. Tja, dan moet hij dringend voor de spiegel gaan staan.’ (Rik Van de Velde)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content