De dopingbekentenissen die de afgelopen dagen de zoveelste bom onder de wielersport legden, staan nog maar eens symbool voor de huiveringwekkende hypocrisie die in dit wereldje woekert. Renners, ex-renners, ploegleiders en dokters die nu met hun donkere biecht naar buiten treden, worden plots geprezen voor hun moed en eerlijkheid. Alsof het niet belangrijker is dat ze jaren hebben gelogen en gehuicheld, alsof alle bedrog uit een verderfelijk verleden nu plots onder de mat geveegd moet worden. Pas als deze sport door de haast verpletterende bewijslast aan de rand van het bankroet staat en steeds meer grote sponsors van het toneel dreigen te verdwijnen, is het voor sommigen kennelijk tijd om het geweten te zuiveren en zich te excuseren voor alle misstappen die zijn begaan. Voordien hebben ze geprofiteerd en zich ongegeneerd verrijkt in een wereld die werd gedragen door een crimineel systeem.

Het zou een illusie zijn te geloven dat deze plotse opwelling van openheid in de wielersport een nieuw tijdperk inluidt. Want de realiteit mag niet uit het oog verloren worden : zonder het geruchtmakende boek van Jef D’hont (‘Memoires van een wielerverzorger’) zou het nooit tot deze onthullingen zijn gekomen. Dan had de wielerwereld zich verder gewenteld in die schijnheiligheid die velen nu nog altijd aanhouden. Ook degenen die nu bekennen.

Het is daarom nog maar de vraag of er na deze storm echt sprake is van een nieuwe moraal. Het idee ontstaat dat deze generatie het anders en zuiverder wil, maar waarop is dat gebaseerd ? Volgens Erik Zabel zijn de mazen van het dopingnet nog altijd even groot als vroeger en tegen doping strijdende wetenschappers beweren dat er op grotere schaal gesjoemeld en gemanipuleerd wordt dan ooit te voren. Het zou daarom van kortzichtigheid getuigen te geloven dat dit nu echt de laatste kans is die de wielersport moet grijpen. Tenslotte gaat het op dit moment om de biecht van een paar enkelingen. Dat velen zich nog altijd laf blijven verbergen achter een gordijn van leugens, toont dat de schimmige beslotenheid nog altijd wordt gekoesterd. Vooral dat besmeurt het imago van deze sport.

De wielersport kan niettemin nooit in het reine komen met zichzelf zonder met het verleden af te rekenen. Meer dan ooit is het tijd voor een collectieve schuldbekentenis. Daarvoor moeten de voorwaarden geschapen worden. Want deze sport heeft zichzelf in zo’n uitzichtloze positie geduwd dat het niet anders kan of de UCI moet een plan ontwikkelen waarin er aan de zondaars amnestie wordt verleend. Anders blijven er straks nauwelijks nog renners over. Van alle ontboezemingen van de afgelopen dagen was die van ex-renner Bert Dietz de meest schokkende : hij zei niet langer te kunnen zwijgen omdat een aantal renners werd gekruisigd terwijl vele anderen, die volgens hem even schuldig zijn, buiten schot blijven. Dietz hekelde ook de UCI, die het geweten suste toen er na de zaak- Fuentes een lijst met vijftig namen werd vrijgegeven, alsof alleen zij het kwaad vertegenwoordigden.

Nog maar drie jaar is het geleden dat de toenmalige voorzitter Hein Verbruggen de Spaanse wielrenner Jésus Manzano een valsspeler noemde, nadat die een hallucinant verhaal over bloedtransfusies vertelde en daarbij voor het eerst de naam van Eufemiano Fuentes noemde.

Het zou kunnen dat er van een georganiseerd dopinggebruik geen sprake meer is, in hun drang naar buitensporige prestaties blijven topsporters irrationele en gemakkelijk te beïnvloeden wezens. De koude manier waarop Bjarne Riis over zijn dopinggebruik vertelde, was wat dat betreft veelbetekenend. Hij stelde zich in zijn periode nergens vragen over. Dat dergelijke figuren nu op sleutelposities voorop moeten gaan in de strijd voor een zuivere sport en ethiek moeten prediken, is zonder meer ontluisterend. Het is het gevolg van dat wat de voorbije jaren werd gezaaid. De wielersport was meer dan ooit uitgegroeid tot een beschermd podium van zelfbedrog. Zo beschermd dat die zeldzame journalisten die vragen durfden stellen over doping, tot voor kort paranoïde nestbevuilers werden genoemd.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content